Voorpagina 3 november 2000

Dossier Crisis Midden-Oosten

Regering stelt Palestijnse leiding ultimatum

Israël treft maatregelen
na aanslag Jeruzalem

Van onze buitenlandredactie
JERUZALEM – De Israëlische politie en strijdkrachten zijn in opperste staat van paraatheid gebracht. Twee Israëliërs kwamen gisteren om het leven toen in Jeruzalem een autobom ontplofte. De Palestijnen krijgen een dag de tijd om het geweld te stoppen. Moslimmilitanten eisten gisteren de verantwoordelijkheid voor de terreurdaad op. De vrees leeft dat meer aanslagen zullen volgen.

Bij markten, winkelcentra, drukke busstations en andere openbare plaatsen zijn de veiligheidsmaatregelen aangescherpt, vooral in de Israëlische hoofdstad, Jeruzalem. Bovendien kregen alleen Palestijnen van 45 jaar en ouder vandaag toestemming naar het vrijdaggebed te gaan op de Tempelberg in het oude deel van de stad.

Israël heeft de Palestijnse leiding een dag de tijd gegeven om uitvoering te geven aan de wapenstilstand waarover in de nacht van woensdag op donderdag een akkoord was bereikt, meldde de Israëlische radio vanochtend. De regering lijkt te willen afwachten of deze dag rustig verloopt. In de Palestijnse gebieden is het de afgelopen weken na het vrijdaggebed telkens tot ongeregeldheden gekomen. Vandaag werd dan ook gezien als testcase voor het akkoord dat de Israëlische oud-premier Peres en de Palestijnse leider Arafat hebben gesloten.

De veiligheidsadviseur van de Israëlische premier Barak, Danny Yatom, zei vanochtend de indruk te hebben dat de Palestijnse leiding haar best doet een einde te maken aan de ongeregeldheden. Hij gaf toe dat er nog wordt geschoten en dat er gevechten plaatsvinden. Maar hij zei dat de Palestijnen zich volgens zijn inschatting inzetten voor herstel van de rust. „Helaas zijn hun pogingen niet succesvol. Maar het is mogelijk dat wij in de komende uren of dagen effectievere pogingen zullen zien en betere resultaten.”

Islamitische Jihad
De overeenkomst tussen Peres en Arafat werd gisteren meteen zwaar op de proef gesteld toen rond 15.00 uur in een nauw straatje op 200 meter van de drukke Mahane Yehuda-markt in West-Jeruzalem een autobom ontplofte. De explosie kostte twee voorbijgangers het leven, elf personen raakten licht gewond. De omgekomen vrouw was Ayelet Hashahar Levy, de 24-jarige dochter van een prominente politicus, Yitzhak Levy van de Nationale Religieuze Partij, die Joodse kolonisten steunt. Bij haar begrafenis waren gisteravond verscheidene kopstukken uit de Israëlische politiek aanwezig.

Een groep die zich de militaire vleugel van de Islamitische Jihad noemt eiste de verantwoordelijkheid voor de aanslag op.

De Amerikaanse president Bill Clinton zei dat de aanslag alle betrokken partijen eraan herinnert „dat er mensen zijn die de vrede door terreurdaden willen vernietigen.” Clinton zei dat dit niet mag gebeuren en maande „degenen die in vrede geloven” de rijen te sluiten. „Wij weten dat het niet gemakkelijk zal zijn.”

Gisteren zouden Barak en Arafat gelijktijdig oproepen een einde te maken aan het geweld. Maar geen van beiden heeft dat gedaan. De Israëlische regering gaf een schriftelijke verklaring uit waarin beide partijen worden opgeroepen de vijandelijkheden te staken. Arafat volstond met een veroordeling van de bomaanslag in Jeruzalem.

In de Palestijnse gebieden kwam het gisteravond opnieuw tot ongeregeldheden. Op de Westelijke Jordaanoever schoten Israëlische militairen twee Palestijnen dood. Ook op de Gazastrook werd weer gevochten.

De leider van de militante groep Hamas, sjeik Ahmed Yassin, zei dat de Palestijnse opstand zal doorgaan omdat de volkswoede tegen Israël niet door Arafat beteugeld kan worden.