Toerisme 9 oktober 1999

Op eerste carvingpiste Europa geen stuntelende skiklasjes

Snel én veilig van
de Stubaier gletsjer

Door Arno Witvliet
De ogen blikken vastberaden naar het rode stoplicht. Tot het moment dat het licht op groen springt. Vol gas schiet je de prachtig gladgestreken en volledig verlaten piste op. Bij de eerste en beste bocht koester je de snelheid. Op de limiet vlieg je de curve uit om met een brede lach op het gelaat de volgende in te sturen. Het lichaam strijdt met de elementen en hangt vrijwel evenwijdig met de helling. Gehandschoende vingertoppen trekken flauwtjes een vreugdespoor in de sneeuw.

De eerste carvingpiste van Europa is een sensatie van formaat. De gepassioneerde snowboarder of carvende skiër kan hier de afdaling van zijn dromen maken. Zeshonderd vrije meters liggen voor hem of haar in het verschiet. Sneeuwhopen zijn er nauwelijks en stuntelende skiklasjes laten zich hier niet zien. Op topsnelheid een piste slechten is door de drukte en de aanwezigheid van klungelende skiërs vrijwel nergens meer mogelijk. Zo niet in Oostenrijk. Sinds twee jaar is er op de Stubaier gletsjer een heuse carvingpiste. Snelheidsmaniakken kunnen hier op een goed geprepareerde en afgezette piste hun frustraties wegsnellen.

De toegang tot de carvingpiste wordt gemarkeerd door een houten starthuisje met een stoplicht, dat door een zonnepaneel gevoed wordt. Zodra het licht op groen springt, weet je je verzekerd van een veilige afdaling. Angst voor botsingen is overbodig. De piste is leeg. De carvingpiste heeft slechts één enkel nadeel. Hij is te kort. Zeshonderd meter is immers slechts een kwestie van seconden.

Stubaital
De Stubaier gletsjer ligt aan het einde van het Stubaital, dat zich even voorbij Innsbruck tussen de bergen heeft genesteld. In oppervlakte is de gletsjer de grootste van Oostenrijk. Groot is het skigebied echter niet. Slechts 54,6 kilometer pistes en skiroutes staan de bezoeker te wachten, waarvan de niet beveiligde en niet geprepareerde skiroutes een niet onaanzienlijk deel uitmaken.

Vooral de Wilde Gruben is een sloper van formaat. Deze route beslaat een lengte van liefst 10 kilometer en vormt tevens de enige mogelijkheid om het dalstation Mutterbergalm op de latten te bereiken. Enkel professionele en ervaren skiërs kunnen derhalve de middag skiënd besluiten. De grote massa dient bij het middenstation Fernau in de rij aan te sluiten voor een van de twee gondels teneinde het dalstation te bereiken. Dat is lang niet altijd een pretje. De gondels vertrekken immers vanuit de twee bergstations Eisgrat en Gamsgarten, zodat aan het einde van de middag de meeste cabines reeds vol zitten wanneer de gondels het middenstation passeren.

Een ander nadeel van de Stubaier gletsjer is de breedte van het gebied. De pistes liggen vooral naast in plaats van achter elkaar, zodat korte afdalingen afgewisseld worden door korte liften. Dat is met het oog op de lange wachttijden in het hoogseizoen geen pretje. Wie bedenkt dat de geprepareerde pistes reeds bij het middenstation op 2302 meter eindigen en maximaal op 3340 meter starten, kan eenvoudig vaststellen dat het te slechten hoogteverschil slechts 1000 meter bedraagt. Dat is voor een skigebied niet erg veel.

Veel sleepliften
De kwaliteit van de voorzieningen is zonder meer goed. De gondels en de stoeltjesliften zijn modern en goed onderhouden. De veelheid aan sleepliften is echter minder lollig. Vooral de ellenlange sleepliften langs de pistes Fernau en Gaisskarfener zijn simpelweg te lang om leuk te zijn. Helemaal knullig is de afstand die tussen deze twee pistes te voet dient te worden afgelegd. De organisatie meldt op een bordje dat voor een en ander ongeveer tien minuten uitgetrokken moet worden. En iedereen maar denken dat dit een skigebied is.

Josef Rauter, de adjunct-directeur van de Stubaier Gletscherbahn, verzekert echter dat deze twee sleepliften volgend jaar vervangen worden door een moderne stoeltjeslift. Hij toont een enquêteformulier en legt uit dat juist de respons van zijn gasten tot deze beslissing geleid heeft. Trots laat hij eveneens de twee enorme restaurants zien die tegen de verwachting in kwalitatief goede maaltijden serveren en vervolgens geheel in de lijn der verwachting daarvoor zeer stevige prijzen rekenen.

Kinderland
In elk bergstation is een filiaal van Intersport aanwezig, waar tevens de meest moderne ski's en snowboards gehuurd kunnen worden. Panne aan de uitrusting kan voorts in een van de twee skiwerkplaatsen verholpen worden.

Speciaal voor de kinderen heeft de Stubaier Gletscherbahn een heus kinderland opgezet, waar de koters onder professionele begeleiding lol op latten kunnen beleven. Mocht een huilbui onverhoopt het einde van de vreugde inluiden, dan worden de tranen snel gedroogd in de nabijgelegen crèche, waar een Nederlandssprekende dame de scepter zwaait. Bovendien kunnen de kinderen hier tussen de middag een maaltijd nuttigen.

Verder heeft de Stubaier Gletscherbahn goed nagedacht over allerhande leuke attracties, hetgeen blijkt uit de aanwezigheid van de eerder gememoreerde carvingpiste, het Snowboard Funpark en diverse zogenaamde ”rennstreckes” waarop de slalomtechniek beoefend kan worden.

Skibussen
Het is vrijwel niet mogelijk om nabij het grondstation de nacht door te brengen. Het gros van de gasten logeert dan ook in Neustift of in een van de omliggende gehuchten. Neustift ligt echter zo'n 25 kilometer van het grondstation verwijderd, zodat dagelijks tweemaal een kleine drie kwartier in de blikken vierwieler doorgebracht dient te worden alvorens je in hoger sferen bent.

Door het dal slingert één lange weg zich langs de diverse gehuchten naar het grondstation Mutterbergalm. 's Morgens kruipt er dan ook een lang lint van auto's en bussen voorwaarts in de richting van de gletsjer. In de namiddag beweegt dezelfde stoet zich in tegengestelde richting en dunt zich met het passeren van elk gehucht steeds een beetje uit.

Wie echter de auto wil laten staan, kan zijn toevlucht nemen tot het busvervoer. In de wintermaanden zet de lokale busmaatschappij extra skibussen in en zijn de tarieven in de prijs van de skipas verdisconteerd. Frustrerend is echter wel dat het principe ”vol is vol” juist de mensen treft die het dichtst bij de gletsjer logeren. De bus begint immers in Fulpmes, dat in het begin van het Stubaital ligt. Hoe verder de bus vordert en hoe dichter het vehikel bij de pistes komt, hoe voller hij komt te zitten. Zo kan het voorkomen dat in de laatste gehuchten er vergeefs mensen staan te wachten. Een volle bus rijdt immers gewoon door. Als de bus een kwartier later opnieuw vol zit, dan heb je gewoon pech. En een halfuur later kan het zomaar gebeuren dat... Wie van ver komt, komt als eerste aan. De logica van de bus in het Stubaital is maar moeilijk te verteren.


Het toerisme lijkt het Stubaital nog niet in groten getale te hebben ontdekt. Zo blijken zelfs in het hoogseizoen de wachttijden voor de liften relatief kort te zijn. Voorts is Neustift als centrum van het Stubaital zeker niet overdadig voorzien van restaurants, ”Stubes”, sportzaken en andersoortige toeristische voorzieningen. In de rest van het dal is van uitbundigheid al helemaal geen sprake, al is het Stubaital in wintersferen simpelweg sprookjesachtig mooi.

Skiën is een feest op zich. Toch eindigt een wintersportvakantie niet voor een ieder louter vreugdevol. De aanwezigheid van een ”rettungskabine” en twee EHBO-posten is in dit verband veelzeggend genoeg. Ook ik moet dat letterlijk aan den lijve ondervinden. Op de laatste afdaling van de laatste dag wordt een in de nevel onzichtbare sneeuwhoop mij te veel. Een indrukwekkende salto en een paar minuten later kan de balans opgemaakt worden. Latten liggen meters verderop. Sneeuwbril verwoest. Bril nauwelijks meer als zodanig herkenbaar en in deze vorm zeker niet meer bruikbaar. Als klap op de vuurpijl een stekende pijn in nek en achterhoofd. Een bezoek aan een arts is onvermijdelijk. Binnen tien minuten sta ik weer buiten. Met een vette nota in de binnenzak. In het Stubaital worden in de wintermaanden buitengewoon goede zaken gedaan. Zelfs de puinruimers in witte jassen profiteren hier kennelijk volop van mee.

Informatie: Oostenrijks Toeristenburo, 020-4684793.