Voorpagina 27 april 2000

Zie ook: Defensie vliegt mee in herdenking voedseldroppings

Ontroerd en boos, maar geen wrok

Door E. de Frel
WAGENINGEN – 6 mei 1945, hotel De Wereld, Wageningen. De vrijheid van Nederland wordt bezegeld met enkele krabbeltjes. Nu, bijna 45 jaar later, herdenken in hetzelfde hotel vwo-scholieren uit Wageningen die vrijheid.

”Vrijheid geef je door”, is het thema van de bijeenkomst die gisteren plaatshad in Wageningen. Geboeid luisteren de scholieren naar de oorlogsverhalen die vijf veteranen vlot vertellen. Gespreksleider Pieter Jan Hagens moedigt ze aan hun persoonlijke belevenissen te delen met de jongeren. Drie oud-strijders hebben in de Tweede Wereldoorlog meegevochten, de twee anderen behoren tot de volgende generatie; zij hebben hun sporen verdiend tijdens VN-vredesmissies. De scholieren maken gretig gebruik van de gelegenheid om vragen te stellen. „Wist u wel wat u te wachten stond toen u op 4 mei 1940 die Duitse vliegtuigen over zag vliegen?” „Waarom bent u eigenlijk militair geworden?” „Waarom zou je je leven riskeren voor de vrijheid van een ander volk?”

Tussendoor wordt twee keer een filmfragment over de oorlog vertoond. Veteraan J. van Leeuwen: „Ik had nog nooit een documentaire of een film over de oorlog gezien, ik heb daar gewoon geen behoefte aan. Deze fragmenten raken mij nu erg.” W. van de Veer, eveneens veteraan, is ontroerd en boos. „Als je zo'n film ziet, maak je het weer mee.”

Geen wrok
Een scholier wil ook graag weten of de oude veteranen nog een hekel aan de Duitsers hebben. Van de Veer: „Ik haat het systeem 'nazisme', maar ik heb de Duitsers nooit echt gehaat.” Ook Van Leeuwen koestert geen wrok. „Ik heb een hoop Duitse soldaten gekend tijdens de oorlog, en dat waren ook maar gewone jongens. Ik heb nooit moeite gehad met die kerels.” Hij denkt vaak terug aan de oorlog, maar niet aan het vechten. „Ik herdenk de kameraadschap, de opoffering en de loyaliteit. Dat moeten we ons blijven herinneren, en daarom vertel ik dit soort verhalen door, zolang het nog kan.”

Harrie Kuiper, een jonge veteraan, benadrukt dat er veel overeenkomsten zijn tussen de oude en de jonge veteranen. „Vroeger was het gevechtsmateriaal anders, maar de kameraadschap en de onderlinge relaties zijn natuurlijk nooit veranderd. Collega-militairen zijn de beste vrienden die je je kunt wensen.” Kuiper vindt het geen bezwaar om in Joegoslavië te vechten. „Je strijdt niet direct voor je vaderland, maar dat maakt niet uit. Als je naar een ander land gestuurd wordt, dan ga je gewoon. Oorlog is oorlog.”

Angst
Kuiper: „Je kunt pas weten wat vrijheid is als je onvrijheid hebt gekend. En als wij nu de verhalen over deze onvrijheid vertellen, kunnen anderen de vrijheid wellicht beter op waarde schatten.”

De verhalen over de Tweede Wereldoorlog maken veel los bij de scholieren. Kreten van verbazing klinken als de veteranen nuchter hun verhaal vertellen. „Was u dan niet bang?” vraagt een scholier verbijsterd. Van de Veer: „Natuurlijk voel je altijd angst. Maar moed is het vermogen om die te onderdrukken.” Ook Kuiper schaamt zich niet voor angst. „Ik heb grote kerels wel eens van bangheid in een hoek zien urineren. Je bent soms gewoon erg angstig voor wat er kan gebeuren.”

Maarten Bal, officier bij het Korps Mariniers: „Je gaat achteraf pas nadenken over wat er had kunnen gebeuren en wat er fout had kunnen gaan, maar tijdens het gevaarlijke moment denk je alleen maar aan je manschappen en aan wat je het beste kunt doen.”

Amerikanen
De jongeren verbazen zich ook over de rol van de Amerikanen in de oorlog. „Zij hadden nog nooit van Nederland gehoord en gingen toch hard vechten voor onze vrijheid. Wat zou hen gemotiveerd hebben?” 's Middags hebben de scholieren de kans om de rol van de Amerikanen beter te begrijpen.

Uit het hele land komer vwo'ers naar het hotel. Ze werken allemaal aan het Millennium Project, een initiatief van de Amerikaanse ambassade om de verhalen van de oorlog en de bevrijding aan jongeren bekend te maken. Ook in Amerika loopt een soortgelijk project. De Nederlandse jongeren moeten een werkstuk schrijven en diverse interviews afnemen. Degene die het beste werkstuk levert, wint een reis naar de Verenigde Staten. De Amerikaanse ambassadeur licht toe dat het initiatief erop gericht is jongeren in aanraking te brengen met veteranen, zodat ze de begrippen oorlog en vrijheid beter kunnen duiden. Er is eveneens een Amerikaanse veteraan bij, die ook zijn verhaal doet.

De grote vraag is: Moeten we altijd doorgaan met het herdenken van de Tweede Wereldoorlog? Pieter Jan Hagens „Cru gezegd: We herdenken toch ook de Tachtigjarige Oorlog niet meer?” Hier zijn de veteranen eenduidig over: „We moeten de oorlog blijven herdenken, en dan vooral degenen die voor onze vrijheid gestorven zijn. Dat zijn de echte helden.”