Op één dag acht mensen omgekomen

Escalatie van geweld
Israël en Palestijnen

Met acht doden op één dag was het gisteren een bloedig dieptepunt sinds de Palestijnen op 28 september besloten massaal tegen de Israëlische bezetting te betogen.

Drie Israëlische slachtoffers zaten in auto's die 's middags door onbekenden werden beschoten op een weg tussen de nederzettingen Ofra en Shilo. Acht mensen raakten gewond. Een van de aanslagen was gericht tegen een Israëlische legerbus waarin militairen zaten die auto's van kolonisten begeleidden. Het vierde Israëlische slachtoffer was een vrachtwagenchauffeur wiens voertuig later werd beschoten bij Kissufim in de Gazastrook.

In Khan Yunis in het zuiden van de Gazastrook schoot het Israëlische leger twee Palestijnse stenengooiers dood. De slachtoffers waren zestien en zeventien jaar oud. Sinds het geweld op 28 september losbarstte zijn zeker 206 mensen omgekomen, meest Palestijnen die het leven lieten bij botsingen met legereenheden.

Bij de plaats Qalqilya op de Westelijke Jordaanoever werd 's avonds een Palestijnse politieman bij een treffen met Israëlische militairen doodgeschoten. Een 17-jarige Palestijn overleed in een Israëlisch ziekenhuis aan schotwonden die hij zaterdag had opgelopen.

De Israëlische premier Ehud Barak veroordeelde de Palestijnse aanvallen als een schending van het recente akkoord van Sharm el-Sheikh over beëindiging van het geweld.

Bij de onlusten van de afgelopen weken hebben Palestijnen herhaaldelijk Israëlische doelen onder vuur genomen, maar dat gebeurde doorgaans 's nachts en vanuit gebieden die in handen zijn van de Palestijnen. De aanvallen van gisteren werden uitgevoerd op klaarlichte dag in gebied dat wordt beheerst door het Israëlische leger.

Volgens een Israëlische legercommandant was het geweld een gevolg van het recente besluit van de Palestijnse Autoriteit om gevangenzittende extremisten vrij te laten.

De commandant op de Westoever van de Fatah-beweging van de Palestijnse leider Yasser Arafat, Marwan Barghouti, riep de Palestijnen op om deze week de strijd te verplaatsen van de Palestijnse gebieden naar de delen van de Westoever die worden beheerst door het Israëlische leger.

Demarcatielijnen
Premier Barak hoopt dat de Verenigde Staten en de Europese Unie met hem van mening zijn dat het Palestijnse geweld drastisch dient af te nemen, wil het vredesoverleg worden voortgezet. Volgens Baraks naaste medewerkers is de Amerikaanse president Clinton, met wie hij zondag besprekingen voerde, dat met hem eens.

De Israëlische onderminister van Defensie, Ephraim Sneh, zei gisteren in Washington dat, om de veiligheid van Israëliërs beter te garanderen, binnenkort „duidelijke demarcatielijnen” zullen worden getrokken. Volgens Sneh moet er in de Gazastrook en op de Westelijke Jordaanoever een duidelijke scheiding worden aangebracht tussen Israëlische burgers en militairen aan de ene kant en de Palestijnen aan de andere kant.

De Organisatie van de Islamitische Conferentie (OIC) heeft haar zondag begonnen top in het Qatarese Doha afgesloten met een verzoek van deelnemende landen aan lidstaten om de diplomatieke banden met Israël te verbreken. De oproep was minder fel dan de verklaring die met name de Syriërs hadden geëist. De Syrische president Bashar Assad verliet de top eerder dan gepland, kennelijk uit protest tegen de afgezakte anti-Israëlische verklaring.