Voorpagina12 september 2001

Wachten tot het kookpunt

Door E. van Dijkhuizen
SCHIPHOL – Passagiers in dekens languit op de grond, dikke rijen voor de balies en vooral veel sombere gezichten. De vertrekhal van Schiphol was vanmorgen het decor van doffe ellende.

Om 12.00 uur, dan komt er informatie over welke vluchten naar Amerika en het Midden-Oosten vandaag nog vertrekken. Het bericht gonst door de mensenmassa, maar lang niet iedereen gelooft het. Anders Moselund uit Kopenhagen in ieder geval niet. „Ik ben hier sinds gistermiddag. Iedere keer werd er gezegd: Kom zo laat terug, dan kunnen we u meer vertellen, en iedere keer werd ik afgescheept.” Anders' bestemming is Miami. „Was”, verbetert hij. „Ik denk dat ik vandaag maar terugga naar Denemarken.” De Deen zou vrienden bezoeken in de States. „Dat kan ik wel vergeten.” Hij heeft nog één strohalm: „Als ze me vandaag kunnen garanderen dat er morgen een toestel naar Miami vertrekt, dan blijf ik wachten.”

Rob Badoux uit Amsterdam kwam gisteren niet verder dan Groenland. Los Angeles is zijn doel. „We moesten terug.” Groot was zijn verbazing dat hij weer terug op Schiphol zonder controle door de douane heen mocht. „Er was geen security; niet meer nodig, werd er gezegd.” Rob, veelbetekenend: „Geen wonder dat er zulke aanslagen gebeuren. Het is een koud kunstje om wapens aan boord van een vliegtuig te smokkelen.”

Zijn koffers heeft Rob in de bagageruimte van Schiphol laten staan. „Daar staan op dit moment 13.000 koffers. Het duurt twee dagen voordat ze die uitgezocht hebben. Laat mijn bagage er maar blijven, denk ik dan. Als er vandaag een vlucht naar Los Angeles gaat, staan mijn koffers vast klaar.”

Twintig medewerkers van het Rode Kruis houden een oogje in het zeil. „Mensen worden moe van het wachten, vallen soms flauw of hebben medicijnen nodig die in hun koffers zitten”, verklaart Sonja Houwaart. Tot nu toe heeft ze nog geen echt ernstige dingen meegemaakt. „Als wij de mensen niet kunnen helpen, sturen we ze door naar de eerste hulp.”

Strak
Op de terminals wemelt het van de geannuleerde vluchten. Turende passagiers met strakke gezichten wachten gespannen op de verlossende boodschap dat ze weg kunnen. Voorlopig zit dat er niet in. Schiphol heeft zes uur nodig om de dienstregeling weer te starten. Het eindeloze wachten leidt bij sommige passagiers tot het kookpunt. Een Surinaamse jongen slaat woedend op de KLM-balie waar passagiers hun ticket kunnen laten omboeken. „Waar is de KLM-directeur. Ik ben boos, ik ben boos.” Een rauwe vloek volgt. Een baliemedewerker krijgt een klap in zijn gezicht en met één armzwaai gooit de Surinamer een stapel paperassen de lucht in. Tierend laat hij de omstanders weten dat hij het wachten meer dan zat is. Drie agenten wringen zich door de massa en voeren de woedende man af. Een stukje verderop vertelt hij z'n verhaal, maar nu rustig. Het spektakel eindigt in een handdruk voor de drie agenten. „Het spijt mij, heren; ik was helemaal opgefokt.”