„Het huis is hoog, vierkant en abrikooskleurig, met verschoten groene luiken, een antiek pannendak en een ijzeren balkon op de eerste verdieping. Het balkon ligt op het zuidoosten en kijkt uit op een diep dal en op de Toscaanse Apenijnen. Als het regent of als het licht verandert, wordt de gevel van het huis goud, siena, oker. Een vroegere laag rode verf sijpelt erdoorheen in roze plekken, alsof er een doos krijtjes ligt te smelten in de zon.”