Voorpagina 24 oktober 2000

Dossier Israël

Onrust in Palestijnse gebieden houdt aan

Barak praat met
Likud over coalitie

Van onze buitenlandredactie
JERUZALEM – De Israëlische premier Ehud Barak is gisteren met de conservatieve Likud-partij van Ariel Sharon om de tafel gaan zitten om te onderhandelen over de vorming van een regering van nationale eenheid. Als de coalitiebesprekingen slagen, dan zal het Israëlisch-Palestijnse vredesproces vermoedelijk voor vele maanden stilliggen.

Tot nu toe weigerde Likud in de regering van Barak te stappen, omdat de partij het niet eens is met de toezeggingen die Barak de Palestijnen heeft gedaan bij de laatste vredesbesprekingen. Nu Barak zondag echter tot grote woede van de Palestijnse leider Yasser Arafat en tot ongenoegen van de Amerikaanse president Bill Clinton heeft verklaard een time-out te nemen in het vredesproces, lijkt regeringsdeelname van de Likud dichterbij te zijn gekomen.

Vooralsnog heeft het overleg met Sharon gisteren niets opgeleverd. Volgens een woordvoerder zou vandaag verder worden gepraat.

Barak moet een bredere parlementaire basis zoeken voor zijn regering. Zijn huidige coalitie kan in de Knesset slechts op de vaste steun rekenen van dertig van de 120 parlementsleden. De afgelopen maanden was dat geen probleem omdat de Knesset met zomerreces was, maar zondag komt het Israëlische parlement voor het eerst weer bijeen. Behalve met Likud gaat Barak ook in gesprek met de voormalige coalitiegenoten Shas en Meretz. Shas is de uiterst conservatieve partij van de orthodoxe Joden, terwijl Meretz een progressieve partij is.

Geweld
In de Palestijnse gebieden is het nog altijd onrustig. Het Israëlische leger sloot gisteren het Palestijnse Beit Jalla van de buitenwereld af, nadat Palestijnen zondagavond vanuit de stad op de Westelijke Jordaanoever het vuur hadden geopend op het naburige Gilo, een Joodse wijk aan de zuidrand van Jeruzalem. Het leger voerde in reactie daarop vanuit de lucht en vanaf de grond beschietingen uit op Beit Jalla, waarbij een fabriek werd verwoest en verscheidene huizen werden beschadigd. Honderden inwoners van Beit Jalla en het aangrenzende vluchtelingenkamp Aida zijn naar elders uitgeweken.

Volgens de Israëlische stafchef Shaul Mofaz moet de blokkade van Beit Jalla voorkomen dat gewapende Palestijnen de stad binnenkomen. De buurgemeente Bethlehem is nog wel toegankelijk, zei Mofaz. Als gevolg van de Israëlische beschietingen kwam zowel Beit Jalla als Bethlehem zonder stroom te zitten.

Gisteravond werd Gilo opnieuw vanuit Beit Jalla onder vuur genomen. Het vuur werd door de Israëlische politie beantwoord. De inwoners van de huizen in Gilo die uitkijken op Beit Jalla kregen van de politie opdracht alle lichten uit te doen. Generaal Benny Ganz, de commandant van de Israëlische troepen op de Westoever, zei dat zijn eenheden nog altijd zeer beperkt reageren op het Palestijnse geweld. „Maar als iets drastischers geboden is, weten we ook heel goed hoe we dat moeten doen”, aldus Ganz, die zei nog altijd contact te onderhouden met de Palestijnse commandanten, maar er eigenlijk geen vertrouwen meer in te hebben dat zij erin zullen slagen het geweld in te dammen.

Een van de chefs van de Palestijnse veiligheidstroepen, Jibril Rajoub, zei dat Israël verantwoordelijk is voor het huidige vijandige klimaat. „Ik denk dat we de straat onder controle kunnen krijgen als de algehele sfeer, als het politieke klimaat hoopvol is, als tegemoet wordt gekomen aan de aspiraties van het Palestijnse volk”, aldus Rajoub.

„De situatie is echt aan het verslechteren. Het ergste is nog niet gebeurd”, luidde het weinig hoopvolle commentaar van Saeb Erekat, een van de hoofdonderhandelaars in de vredesbesprekingen met Israël.

In Nablus overleden gisteren twee jonge Palestijnen aan de gevolgen van de verwondingen die ze eerder in de onlusten hadden opgelopen. Beide tieners (15 en 17 jaar oud) waren door Israëlische kogels in het hoofd getroffen. Drie weken van geweld hebben aan 115 Palestijnen en Israëlische Arabieren het leven gekost en aan acht Joodse Israëliërs.

In de Gazastrook kwam het gisteren weer tot confrontaties tussen Israëlische veiligheidstroepen en Palestijnse betogers. Volgens ziekenhuisbronnen vielen er onder de Palestijnen 36 gewonden. De Israëlische autoriteiten sloten gisteren opnieuw de luchthaven van Gaza, waardoor de bewegingsvrijheid van de Palestijnen nog verder werd ingeperkt. „Wij beschouwen dit als weer een stap in de harde belegering van het Palestijnse volk”, luidde de reactie van Salman Abu Halib, de directeur van Palestinian Airlines.

De Israëlische regering maakte gisteren bekend de komende vier jaar meer dan 2,5 miljard gulden uit te trekken voor de ontwikkeling van de Arabische gemeenschappen in Israël. Met het geld zullen de Arabische scholen worden verbeterd en worden industrieterreinen opgezet die voor banen moeten zorgen. De een miljoen Arabieren in Israël klagen er al jaren over dat de opeenvolgende regeringen te weinig voor hen doen. De afgelopen weken hebben velen van hen zich achter de opstandige Palestijnen geschaard. Zeker tien Israëlische Arabieren zijn omgekomen bij de onlusten.

Marokko heeft besloten het Israëlische verbindingskantoor in Rabat en zijn eigen vertegenwoordiging in Tel Aviv te sluiten. Het Marokkaanse ministerie van Buitenlandse Zaken zei dat het besluit het gevolg is van het mislukken van het Palestijns-Israëlische vredesproces.

In de Franse stad Marseille is een synagoge het doelwit geworden van een aanslag met een molotovcocktail. De zelfgemaakte benzinebom ontbrandde gisteren echter niet. Het anti-Joodse geweld in Frankrijk begon na het losbreken van de onlusten in de Palestijnse gebieden. Bij de meeste aanslagen ging het om molotovcocktails die naar synagogen werden gegooid.