Voorpagina 23 november 2000

Dossier Euthanasie

Commissie kan „foutje” laten passeren

„Euthanasie mag
ook bij alzheimer”

Van onze redactie politiek
DEN HAAG – Mensen die de ziekte van Alzheimer ontwikkelen en aan dat vooruitzicht ondraaglijk lijden, mogen al in een vroeg stadium euthanasie laten plegen. Angst voor aftakeling en een ontluisterende persoonlijkheidsverandering is in de visie van minister Borst van Volksgezondheid een reden om via ingrijpen van een arts het leven te beëindigen.

Borst vindt alzheimer, de meest voorkomende vorm van dementie, een speciaal soort lijden, met een heel ander karakter dan andere ziekten. „Je raakt jezelf kwijt in dat sluimerende en verergerende proces. Het besef van een nabije, totale ontluistering kan bij sommigen ondraaglijk lijden veroorzaken”, zei Borst gisteren tijdens het debat over de euthanasiewet.

De minister noemde twee stadia belangrijk bij dementeren. Het eerste is de periode waarin een patiënt nog beseft dat hij aftakelt en dit niet kan verdragen. Het tweede stadium is de situatie die iemand van tevoren in een wilsverklaring als onaanvaardbaar heeft omschreven. Beide situaties kunnen volgens Borst een reden zijn om het leven door een arts te laten beëindigen. Een schriftelijke wilsverklaring kan echter nooit een opdracht zijn tot euthanasie, hooguit een indicatie, aldus Borst.

Klaar met leven
Het kabinet wil niet dat mensen die „klaar zijn” met het leven ook aanspraak kunnen maken op levensbeëindiging met behulp van een arts. „Daar zeggen we ondubbelzinnig nee tegen”, zei minister Korthals van Justitie. Er moet altijd sprake zijn van zowel ondraaglijk als uitzichtloos lijden. Deze twee begrippen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Mensen die levensmoe zijn, moeten op een andere manier worden geholpen, vindt hij. Die toestand valt niet binnen het bestek van deze wet.

De rechtbank in Haarlem heeft in de zaak-Brongersma ten onrechte een „knip” aangebracht tussen ondraaglijk en uitzichtloos lijden, stelde Korthals. De oud-politicus wilde dood, omdat het leven hem niets meer te bieden had. Zijn huisarts is onlangs ontslagen van rechtsvervolging. „De wens van een patiënt, hoe oprecht ook, kan niet worden ingewilligd zonder overtuiging van de arts van zowel uitzichtloos als ondraaglijk lijden.”

Verpleegkundigen
Korthals zei ook dat de toetsingscommissies niet per se het openbaar ministerie hoeven in te lichten als een arts niet aan alle zorgvuldigheidseisen heeft voldaan. „Bij een klein foutje hoeft dit niet”, zei hij. Niet alle eisen wegen even zwaar. „De toetsingscommissie moet die afweging zelf maken”, stelde Korthals.

Het CDA en de kleine christelijke fracties vinden deze opstelling inconsequent. „Dit raakt het hart van het wetsvoorstel. Het is logischer dat het openbaar ministerie de zaak wel onderzoekt, maar seponeert wanneer blijkt dat een arts juist handelde”, zei Van der Vlies (SGP).

Verpleegkundigen met gewetensbezwaren hoeven volgens minister Borst niet bang te zijn dat zij worden gedwongen toch mee te werken. „Een verpleegster mag alle medewerking aan euthanasie weigeren. Zij moeten daarin door de leiding van het ziekenhuis worden gesteund. Daar zal ik de ziekenhuizen in een brief nogmaals op wijzen”, aldus Borst.