Toerisme 11 september 1999

Lahndal biedt stilte, natuur en historische stadjes

In Bad Ems 'tankten'
tsaren bij

Door G. de Looze
Het lijkt wel of de Lahn niet durft te kronkelen als hij Bad Ems passeert. Hij krijgt de kans ook niet. De statige gebouwen van de Duitse kuurplaats omklemmen de rivier. Waar de stad het water wel de vrijheid geeft, frivoolt het vrolijk de hoek om. Dat levert prachtige vergezichten op.

Nippend aan de cappuccino bereiden we ons voor op Bad Ems. Het asfalt van de Lahnstraße ligt nog meters ver. Toch trek ik bijna automatisch mijn benen terug, als de zoveelste auto passeert. Verkeerslawaai vult de straat. Van een kuurstad die zichzelf charmant noemt, verwacht ik meer dan alleen mineraalrijk bronwater. Ook stilte kan genezend werken.

Jörn Winkhaus, onze gastheer, geeft het ruiterlijk toe. Gemotoriseerd verkeer past niet in de sfeer die het Kurhaus oproept. Het langgerekte gebouw is blikvanger van de Duitse stad. De witte façade steekt fel af tegen de bolle boomkruinen, die de bergwand bekleden. Binnen de muren van het Kurhaus borrelt doorzichtig goud omhoog: het mineraalrijke bronwater.

Daaraan dankt Bad Ems zijn aantrekkingskracht. Wonderlijk, deze blijvende stromen van warm water. Zouten, mineralen en koolzuur geven het heilzame kracht. Een kracht die al lang geleden is ontdekt. De stad ontwikkelde zich tot een belangrijk Europees kuurcentrum. De door houtwerk gedeelde raampjes van het Kurhotel getuigen van talrijke gasten. In de negentiende eeuw kwamen tsaren, keizers, koningen en edellieden naar het stadje in het Rijnland. Daar 'tankten' ze bij.

Voornaamheid
Bad Ems is vooral deftig. De grote witte gebouwen, de bolvormige lantaarns op de scheiding van land en water, de met een fijnmazig hekwerk getooide brug en de rechte laan van het Kurpark stralen voornaamheid uit. Alsof dat nog niet genoeg was, staken in voorbije eeuwen huiseigenaren elkaar de loef af. Voorgevels met pilaren, boogramen en rijk versierde balkons moesten hun rijkdom tonen. Het is de vraag of keizer Wilhelm I, die hier ooit met hoge hoed en wandelstok rondstapte, daar oog voor had.

De honderd jaar oude platanen in het park nodigen uit om te flaneren. Hier behoor je niet te joggen. Slenteren biedt de gelegenheid een veelheid van architectuur op te zuigen. De Russisch-orthodoxe kerk springt in het vizier. Vier kleine en een grote blauwe koepel sieren het gebouw. Nog altijd maakt de gemeente dankbaar gebruik van de kerk die tsaar Nicolai in 1874 liet bouwen, compleet met iconen en barokke altaarwand.

Kuren kan tegenwoordig iedereen. Voor zo'n twaalf gulden kunnen gegadigden in de Emser Therme vier uur ronddobberen in het mineraalrijke, warme nat. Degene die dit geen aantrekkelijk vooruitzicht vindt, kan altijd nog een doosje Emser pastilles aanschaffen. Het Emser zout, ingrediënt van de pastilles, moet een verademing voor de luchtwegen zijn.

Fietspad
Vanuit Bad Ems wagen we ons verder het Lahndal in en beproeven een deel van het fietspad dat van Lahnstein –bij de monding van de rivier– tot Obernhof loopt. Net buiten Bad Ems daalt de stilte op ons neer. Om niet meer te verdwijnen. Rechts reist het Taurusgebergte op. Enkele wijnterrassen op het links gelegen Westerwald zien er verwilderd uit.

Tussen deze bergketens stroomt de Lahn. Woeste waterstromen en stroomversnellingen zijn het riviertje vreemd. Het onverstoorbaar kabbelende water typeert het liefelijke dal. Af en toe onderbreken campings en pittoreske plaatsjes de uitgestrekte bossen. Onze pleisterplaats Dasenau verdient het predikaat historisch eldorado. Vakwerkhuizen, torens, stukken stadsmuur en de St.-Kastorkerk herinneren aan de bloeitijd in de veertiende en de vijftiende eeuw.

Tijdens het tweede deel van onze 17 kilometer lange fietstocht waarderen we de ruime keus aan versnellingen. Vanaf het stadje Nassau is het een flinke klim naar het eindpunt Obernhof. Enkelen leggen een stuk te voet af. Dat ligt niet aan het prima geasfalteerde fietspad. De steile helling én de warmte spelen hen parten. Het resultaat van de inspanningen mag er echter zijn. Tussen een boeket van loof- en naaldbomen schittert het klooster Arnstein. Fier markeren de vier torens de plek waar monniken zich afzonderen van de wereld.

Stationnetje
Even later razen we met een snelheid die de limiet binnen de bebouwde kom benadert, naar beneden. Verstoord kiezen twee roofvogels het luchtruim. Bij alle menselijke drukte verliezen ze hun waardigheid niet. Traag zweven ze weg over het korenveld. Als waren het ambassadeurs van dit charmante stukje Duitsland.

Piepend komt de trein bij het stationnetje van Obernhof tot stilstand. Na het overwinnen van deurkruk en hoge opstap, parkeren we ons rijwiel in de gang. De locomotief brengt ons naar het vertrekpunt, Bad Ems. Vanachter het glas beleven we de rivier opnieuw. Het stemt enigszins triest. Eén dag Lahndal is te kort. Stroomopwaarts wachten immers weilanden en wouden, kerken en kastelen.

Voor informatie: Duits Verkeersburo, 020-6978066.