Toerisme 18 december 1999

Watersnoodramp

In Ouwerkerk is vanaf volgend jaar de eerste permanente tentoonstelling te zien over de watersnoodramp in 1953. De locatie kan niet toepasselijker: de expositie wordt ingericht in een van de vier laatste caissons die de dijken van Schouwen-Duiveland dichtte.

Bij de watersnoodramp verdronken in Zuid-Nederland 1835 mensen en tienduizenden dieren. Zo'n 100.000 mensen verbleven noodgedwongen maandenlang elders omdat hun woning was verwoest of beschadigd. In 1993, veertig jaar na dato, werd de ramp massaal herdacht. Toen waren er ook tal van gelegenheidstentoonstellingen. Een aantal inwoners van Schouwen-Duiveland vatte toen het idee op voor een permanente expositie. Dat resulteerde in de oprichting van de Stichting Caissons Ouwerkerk. Momenteel worden in de 50 centimeter dikke caissonmuren gaten gezaagd voor de toegangsdeuren. In april volgt de officiële eerste handeling van de restauratie en verbouwing. Het uiterlijk van het half verzonken blok beton –ruim 60 meter lang en bijna 20 meter breed en hoog– blijft ongewijzigd. De Expositie 1953 geeft onder meer door foto's en film een beeld van de overstroming, de reddingsacties, de evacuaties en het herstel. Bovendien zullen voorwerpen als zandzakken en zendapparatuur te zien zijn en destijds gebruikte machines zoals een dragline en een zandtreintje. Het ministerie van Landbouw draagt, in het kader van plattelandsvernieuwing, 1,5 ton bij aan de kosten van verbouwing van de caisson. De rest van de benodigde vier ton is bijeengebracht door diverse instellingen en organisaties.