Euthanasiewet
kan op steun
Senaat rekenen

De Eerste Kamer, die aanstaande maandagavond en dinsdag over het wetsvoorstel vergadert, maakte gisteren zelf bekend dat zij tienduizenden reacties uit de samenleving heeft ontvangen. De verdeling tussen voor- en tegenstanders van de wet was gisteravond ongeveer 38.000 voor en 27.000 tegen.

Bij dat laatste cijfer zijn de 25.000 handtekeningen inbegrepen die drs. L. P. Dorenbos van de organisatie Schreeuw om Leven heeft verzameld. De post met adhesiebetuigingen is vooral afkomstig van leden van de Nederlandse Vereniging voor Vrijwillige Euthanasie, die voorgedrukte kaartjes thuisgestuurd hebben gekregen.

Inmiddels blijkt het kabinet te kunnen rekenen op een meerderheid van 46 van de 75 senatoren. De fractievoorzitters van PvdA en VVD hebben gisteren verklaard dat hun fracties in hun geheel voor het wetsvoorstel zullen stemmen. Ook GroenLinks en D66 zullen dat doen.

Afname
Het aantal meldingen van euthanasie door artsen blijft afnemen. Werden in 1998 nog 2500 gevallen van euthanasie gemeld en in het jaar daarop 2236, vorig jaar daalde het aantal tot 2123. Dat blijkt uit cijfers die de ministeries van Justitie en Volksgezondheid gisteren bekendmaakten.

Verder blijkt uit de cijfers over vorig jaar dat euthanasie verreweg het vaakst thuis plaatsheeft (1773 gevallen), gevolgd door ziekenhuizen (278), verpleeg- of verzorgingshuizen (65) en zeven gevallen elders. Verder melden huisartsen het meest (1801), daarna de specialist (278) en de verpleeghuisarts (44).

De meeste patiënten bij wie hun leven op verzoek werd beëindigd, hadden kanker (1893). Verder kwam het voor bij mensen die leden aan ziekte aan het zenuwstelsel (51), een longziekte (45), hart- en vaatziekten (28), aids (10) en overige, gecombineerde ziekten (96).

Eerdere onderzoeken gaven aan dat veel euthanasiegevallen niet worden gemeld. Dat was voor de politiek reden om toetsingscommissies in te stellen. De drempel voor artsen om te melden, zou hierdoor worden verlaagd. Ook de nieuwe euthanasiewetgeving heeft tot doel de meldingsbereidheid te verhogen. Uit de jongste cijfers blijkt eerder het tegendeel.

Bezorgd
De nieuwe Nederlandse euthanasiewetgeving roept in Europa bezorgde reacties op, zo bleek gisteren tijdens een debatbijeenkomst van het Platform Zorg voor Leven in Den Haag. Europarlementariër dr. P. Liese rapporteerde dat een grote meerderheid in het Europees Parlement de nieuwe wet te ver vindt gaan. Nederland heeft zich met deze wetgeving in Europees verband geïsoleerd, vindt hij. „Wij maken ons zorgen.”

De Duitse christen-democraat sprak er zijn verontwaardiging over uit dat de Nederlandse regering een discussie met het Europees Parlement over de euthanasiewetgeving uit de weg gaat. Met name minister Borst wijst volgens hem bewust iedere dialoog met buitenlandse critici af. „Een teken van armoede”, vindt hij.

Dat de nieuwe wet recht doet aan de autonomie van de patiënt, bestrijdt hij. „Patiënten bevinden zich op grond van hun gezondheidstoestand in een zeer sterke afhankelijkheidspositie. Wie zal uitsluiten dat verzorgende familieleden of derden druk op de patiënten uitoefenen?” Liese, die voorzitter is van de commissie bio-ethiek van de EVP-ED-fractie, voorspelt dat het doden van patiënten door de arts de deur opent in een gevaarlijke richting.

De overheid moet prioriteit geven aan palliatieve zorg. Door meer geld vrij te maken voor zaken als pijnbestrijding, persoonlijke aandacht en hospices kan de positie van de zieke en oude mens aanzienlijk verbeteren. Dat blijkt uit een enquête op internet van zo'n vijftig organisaties die tegen de nieuwe euthanasiewet zijn.

Doden-op-verzoek in de dokterstas