Zie ook: Dossier Opheffing bordeelverbod Middelburg vrijwaart dorpen van prostitutie Veenendaals college valt op bordeelbeleid 15 september 2000 Krimpenerwaard bundelt krachten voor bordeelbeleid 15 september 2000 Worsteling bracht Veenendaler tot stem tegen bordelen
CDA-wethouder: Dit was geen gedraaiDoor A. J. Regterschot VEENENDAAL Inconsequent vindt hij zijn handelwijze niet. Principieel wel. Ik sta voor de volle honderd procent achter mijn besluit, zo zegt de Veenendaalse wethouder T. van Herpen. De CDA'er steunde aanvankelijk het collegebesluit om één sekshuis toe te staan. Later veranderde hij van standpunt en ging hij voor de nuloptie. Coalitiepartij VVD betichte hem van oncollegiaal bestuur en trok haar twee wethouders terug. Onterecht, zo meent Van Herpen. De VVD kan mij niet vragen een principieel standpunt te wijzigen. Het zo veel mogelijk terugdringen van bordelen was aanvankelijk de wijze waarop de meerderheid van het Veenendaalse college met het prostitutiebeleid wilde omspringen. Eén bordeel toelaten en door middel van een zogenaamd paraplubestemmingsplan de vestiging van meer bordelen tegengaan, leek het uitgangspunt. Na de opheffing van het bordeelverbod op 1 oktober zou er immers geen mogelijkheid meer zijn voor een totaalverbod. B en W van Veenendaal stelden daarom voor een bestaand bordeel in de gemeente te tolereren en een escortbureau te sluiten zodra de huidige eigenaar stopt. Hoewel er binnen het college in eerste instantie overeenstemming was over de te volgen lijn, gold dat nog niet voor de raad. Een meerderheid van de leden leek op voorhand al tegen het toelaten ook maar één sekshuis. De CDA-fractie besloot tijdens het fractieberaad afgelopen maandag tegen het collegevoorstel te stemmen. CDA-wethouder Van Herpen nam van dat besluit kennis, maar had reeds zijn conclusies getrokken: hij zou het collegevoorstel evenmin steunen. Reden voor de VVD om het vertrek van de partij uit het college aan te kondigen als Van Herpen voet bij stuk zou houden. Worsteling Volgens Van Herpen komt zijn besluit om tegen te stemmen niet uit de lucht vallen. Er is een worsteling aan voorafgegaan. Op het moment dat het collegevoorstel totstandkwam, leek je tegen de wet in te gaan wanneer je bordelen zou verbieden. Als CDA-man heb ik dan de stelling dat ik daar niet tegenin mag gaan. In de kranten tekende zich de afgelopen maanden geleidelijk toch een mogelijkheid af om bordelen te verbieden. Dat was voor mij de aanleiding de grenzen van wat je als gemeente kunt doen, af te tasten. Wanneer dan uit jurisprudentie blijkt dat verbieden van bordelen niet mogelijk is, moet je dat volgen. Van Herpen noemt de manier waarop hij door de VVD is bejegend bijzonder kwalijk. Het gaat hier om een principieel besluit. Dat heeft niets met gedraai te maken. Partijgenoten in andere gemeenten zeggen dat de nuloptie onhaalbaar en riskant is. Hoe kan het dat u zo'n radicale wijziging maakt, met deze gevolgen? Van Herpen: Toen ik mijn standpunt wijzigde was de zaak nog niet op de spits gedreven. Nu dat wel gebeurt, verandert dat niets aan mijn besluit. Sommige partijgenoten worstelen denk ik met hetzelfde probleem. Uiteindelijk moet je een beslissing nemen. Dat is niet makkelijk. In dit soort principiële zaken moet je voorzichtig zijn met standpuntbepaling en standpuntwijziging. Vanwege de gevoeligheid van het onderwerp, vind ik het ook gerechtvaardigd dat je besluit te heroverwegen als er andere feiten aan de orde zijn. Ik voel dan ook de plicht om dat te doen. Hoewel de VVD haar ongenoegen over Van Herpens besluit duidelijk kenbaar maakte, zijn de verhoudingen tussen B en W binnen het college volgens de wethouder goed. We hebben gelukkig onderling buitengewoon veel respect voor elkaar. Er is nogal een groot verschil in hoe we als collegeleden elkaar bejegenen en hoe de buitenwacht omgaat met meningen van individuen. We hebben deze week samen gekeken naar andere opties. Ook op het moment dat VVD-fractie de publiciteit zocht is er nog gesproken over oplossingen. Op een gegeven moment stonden de meningen echter zo lijnrecht tegenover elkaar dat we er niet meer uitkwamen. Hoe nu verder? Is een confessionele coalitie met daarin de ChristenUnie, het CDA en de SGP volgens u een optie? De nog zittende collegepartijen moeten op zoek naar de beste en snelste oplossing voor de vorming van een nieuw college. Ik verwacht dat er volgende week gesprekken komen met alle fracties. De ChristenUnie zal daarin als grootste partij het voortouw moeten nemen. Binnen het college is daarover nog niet gesproken. Op voorhand sluit ik deelname van geen enkele christelijke partij aan de coalitie uit. Ik vraag me wel af of een confessionele meerderheid binnen het college verstandig is. Zeker als ik kijk naar de verhoudingen in de raad. Twee jaar geleden is ook besloten dat het college daarvan een afspiegeling moet vormen.
Snelle opvulling De CDA'er verwacht niet dat de VVD-wethouders terug zullen komen. Dat is natuurlijk afwachten. Als christen-democraat sluit ik niemand uit, maar de manier waarop die partij te werk is gegaan, roept de vraag op of het wel nuttig is dat zij de resterende raadsperiode nog in het college vertegenwoordigd is. Belangrijk is dat de lege plaatsen snel en verantwoord worden opgevuld. Door welke partij dat gebeurt is nog afwachten. |