Voorpagina15 februari 2001

Dossier Euthanasie

Hoorzitting in Straatsburg brengt verontrusting tot uitdrukking

Nieuwe euthanasiewet onder vuur

Door drs. A. A. C. de Rooij
STRAATSBURG – „We proberen een debat op gang te brengen. Dit was een goede start. De discussie is niet af, maar begint pas.” Zo reageerde europarlementariër mevrouw Martens van het CDA gisteravond in Straatsburg na afloop van de hoorzitting die daar werd gehouden over euthanasie. Haar collega Blokland van RPF/SGP/GPV sprak van „een waardige bijeenkomst.”

Slechts anderhalf uur was er beschikbaar voor de door vijf leden van het Europees Parlement (EP) op persoonlijke titel georganiseerde ”hearing”. Die tijd bleek veel te krap. Als gevolg daarvan kwam het niet tot een echte gedachtewisseling. Voor vragen aan het uitgenodigde panel bestond nauwelijks ruimte, voor de beantwoording nog minder. De vergadering bleef beperkt tot een opsomming van meningen, ervaringen en soms emoties; met op enkele uitzonderingen na allemaal dezelfde teneur. Martens: „Er heerst in Europa grote verontrusting over de ontwikkelingen in Nederland. Daar hebben wij op deze wijze een stem aan willen geven.”

Paars-plus
Minister Borst van Volksgezondheid had ongetwijfeld een minder eenzijdig en voorspelbaar verloop van de bespreking kunnen bewerkstelligen. De bewindsvrouw deelde echter eind vorige week mee, na overleg in het kabinet, dat zij de invitatie om informatie te komen verschaffen over het door de Tweede Kamer aanvaarde wetsontwerp afwees. En ook de europolitici uit de kringen van PvdA, VVD, D66 en GroenLinks lieten verstek gaan.

De aanvoerders van wat werd aangeduid als paars-plus, een voor dit onderwerp gevormde gelegenheidscoalitie, organiseerden kort voor de aanvang van de hoorzitting een eigen persconferentie, waarop zij hun deze week al eerder geuite scherpe verwijten aan het adres van de christen-democraten nog eens herhaalden. Die voeren in hun ogen een campagne om het in april door de Eerste Kamer te behandelen euthanasievoorstel in een kwaad daglicht te stellen.

Zij verwoordden daarnaast ook een meer inhoudelijk argument om geen medewerking te verlenen aan een debat op het niveau van de EU. Wiebenga (VVD): „Het Europees Parlement heeft met euthanasie niets te maken. Dit betreft een zaak van nationaal strafrecht. Iedereen is het erover eens dat we dat niet moeten harmoniseren. Dat hoort thuis bij de afzonderlijke lidstaten.”

Van de op de hoorzitting aanwezige deskundigen verdedigde de Oostenrijkse mevrouw Gatterer, lid van de Raad van Europa, de opvatting dat actieve euthanasie indruist tegen het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Zij riep op het leven tot op het allerlaatste moment onaangetast te laten. „Wat in Nederland gebeurt, holt het recht op leven uit”, verklaarde zij.

Professor Virt uit Wenen hield een ethische beschouwing. Mevrouw Henry van de Belgische Alzheimerliga, mevrouw Vignon, arts bij een instelling voor ernstig zieken in Frankrijk, en de Britse emeritus hoogleraar in de geriatrie Millard pleitten eensgezind voor verbetering van de palliatieve zorg. Dat kan volgens hen het aantal verzoeken om te mogen sterven drastisch terugdringen.

In hun bijdragen benadrukten zij verder dat de desbetreffende vraag meestal een kreet is om hulp, zoals een van hen het uitdrukte. Hoe daarop te reageren? „Mensen die langs de rand gaan, daar moeten we naast lopen, we moeten ze er niet overheen duwen”, aldus Millard. Vignon hierover: „Als leidraad voor het dagelijks handelen hanteren dat wij veel meer dienen te doen dan het lichaam aan betrokkenen misdoet.”

Pas na vijf kwartier kwam er vanuit de zaal dan toch een afwijkend geluid naar voren. Dat vertolkte de Britse conservatieve europarlementariër Helmer, die daarmee aantoonde dat de EVP, waarin zijn partij met de christen-democraten samenwerkt, niet volledig op één lijn zit. „Recht is geen verplichting. Recht op leven betekent geen verplichting om te leven”, betoogde hij. En, nogal schokkend: „Een alzheimerpatiënt is een lichaam zonder geest. De persoon is al dood.” Voor tegenwicht zorgde zijn fractie- en landgenoot Deva. Die besloot zijn interventie met de opmerking: „Het is niet onze keuze hier op aarde te zijn.”

Strafbaarstelling
De delegatie uit Nederland arriveerde, als gevolg van de vertraging die hun trein opliep door een ongeval, te laat. Aan hun zijde nam volgens onderlinge afspraak mevrouw Molenaar van de juristenvereniging Pro Vita de belangrijkste inbreng voor haar rekening. Zij voerde het woord namens het platform ”Zorg voor leven”, waarin dertig organisaties hun ongerustheid over de nieuwe regeling in ons land bundelen.

„De strafbaarstelling van euthanasie wordt niet opgeheven, maar wel sterk beperkt. Er heeft legalisatie plaats onder voorwaarden”, hield zij de toehoorders voor. Cruciaal noemde zij het dat er geen toetsing door het openbaar ministerie meer geschiedt. Een zogeheten regionale commissie velt straks het oordeel of een arts correct te werk is gegaan.

Voorts bekritiseerde mevrouw Molenaar dat de criteria zoals ”uitzichtloos” en ”ondraaglijk lijden” zich lenen voor een ruime interpretatie. „Alle waarborgen zullen vroeg of laat verdampen.” Om uiteindelijk vast te stellen: „Het doden van de medemens wordt wettelijk geaccepteerd. De samenleving verandert daardoor ingrijpend.”

Schalk van de RMU vroeg aandacht voor de positie van verpleegkundigen. Hij benadrukte in Straatsburg: „In de politieke sfeer bestaat hevige verontwaardiging over dit debat hier; ondertussen worden Gods heilzame geboden met voeten getreden.” Mulder van het politiek-wetenschappelijk bureau van de SGP sprak op zijn beurt onder meer van een hellend vlak ten aanzien van wilsonbekwamen. „Nederland begaat een historische vergissing”, concludeerde hij. Nieuwenhuis van de NPV constateerde dat de vertrouwensrelatie tussen patiënt en arts onder spanning komt te staan.

Debat
Al met al beheerste het euthanasievraagstuk, in het Nederlandse kamp althans, deze vergaderweek van het Europees Parlement. De vertegenwoordigers van paars slaagden erin het onderwerp te weren van de officiële agenda, maar niettemin vormde het in de wandelgangen het gesprek van de dag, waarbij de gemoederen soms hoog opliepen.

Hoe gaat het verder? vragen we mevrouw Martens. „Daarover gaan we nadenken”, zegt zij. De christen-democraten, gesteund door de combinatie van de protestantse partijen in ons land, geven de hoop op toch nog een debat in de plenaire vergadering van het EP niet op. Wellicht ondernemen zij in maart een nieuwe poging. Dus: wordt vervolgd.