Toerisme 18 december 1999

Zie ook: Goedkoper oversteken

Engels stadje
denkt aan Dickens

Door Jeannette Donkersteeg
In de tuin van Engeland, het graafschap Kent, viel deze maand de eerste sneeuw. Dat wil zeggen: alleen in het plaatsje Rochester. Dikke vlokken daalden neer uit sneeuwmachines die op het trottoir stonden. De oude stad vierde haar halfjaarlijkse Dickens Festival, en waar Charles Dickens is, daar moet het sneeuwen. Zeker in december.

De Engelse auteur (1812-1870) zorgde met ”A Christmas Carol” voor een kerstvertelling die –ná de geschiedenis uit de Bijbel– de bekendste ter wereld werd. In het boek krijgt een grimmige vrek tijdens de nacht voor Kerst bezoek van drie geesten die hem doen inzien dat hij een verkeerd leven leidt. De volgende morgen is de gierigaard veranderd in een menslievende, gulle baas.

Met het wonder van Kerst heeft Dickens' verhaal ten diepste nauwelijks te maken. Hoewel er wordt verwezen naar „de Grondlegger van dit feest” is er van bekering tot God en van verzoening met Hem door de Heere Jezus geen sprake. Wel doet de schrijver door middel van zijn vertelling een oproep tot naastenliefde. Hij weet goede en slechte daden zo raak te typeren en er zo veel warme bewogenheid in te leggen dat ”A Christmas Carol” door de decennia heen gelezen en herlezen wordt. Voor Rochester een reden om trots te zijn op de man die een groot deel van zijn leven in deze stad doorbracht.

Winterfestival
Sinds 1988 kunnen Brit en buitenlander tweemaal per jaar een Dickens-festijn bijwonen. Begin juni begeven talloze figuren uit Dickens' boeken zich door de straten van de kleine stad. Oliver Twist rent een steegje in; Bob Cratchit draagt de kreupele Tiny Tim op zijn schouders en Mrs. Camp waggelt rond met een enorme kolenkitmuts op haar hoofd en een paraplu in haar hand. Het gros van de mensen is in victoriaanse kleding gehuld en ook allerlei evenementen herinneren aan de dagen van Dickens.

Het winterfestival, dit jaar gehouden op 4 en 5 december, staat echter vooral in het teken van Dickens' kerstverhalen. Belangstellenden worden gelokt met de kreet ”Sneeuw gegarandeerd!” Kinderen kunnen de schaatsen onderbinden bij de kunstijsbaan rond het kasteel. Voor de kathedraal zingen groepjes mensen kerstliederen. Bij een school is een kerstmarkt ingericht en een gids gaat liefhebbers voor door donkere tunnels vol 'geesten' en 'spoken'. Ook Gad's Hill Place, Dickens' voormalige huis even buiten de stad, opent de deuren voor het publiek.

Zes Arme Reizigers
Niet elke nuchtere Nederlander zit op een dergelijke ”happening” te wachten. Daar komt bij dat de helft van het Dickens-festival op zondag valt. Wie toch graag de wereld van Charles Dickens wil zien, is echter niet afhankelijk van grootse festijnen. Rochester, met zijn oude vakwerkgeveltjes en z'n kleine antiekwinkels, blijkt elk jaargetijde de moeite waard te zijn. De ”muffins” en ”pies” achter de etalageruiten en de uithangborden met ”A Tale of Two Cities” of ”Mrs. Brumbles” erop brengen je vanzelf in de sfeer van Dickens' werk.

Bereidwillige gidsen (informeer bij het bezoekerscentrum aan de High Street) wijzen je tijdens een stadwandeling op tal van herinneringen aan de grote schrijver. Vlak naast het Visitor Information Centre staat bijvoorbeeld nog steeds het ”Poor Travellers House”, dat vanaf 1579 tot aan de Tweede Wereldoorlog onderdak bood aan maximaal zes arme reizigers. Zij kregen voor één nacht een bed, een maaltijd en 4 penny's.

Dickens bezocht het huis in mei 1854 en zette zijn handtekening in het gastenboek. Datzelfde jaar gebruikte hij de locatie in het kerstverhaal ”The Seven Poor Travellers”. „Strikt genomen waren er slechts zes Arme Reizigers”, zo fantaseerde hij. „Maar, omdat ik zelf een Reiziger was (een luie weliswaar) en bovendien zo arm als ik hoop te zijn, verhoogde ik het aantal tot zeven.”

Donker steegje
Voor echte fans vormt het Charles Dickens Centre (eveneens aan de High Street) wellicht het hoogtepunt van het bezoek aan Rochester. Het is gevestigd in een karakteristiek zestiende-eeuws huis. In de tuin staat Dickens' waterput en het chalet dat hij in 1857 van vrienden kreeg. Twee dagen voor zijn overlijden schreef hij daarin nog aan zijn onvoltooide roman ”The Mystery of Edwin Drood”.

Binnen loop je door een gang vol foto's en tekstpanelen langs het leven van de schrijver. Je ontmoet er ook al zijn hoofdpersonen, hetzij als pop, hetzij als tekening. Een donker steegje leidt naar het grauwe Londen uit Dickens' dagen. Schrijnende armoede grijnst je tegemoet.

Via onzichtbare luidsprekers klinken de meest dramatisch passages uit diverse boeken. „I want some more, Sir”, smeekt het stemmetje van een uitgehongerde Oliver Twist, die vragend zijn bord omhooghoudt – en deze brutaliteit vervolgens zwaar moet bezuren.

Ergens achter het glas zit Scrooge in z'n kale kamer. De haard is leeg. Op tafel walmt een mager kaarsje. Een slaapmuts houdt de oren van de vrek warm. Op de wand verschijnt plotseling de geest van Scrooges overleden compagnon. De schim beweegt en praat. Zijn kettingen rammelen.

Even verderop staat in een donker hoekje een bezem van takkenbossen. „Jo sweeps his crossing all day long”, citeert het tekstpaneel erboven. Tegen de muren leunen grafzerken. Ook het donker trappenhuis heeft veel weg van een nauwe straat. Hoog boven de leuning hangt een vrouw uit het raam. Ze keert een po om.

Wie het werk van Dickens nog eenmaal kort wil overzien, kan terecht bij de audiovisuele presentatie ”Dickens' Dream”. De schrijver sluimert in zijn werkkamer op Gad's Hill Place. Hij wordt geplaagd door twijfel omtrent de waarde van zijn literaire carrière. Dan krijgt hij bezoek van allerlei personages uit z'n oeuvre, van Mr. Micawber tot Uriah Heep en Betsy Trotwood. Zij verzekeren hem dat hij blijvend een grote plaats zal innemen in de geschiedenis van het geschreven woord.

„I want some more, Sir”, piept nog een keer het stemmetje van Oliver. Dan wordt het stil in het vertrek. Dickens slaapt rustig door.

Kathedraal
Als we op een vroege decemberavond Rochester verlaten, ligt het kasteel prachtig in de schijnwerpers. Hier hebben Normandiërs hun voetstappen gezet, kort na de verovering van Engeland. Sinds de elfde eeuw werd het bolwerk meermalen vernield en herbouwd, maar nu heeft het de strijd opgegeven en kijken slechts de restanten van muren over rivier de Medway uit.

In de kathedraal zijn de kroonluchters aangedaan. Het licht valt door de kunstig gebrandschilderde ramen op de straatstenen. Dickens is hier binnen geweest. Hij wilde er graag begraven worden, maar na zijn dood werd z'n lichaam, nog voordat de inwoners van Rochester ervan wisten, naar Londen gebracht. Daar is het in Westminster Abbey bijgezet. Als wij de eeuwenoude kerk passeren, luiden de klokken. Hun bronzen gebeier in het duister vergezelt toepasselijk het afscheid van een stadje zo vol historie en sfeer.

Voor meer informatie: Brits Verkeersbureau, tel. 020-6890002 of Medway Visitor Information Centre, tel. 0044-1634-828878.