Commentaar5 september 2001

Een stille revolutie

Een van de opvallendste ontwikkelingen in kerkelijk Nederland van de laatste veertig tot vijftig jaar zijn de grote verschuivingen in de Gereformeerde Kerken. In het verleden was er sprake van een in omvang groeiende, sterk meelevende kerkelijke gemeenschap, die hechtte aan haar kuyperiaans-gereformeerde signatuur. Via een reeks van christelijke organisaties presenteerde men zich in de maatschappij.

Thans kenmerken deze kerken zich door leegloop en identiteitsverlies. Aan de gereformeerde belijdenis heeft de grote meerderheid geen boodschap meer. Het schriftgezag staat op allerlei manieren ter discussie. Qua levenswandel onderscheiden de gereformeerden zich nauwelijks meer van de doorsnee Nederlander.

Geen wonder dat de Gereformeerde Kerken elders in de gereformeerde gezindte gezien worden als een teken aan de wand, als een voorbeeld van hoe het niet moet. Daar is zeker reden toe. Toch moet men wel bedenken dat ook de meer orthodoxe kerken en groeperingen niet immuun zijn voor de krachten die de stille revolutie in de Gereformeerde Kerken teweegbrachten. Het heroriëntatieproces in gereformeerde kring is ook niet begonnen met Kuitert en Den Heyer. Maar na verloop van tijd kwam men daar wel uit.

In vrijgemaakte kring is er sprake van een duidelijke heroriëntatie nu men (overigens niet ten onrechte) de vroegere standpunten over de ware kerk en de doorgaande reformatie heeft losgelaten. Ook al door hun geestelijk klimaat hebben deze kerken de grootste kans om met een zekere tijdsvertraging de Gereformeerde Kerken te volgen. Met name op het gebied van de levenswandel doen zich hier grote verschuivingen voor.

In de Christelijke Gereformeerde Kerken worden door een man als Loonstra qua schriftbeschouwing en ethiek duidelijk andere lijnen getrokken dan voorheen in de brede gereformeerde gezindte het geval was. Ook de Gereformeerde Gemeenten kunnen zich niet onttrekken aan de invloed van de moderne maatschappij.

In hervormd-gereformeerde kring gaan in toenemende mate stemmen op om de binding aan de belijdenis te relativeren. In dit verband moeten onder meer de hoogleraren Graafland en Van der Velden genoemd worden. Deze opstelling is te meer opvallend, omdat vanouds de nadruk op de binding aan de gereformeerde belijdenis het kenmerk was van de Gereformeerde Bond.

Het is vooral de wijze waarop in de Dordtse Leerregels en elders gesproken wordt over de uitverkiezing, die weerstanden oproept. Maar de uitverkiezing is natuurlijk wel, zoals Van der Velden zelf terecht in het blad Wapenveld formuleerde, het kernstuk van de gereformeerde belijdenis.

Nu is de predestinatie altijd al een steen des aanstoots geweest voor mensen die meenden in ieder geval wel iets aan hun zaligheid te kunnen toedoen. Zeker in de huidige cultuur ligt sterk de nadruk op de individuele keuzevrijheid. Het is mijn keuze, zo wordt in de reclame beklemtoond. Wat dat betreft vindt de evangelische beweging, die tegenwoordig ook in de gereformeerde gezindte haar aanhang heeft, gemakkelijker aansluiting bij de geest van de tijd.

Uiteraard zijn er meer ontwikkelingen te signaleren die te denken geven. Het verzet tegen de vrouw in het ambt begint duidelijk af te brokkelen. Over de hele linie hebben velen de emancipatie van de vrouw geaccepteerd, en waarom zou de kerk daar een uitzondering op moeten vormen? De tweede kerkdienst en de zondagsheiliging in het algemeen staan duidelijk onder druk. Velen zien hun geloofsbeleving meer vertolkt in opwekkingsliederen dan in de psalmen. Onmiskenbaar zegt dat het een en ander over de aard van hun geloof.

In de gereformeerde gezindte is sprake van een toenemende kerkverlating, al is die altijd nog belangrijk minder dan in de modern-protestantse kerken. Maar behalve dat kwantitatieve verlies, dat zeker de aandacht moet hebben en een bron van zorg moet zijn, is er ook een kwalitatieve achteruitgang te bespeuren. Die zou nog wel eens het gevaarlijkst kunnen zijn. Ook in de gereformeerde gezindte is hier en daar sprake van een stille revolutie.