Voorpagina16 januari 2001

Dossier Crisis Midden-Oosten

Kritiek EU op executies verworpen

Weer verdachte
van collaboratie
doodgeschoten

Van onze buitenlandredactie
RAMALLAH – Gemaskerde mannen hebben gisteren een Palestijn vermoord die ervan wordt verdacht met de Israëli's te hebben samengewerkt. Het is de tweede keer in enkele dagen dat Palestijnse collaborateurs worden gedood.

De man werd doodgeschoten in de deuropening van zijn huis in Bruqeen, nabij Nablus op de Westelijke Jordaanoever. Dergelijke afrekeningen zijn relatief zeldzaam. Tot dusver waren sinds de Palestijnse opstand in september vorig jaar begon twee mannen vermoord wegens samenwerking met de Israëli's, liet de Palestijnse Autoriteit weten.

Het Palestijnse gezag biedt collaborateurs die zichzelf aangeven en hun banden met Israël onthullen gratie. Dat heeft de minister van Justitie, Freih Abu Meddein, bekendgemaakt. De amnestietermijn duurt 45 dagen.

Afgelopen zaterdag executeerde de Palestijnse Autoriteit twee mannen wegens collaboratie. De executie zou zijn bedoeld als waarschuwing, zo liet de regering weten.

Abu Meddein verwerpt de kritiek van de Europese Unie op de terechtstellingen. Hij zei dat Brussel beter de executies door Israël van Palestijnse activisten kan veroordelen. „Wij hebben het gevoel dat het zwijgen van de EU over Israëlische sluipmoorden een stilzwijgende goedkeuring is”, aldus de minister.

De Palestijnse veiligheidsdiensten hebben recentelijk hun inspanningen om collaborateurs op te sporen geïntensiveerd. Israël ontkent dat het een actieve politiek voert om Palestijnse politieke leiders te vermoorden. Wel geven de Israëliërs toe Palestijnen uit te schakelen die aanslagen op Israël voorbereiden.

„Slag voor vredesproces”
Woedende Israëli's staken na de moord op de Joodse kolonist in de omgeving van de nederzetting Kfar Yam gisteren een kas van Palestijnen in brand, gooiden de ruiten van een Palestijnse taxi in en trokken in de lucht schietend door een Palestijnse buurt.

De Joodse kolonist werd gisterochtend dood aangetroffen op een citrusplantage die behoort tot de nederzetting Kfar Yam. Uit woede om de dood van de kolonist zegde de Israëlische regering een overlegronde met de Palestijnen af en werd opnieuw een blokkade van de Gazastrook ingesteld.

De Israëlische onderminister van Defensie, Ephraim Sneh, zei dat Palestijnse veiligheidsfunctionarissen betrokken zijn geweest bij het zoeken naar de kolonist, Roni Tsalah. Zijn ontvoering was buiten medeweten van de Palestijnse autoriteiten uitgevoerd. Volgens de Israëlische radio is de verantwoordelijkheid opgeëist door de radicale islamitische groep Hamas.

Premier Ehud Barak noemde de moord „een verschrikkelijke slag voor het vredesproces.” Een ontmoeting tussen de Israëlische minister van Buitenlandse Zaken, Shlomo Ben-Ami, en de Palestijnse parlementsvoorzitter, Ahmed Qureia, die gisteren op het programma stond, werd door Israel opgeschort. Afgelopen zaterdag hadden oud-premier Shimon Peres en de Palestijnse leider Yasser Arafat nog onderhandeld over het opstellen van een overzicht met principes dat gebruikt zou kunnen worden als uitgangspunt voor verder overleg.

Op de Westelijke Jordaanoever overleed een 10-jarig Palestijns jongetje dat eerder deze maand levensgevaarlijk gewond was geraakt door kogels van Israëlische militairen. Bij het dorp Kfar Salem op de Westoever raakte een Joodse kolonist gewond toen zijn konvooi werd beschoten. Bij het vijftien weken durende Palestijns-Israëlische geweld zijn 367 mensen omgekomen, verreweg de meesten Palestijnen.