Moslim mag drank
schenken weigeren

Dat heeft de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) bepaald. De stagiaire, die in opleiding was voor verzorgende, is moslim. Ze gaf bij het begin van haar stage aan dat ze op grond van haar geloof weigerde mannen te wassen, varkensvlees aan bewoners te geven en alcohol te schenken. Naderhand trok ze haar bezwaren tegen het wassen van mannen en het uitdelen van varkensvlees in. Maar drank schenken bleef voor haar onbespreekbaar.

„Alles of niets”
Een stagebegeleider had haar vervolgens gevraagd of ze van het schenken van alcohol een hartaanval zou krijgen. En: „Is jouw geloof belangrijker dan jouw studie?” Ook werd haar gezegd dat het bij een stage „alles of niets is”. De stagiaire zag zich toen gedwongen de stage te beëindigen.

De commissie vindt dat het verzorgingshuis zich schuldig heeft gemaakt aan direct onderscheid op grond van godsdienst. Dat over het gebruik en aanbieden van alcohol in moslimkringen verschillend wordt gedacht, doet er niet toe. Volgens de commissie is het een feit van algemene bekendheid dat de islam het gebruik van alcohol verbiedt. De stagiaire mag zich in dit geval beroepen op de Algemene wet gelijke behandeling.

De commissie betrekt ook nog in haar beschouwing dat het schenken van alcohol slechts incidenteel voorkomt, waardoor de stagiaire niet moeilijker inpasbaar was. De denigrerende opmerkingen aan het adres van de stagiaire noemt de commissie „nodeloos grievend.”