Commentaar | 17 januari 2001 |
VelingVolgend jaar is het tijd voor nieuwe kamerverkiezingen. Een aantal partijen heeft zijn lijstaanvoerder al aangewezen, anderen zijn daar druk mee bezig. In dit verband is het de grootste partij, de PvdA, die de meeste onzekerheid geeft. Wordt Kok nog een keer lijsttrekker of vindt hij het genoeg? Of geeft zijn partij hem te verstaan dat het nu wel mooi geweest is?De vraag naar het premierschap hangt daar nauw mee samen. Wordt Kok geen lijsttrekker, dan verlaat hij daarmee de politiek. Doet hij het wel, dan wordt hij ook de nieuwe premier. Tenzij de PvdA straks buiten het kabinet komt te staan, maar dat is niet waarschijnlijk. Ook voor een nieuwe partij als de ChristenUnie is de keuze van de lijsttrekker niet eenvoudig. Wie van de twee partijen gaat de nieuwe man leveren? Weliswaar was bekend dat Schutte (61), sinds 1981 het gezicht van het GPV, zich niet meer beschikbaar stelt. Maar daarmee was het nog geen vanzelfsprekendheid dat de zestien jaar jongere Van Dijke op de eerste plaats komt. Inmiddels is duidelijk dat de keuze gevallen is op het Eerste-Kamerlid Veling, sinds jaar en dag actief in het GPV. Daarmee wordt niet alleen RPF-leider Van Dijke gepasseerd, maar wordt het politieke leiderschap van de nieuwe unie in handen gelegd van iemand uit de kleinste partij. Het is een teken van sterkte dat dit binnen de ChristenUnie kan lijden: dat de grootste partner niet automatisch het lijsttrekkerschap claimt, maar dat men met elkaar tot de conclusie komt dat iemand uit de kleinste partij daarvoor het meest geschikt is. Voor Van Dijke, die er nooit een geheim van gemaakt heeft dat hij best in aanmerking wilde komen voor het leiderschap van de ChristenUnie, is dit best even slikken. Politici zijn ook maar mensen. Kennelijk is hij door de selectiecommissie te licht bevonden. Geheel onbegrijpelijk is dat niet. Zeker vergeleken met Veling is hij intellectueel onder de maat, soms wat populistisch. Qua leeftijd zit de 52-jarige Veling tussen de aftredende Schutte en de nu op de tweede plaats terechtgekomen Van Dijke in. Van een duidelijke verjonging is geen sprake. Nu was de RPF-fractie zeven jaar geleden al compleet vernieuwd. Zeker in een kleine fractie is continuïteit ook belangrijk. De keuze voor Veling heeft ook het voordeel dat GPV'ers die zo hun bedenkingen hebben bij de teloorgang van hun eigen partij, zich in de persoon van de lijstaanvoerder zullen herkennen. Overigens zal het na de verkiezingen interessant zijn om na te gaan hoeveel voorkeurstemmen iemand als Van Dijke op zich heeft weten te verenigen. Naast het feit dat men een vrouwelijke kandidaat op een semi-verkiesbare plaats heeft gezet, is met name de kerkelijke samenstelling van de lijst opvallend. De voorgestelde kandidatenlijst maakt wel duidelijk dat het kader van de ChristenUnie in kerkelijk opzicht heel sterk afkomstig is uit de Christelijke Gereformeerde Kerken, de Nederlands Gereformeerde Kerken en (vanzelfsprekend) de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. Alle verkiesbare en semi-verkiesbare plaatsen op de lijst worden door mensen uit deze drie kerken bezet. De RPF mocht dan een groot aantal hervormde kiezers trekken en haar best doen om ingang te vinden in evangelische kring, onder het partijkader is hun aandeel zeer beperkt. Dat is nog geen reden om van discriminatie te spreken. Onder gereformeerden is er nu eenmaal een sterkere traditie om actief te zijn, en met name politiek actief te zijn, dan in andere kerkelijke kringen het geval is. |
![]() |