Toerisme21 augustus 1999

Tentoonstelling over Nederlandse gevangenen

Terug naar Sachsenhausen,
zònder Koningin

Door Barenda Grutterink (ANP)
SACHSENHAUSEN – „We kwamen hier in Sachsenhausen en kregen te horen: er is maar één uitweg en die is door de schoorsteen.” Jan van den Ende uit Den Haag is een van de overlevenden van concentratiekamp Sachsenhausen die vorige week op de plek des onheils zijn teruggekeerd om de opening bij te wonen van een tijdelijke tentoonstelling over de Nederlandse gevangenen.

Van den Ende ontkwam aan het gruwelijkste lot in Sachsenhausen, waar hij terecht was gekomen nadat hij een verboden boek over concentratiekampen illegaal had herdrukt. „Toen dacht ik eigenlijk: dat boek is overdreven. Maar ik kwam hier en zag dat het duizend keer erger was.”

Het initiatief voor de tentoonstelling kwam van de Stichting Vriendenkring Sachsenhausen, onder voorzitterschap van Leo van Deene: „De directe aanleiding was dat Koningin Beatrix komt om een kunsttentoonstelling te openen in slot Oranienburg, hier vlakbij. We hebben van alles ingezameld. Later bleek dat men in Den Haag het niet zo'n goede keus vond om zo'n vrolijk evenement te combineren met een bezoek aan een concentratiekamp. Bovendien, werd gezegd, herdenkt de Koningin de oorlogsslachtoffers al op 4 mei. Ook komt ze met president Johannes Rau naar Oranienburg; die had ze dan misschien mee moeten nemen. Het ligt ingewikkeld allemaal, dat begrijp ik, maar het is wel een bittere teleurstelling. Er zijn hier mensen gestorven met het „Leve de Koningin” op de lippen.”

Waarde
Koningin Beatrix hecht veel belang aan de tentoonstelling ”Onder den Oranjeboom” over Nederlandse kunst aan Duitse vorstenhoven. Ze hoopt dat de expositie de betrekkingen tussen beide landen op een leuke manier verbetert. „Maar de Duitsers die we over de kwestie spreken, snappen ook niet dat ze niet even komt, hoor”, verzucht Van Deene. De overlevenden zijn wel uitgenodigd bij de opening van ”Onder den Oranjeboom”, maar een enkeling is te kwaad en blijft weg. Als de Koningin niet naar Sachenhausen komt, komt een 'Sachsenhauser' ook niet naar haar.

De Nederlandse delegatie bestaat uit een kleine honderd man: 8 overlevenden, naaste familie, verdere nabestaanden en mensen van organisaties en van de gemeente Vught, die een stedenband met Sachsenhausen wil.

Geëmotioneerd
Leo van Deene leidt zijn groep kordaat rond door het kamp: „U kunt wel een gids nemen, maar dan hoort u het ware verhaal niet.” En hij vertelt, toch even geëmotioneerd, over de Nederlanders die op 3 mei 1942 bij de schietkuil werden gefusilleerd, nadat ze hun overhemden nog aan de SS hadden moeten geven, omdat die dat anders maar jammer vond. „De SS was later vol lof over de moed waarmee ze de dood waren ingegaan, met een „Leve de Koningin” op de lippen.”

De rondleiding voert verder langs de stenen die de barakken symboliseren. Bij nummer 38 staat Van Deene extra stil: „Hier is een expositie over de joodse gevangenen. Ik ben het daar niet zo mee eens, ik zat zelf in 38. Er waren in Sachsenhausen maar 11.000 joden, een fractie van het totaal. Die hebben het inderdaad verschrikkelijk gehad. Maar als ik hier weleens achter de reguliere rondleidingen aanloop, dan lijkt het wel of er alleen joden hebben gezeten. Ik vind dat toch een beetje een miskenning van al die anderen.”

Jan van den Ende laat alles minzaam over zich heenkomen: „Iedere dag die ik heb is extra, al meer dan 50 jaar lang.”