Voorpagina 6 juni 2000

Van der Tang optimistisch over rol Baan onder Britse vlag

„Ik ben een leider
in ontwikkeling”

Door H. van den Berge en H. de Boer
Laurens van der Tang, de nieuwe topman van Baan Company, heeft er zin in. Onder de vleugels van de Britse elektroreus Invensys kan de Veluwse automatiseerder eindelijk in alle rust doen waar hij goed in is: in alle rust software bouwen en verkopen. En –binnen bepaalde grenzen– nog zelfstandig ook. Portret van een techneut die zichzelf ziet als een peoplemanager, bij wie op zondag het antwoordapparaat wordt ingeschakeld en die het baas-zijn nog moet leren: „Ik ben een leider in ontwikkeling.”

Hij mag wat droog overkomen, in ieder geval veel minder flamboyant dan zijn voorgangers Jan Baan en Mary Coleman, maar zonder humor is Van der Tang bepaald niet. De fotosessie voor het hoofdkantoor van Baan in Barneveld ondergaat hij opgewekt. „De zon gaat op boven Baan”, grimast hij met een blik op de loodgrijze lucht waaruit de eerste druppels van die dag naar beneden komen vallen.

Maar goed, het werd ook eens tijd voor een grap. Sinds lange tijd valt er immers weer wat te lachen bij Baan Company. Het Britse Invensys heeft zich opgeworpen als de redder in nood, al moeten de zaken bij Baan volgens Van der Tang niet somberder worden voorgesteld dan ze in werkelijkheid zijn. In zijn optiek zijn de rampscenario's die de afgelopen maanden opgeld deden, enigszins overdreven. „Er waren inderdaad problemen met de vermogenspositie van Baan. Maar dat is natuurlijk nog iets anders dan dat het bedrijf failliet dreigde te gaan. Daar waren we niet direct bang voor. Baan heeft een enorm klantenbestand. Die bedrijven hebben nieuwe producten nodig en ook de onderhoudscontracten leveren werk voor ons op.”

Van der Tang praat over Baan als een oudgediende, al is hij nog maar 35 jaar. Zijn conduitestaat vermeldt ook maar één bedrijf: Baan. Hij groeide op in Vlaardingen, bezocht de Guido de Brès-school in Rotterdam en studeerde –hoger distributieonderwijs– aan de heao in Arnhem. En toen kwam in 1987 de Veluwse automatiseerder in beeld. „Toevallig, zoals bij zovelen”, weet hij nog.

Van der Tang begon als medewerker van de serviceafdeling. Hij begeleidde klanten bij de implementatie van Baan-software. Vervolgens werkte hij enige tijd bij de verkoopondersteuning, waarna de jonge manager in 1991 de kar van de ontwikkelingsafdeling ging trekken. Die club telt vandaag de dag 1500 mensen, waarvan 400 tot 500 in India, 600 tot 700 in Nederland en de rest all over the world. Vorig jaar werd Van der Tang officieel benoemd tot lid van de raad van bestuur, met bijzondere verantwoordelijkheden voor research and development.

In zijn kantoor gaat hij er eens rustig voor zitten. Op een lage kast staan verschillende 'oorlogstrofeeën', waaronder een schaalmodel van een Boeing 747-400 en twee beschilderde klompen met het IBM- en Baan-logo. Aan de muur vijf foto's, vier jongens en een meisje. Kinderen van Van der Tang.

Baan is de afgelopen maanden met verschillende partijen in gesprek geweest, wil hij wel kwijt. „Er waren zes serieuze kandidaten.” Nee, geen namen. Op het noemen van het bekende rijtje van IBM, SAP, Peoplesoft en Oracle reageert hij nauwelijks. „Daar kan ik geen uitspraken over doen. Het waren buitenlandse ondernemingen, ja.”

Daarnaast hield het Baan-management rekening met de mogelijkheid om als zelfstandig bedrijf door te gaan. „We hadden een compleet businessplan op de plank liggen. Maar het herstel zou dan wel langer hebben geduurd dan nu met de overname door Invensys.”

De Britse onderneming kwam vorige week woensdag met een bod op Baan en heeft 2,85 euro per aandeel over voor het Nederlandse concern, omgerekend zo'n 1,7 miljard gulden. Als 95 procent van de aandelen wordt aangemeld, is de overname een feit.

Vindt u het bod niet aan de lage kant, met name voor beleggers die nog niet zo langgeleden wellicht meer dan 40 euro per aandeel hebben moeten neertellen?

„Wij denken dat het een fair offer is. Gegeven de omstandigheden is dit voor iedereen een goed bod, dat uiteindelijk neerkomt op twee keer de verwachte omzet van dit jaar.” Van der Tang biedt, evenals de andere leden van de raad van bestuur, zijn aandelenpakket aan de Britten aan. „We verwachten dat de 95 procent gehaald zal worden.”

De Britten hebben Baan benaderd, onthult de nieuwe Baan-president. „Dat bedrijf was actief op zoek naar een partner die hun softwaretoepassingen zoals wij die maken, kon bieden.” Invensys is een partner van formaat, vindt Van der Tang. Vooral de motivatie voor de aankoop bevalt hem. „De Britten kopen Baan omdat zij het bedrijf zien als een groei-opportunity. En daar willen ze in investeren.” Ook de verzekering dat Baan een bepaalde mate van zelfstandigheid behoudt, is goed gevallen in Barneveld.

Invensys, met een hoofdkwartier in Londen, is anderhalf jaar geleden ontstaan uit een fusie van BTR en Siebe, ondernemingen die beide actief zijn op het gebied van industriële uitrusting. Allen Yurko, een 48-jarige Amerikaan, staat aan het roer van deze kolos met wereldwijd 100.000 werknemers, een omzet van bijna 25 miljard gulden en een beurswaarde van ruim 30 miljard.

Invensys telt nu vier divisies. Intelligent Automation produceert onder meer aandrijfmotoren, bagagebanden en pneumatische besturingssystemen voor grote bedrijven. Industrial Drive Systems verzorgt gespecialiseerde machines en geautomatiseerde systemen voor de zware industrie. Power Systems regelt de energievoorziening van ondernemingen en Controls levert onder meer airco's voor huizen en kantoren.

Baan Company wordt ondergebracht in een nieuwe poot. Deze divisie, Invensys Software and Systems (ISS) geheten, is goed voor een geschatte omzet van ruim 2 miljard dollar. Het grote voordeel van grote broer Invensys is volgens Van der Tang dat een hoop onzekerheid in één klap is verdwenen. „De vragen rondom de continuïteit van Baan zijn vrijwel onmiddellijk van de baan. Dat is in onze markt, waar bedrijven met de aanschaf van softwaretoepassingen langetermijnbesluiten moeten nemen, heel belangrijk.”

De totale ISS-divisie telt straks 12.000 mensen. Invensys-topman Yurko kondigde vorig week aan dat duizend arbeidsplaatsen komen te vervallen. „Een deel daarvan betreft Baan-personeel. Dat is het enige dat op dit moment bekend is”, aldus Van der Tang. Baan Company telt nu 4500 werknemers, van wie er ruim duizend in Nederland werken.

Baan en Invensys vullen elkaar prima aan. Van der Tang: „Invensys automatiseert alles wat op de werkvloer van een productiebedrijf gebeurt. Baan-producten richten zich met name op het automatiseren van administratieve en logistieke processen én op interactie met andere bedrijven. Wij vormen dus een prima aanvulling op het bestaande assortiment.”

Jan Baan betoogde vorig week dat de nieuwe combinatie een serieuze concurrent wordt van marktleider SAP.

„Ja, absoluut. Als je kijkt naar de totale oplossing die wij kunnen aanbieden binnen Invensys, dan is dat iets wat geen van onze concurrenten kan doen.”

Een voordeel van de overname door Invensys vindt Van der Tang ook dat de naam Baan als merknaam behouden blijft. De nieuwe topman gelooft niet dat die naam door de aanhoudend negatieve publiciteit is beschadigd. „Juist in onze markt heeft Baan nog steeds een positief imago. Er zijn tal van successtory's te noemen van klanten die dankzij ons product in staat zijn geweest hun bedrijfsvoering en daarmee de resultaten te verbeteren.”

Hoe reageerde het personeel op de plannen van de Britten?

„Binnen het bedrijf heerste veel onzekerheid over wat er met Baan zou kunnen gebeuren. Afgelopen woensdag is daarom vrij enthousiast gereageerd op de aankondiging. De meeste mensen zijn blij dat we opgenomen worden door een sterke partner die de cultuur van dit bedrijf wil respecteren.” Van der Tang prijst zijn personeel, dat zo lang geduld heeft geoefend. „Wij hebben heel veel toegewijde medewerkers, wat zeker in de IT-branche helemaal niet zo gebruikelijk is.”

Wat is er afgesproken over die Baan-cultuur?

Van der Tang, zelf lid van de Gerefomeerde Gemeenten in Nederland, moet diep nadenken over een antwoord. „In de onderhandelingen hebben we verschillende keren uitgelegd wat de specifieke kenmerken van Baan zijn. Zo voeren we als bedrijf een vrij strikt beleid om zondagswerk te voorkomen. Invensys heeft aangegeven dat te willen respecteren.”

De president geld als boegbeeld van een onderneming. Stel dat er een megaorder in de pijplijn zit en Invensys belt op zondag naar de topman van Baan. Krijgen ze dan het antwoordapparaat?

„Jazeker. Maar dat gold voor mij ook al in de oude situatie. Dat hoeft in mijn optiek absoluut niet tot onoverkomenlijke problemen te leiden. Veel bedrijven hebben meestal begrip voor je standpunt, als je het maar op tijd duidelijk maakt.”

Van de geschiedenis kun je leren, geeft Van der Tang toe. Maar veel zin om uitvoerig terug te blikken op een roerige Baan-periode, waarin het softwareconcern van beurslieveling afzakte naar paria, heeft hij eigenlijk niet. „Ik heb er geen behoefte aan om af te geven op voorgaande managers of op wat dan ook. We zijn waar we zijn en we moeten nu bouwen aan de toekomst.”

Dat Baan zwakke punten had, geeft Van der Tang na enig aandringen wel toe. „We zijn altijd een heel opportunistisch bedrijf geweest dat snel groeide en snel inspeelde op nieuwe mogelijkheden. Door die snelle groei was het voor Baan goed geweest als we op kritische momenten een strakker geleid bedrijf waren geweest.”

Hoe dat dan had gemoeten, weet Van der Tang ook niet precies. „Het is moeilijk een vliegtuig te verbouwen terwijl het vliegt. Je kunt moeilijk nee zeggen tegen groei. Het is een van de voorwaarden voor succes in onze branche. Marktaandeel veroveren is belangrijk voordat de markt begint te consolideren. Dus het is ook wel wat te simpel om nu achteraf te zeggen dat er beter gemanaged had moeten worden.”

Over hoogtepunten praat Van der Tang gemakkelijker. „Ik heb overwegend een fantastische tijd gehad. Ik denk niet dat ik bij een ander bedrijf meer had kunnen leren in zo'n korte tijd.” Het binnenslepen van de Boeing-order –in 1994– staat op zijn netvlies gebrand. „Dat was het het absolute hoogtepunt in de hele Baan-historie. Toen is de bal gaan rollen voor wat onze internationale expansie betreft. Boeing was en is een wereldbedrijf.”

Toen kwamen ook de mindere momenten.

Bedachtzaam: „Anderhalf jaar geleden hadden we een aantal heel moeilijke maanden. We misten het derde kwartaal 1998 en Jan Baan ging weg. Maar in sommige opzichten waren de eerste dagen van januari dit jaar nog moeilijker, toen topvrouw Mary Coleman vertrok en financieel directeur Jim Mooney haar volgde. We waren relatief dicht bij succes. Het schip leek weer op koers te liggen. Het plotselinge vertrek van Mary en Jim zorgde voor een golf van negatieve publiciteit.”

Niemand bij Baan had deze tegenslag zien aankomen, ook Van der Tang niet. „Mary had zich expliciet voor minimaal twee jaar aan deze job gecommitteerd en ze had geen signalen afgegeven dat ze met het voornemen liep weg te gaan.”

Ze kon dat wel maken?

„Tja, de slavenhandel is in de vorige eeuw afgeschaft. Uiteraard kunnen werknemers, inclusief de CEO, opstappen wanneer ze dat willen.”

Van der Tang bestrijdt het verhaal dat vorige week in het Financieele Dagblad stond waarin wordt vermeldt dat Mary Coleman op het punt heeft gestaan hem de laan uit te sturen. „Dat is lariekoek. Ik snap echt niet hoe ze aan dat verhaal komen. Er is geen woord van waar. Mary en ik hadden een goede relatie, dat heeft ze op diverse momenten uitgesproken, zowel intern als extern. De verhoudingen binnen de raad van bestuur waren overwegend goed.”

Heeft u te midden van de tegenslagen nooit zelf overwogen het bijltje erbij neer te gooien?

„Nee, ik vind dat je met zijn allen door een moeilijke periode heen moet.” Ook aanbiedingen van buitenaf konden hem niet over de streep trekken. „Baan is in Nederland het enige bedrijf dat zich op behoorlijke schaal bezighoudt met het bouwen van softwareproducten die wereldwijd concurrerend zijn. En voor de rest is Baan een heel leuk bedrijf om voor te werken, qua cultuur en collega's.”

Over de rol van Pierre Everaert, die als voorzitter van de raad van commissarissen vijf maanden lang de rol als interim-CEO op zich nam, is Van der Tang helder. „Ik denk dat hij over het geheel genomen prima werk heeft gedaan. Uiteindelijk is het bedrijf er onder zijn leiding in geslaagd een goede oplossing voor de toekomst te vinden.”

Wat voor type leider bent u eigenlijk? Eerst was er de bevlogen oprichter Jan Baan, gevolgd door de saai overkomende Tom Tinsley. Na hem nam de pittige Amerikaanse Mary Coleman het roer over.

„Ik denk dat ik meer aan de introverte kant zit. Ik hou me met heel veel plezier bezig met dingen als visie en strategie. Ik probeer daarnaast wel een goede peoplemanager te zijn, aandacht te hebben voor de mensen. En verder, ja, ik ben natuurlijk een leider in ontwikkeling, om het zo maar te zeggen. Ik leer nog iedere dag.”

Op de vraag of hij zichzelf als een boegbeeld ziet, antwoordt Van der Tang: „Ik ben Bill Gates niet. Ik richt me het liefst op de klanten, de producten en mijn personeel. Maar als van mij wordt verwacht om als boegbeeld op te treden, zal ik er staan.”

Hebt u voor het aannemen van deze job uw vrouw moeten beloven minstens twee keer per week met het avondeten thuis te zijn?

„Uiteraard hebben we daar uitputtend over gesproken. Ik had deze beslissing absoluut niet durven nemen zonder haar instemming.” Dat de kinderen hem niet om de andere dag zien, is ook een punt. „Ik zit nogal eens in het buitenland en ze beginnen op een leeftijd te komen (de oudste is tien, red.) dat ze dat wel eens vervelend vinden.” Van der Tang is wel van plan het reizen zo veel mogelijk te beperken. „Dat hoeft volgens Invensys geen probleem te zijn.”

Contact met Jan en Paul Baan heeft Van der Tang nog steeds. „Jan is in zekere zin altijd een mentor voor me geweest. Ook Paul spreek ik af en toe, al zijn we de laatste anderhalf jaar meer uit elkaar gegroeid omdat ieder zijn eigen activiteiten heeft.”

Dat de broers in 1998 een storm van kritiek kregen te verduren, steekt hem. „Jan en Paul zijn in mijn optiek fantastische mensen, waar ik heel veel respect voor heb en ook altijd zal hebben. Natuurlijk hebben zij hun gebreken. Het zijn geen schapen met vijf poten. Dat kun je ook van niemand verwachten. Het zijn bij uitstek ondernemers die ontzettend goed in staat zijn om bedrijven op te bouwen. Dat hebben ze met Baan heel succesvol gedaan en je kunt hun ook niet alles aanrekenen wat er de afgelopen anderhalf jaar is gebeurd. Ze zijn al bijna twee jaar weg!”

Of ooit is overwogen Jan Baan terug te halen als topman, zoals een groepje klanten vorig jaar opperde? Van der Tang zucht maar eens. „Natuurlijk overweeg je alle mogelijkheden. Het is wel aan de orde geweest. Maar het is de vraag of dat dé oplossing zou zijn. Plus nog de vraag of Jan het zelf had gewild.”

Van der Tang wil niets liever dan beginnen aan een nieuw hoofdstuk Baan. De felicitatiemailtjes –„ook eentje van oud-topman Tom Tinsley”– heeft-ie gelezen, nu wacht het serieuze werk. „De naam Baan op de kaart zetten hoeft niet meer”, grapt hij nog maar een keer. Baan kent straks geen aparte beursnotering meer, waardoor de in zijn ogen soms hinderlijke belangstelling van de media af zal nemen. Het idee om buiten de schijnwerpers van de publiciteit zijn werk te kunnen doen, spreekt Van der Tang bovenmatig aan. „Het werken met en voor klanten heeft voor mij uiteindelijk de grootste charmes.”