Toerisme 21 augustus 1999

Wipneuzen en sikjes
in het Openluchtmuseum

Vijftien jaar geleden waren er nog vijf. Inmiddels is dat aantal opgelopen tot 1200. Of het hier de snelst groeiende familie van Nederland betreft blijft de vraag, maar in ieder geval gaat het wél om een stokoud geslacht: de Nederlandse Landgeit.

Op zaterdag 4 september houdt de vereniging van landgeitenhouders na het succes van de afgelopen jaren opnieuw in het Openluchtmuseum een keuringsdag.

Het publiek kan de keurmeesters in verschillende ringen aan het werk zien, maar ook zelf de jonge en oudere geiten van dichtbij bekijken. Er zullen ongeveer 80 landgeiten in het Openluchtmuseum te zien zijn.

Landgeiten maken deel uit van de zeldzame huisdierrassen die oorspronkelijk in Nederland gehouden werden. De Landgeit kan makkelijk leven onder sobere omstandigheden. Vooral bij de keuterboeren die van de arme gronden moesten leven, was het dier geliefd. Pas aan het eind van de 18e eeuw kwamen vooral vanuit Duitsland en Zwitserland geitenrassen naar Nederland, waarmee de landgeit 'veredeld' werd. Hiermee werden de sterke kanten van het ras gestimuleerd, maar verdwenen tegelijkertijd de karakteristieke kenmerken.

De echte exterieurkenmerken behorend bij de rasstandaard zijn een wipneus, een sik, lang haar en een flink stel hoorns.

Keuringsdag Nederlandse Landgeit, zaterdag 4 september van 10.00 tot 16.00 uur in het Nederlands Openluchtmuseum. Schelmseweg 89, Postbus 649, 6800 AP Arnhem. Telefoon (026) 357 61 11. Telefax (026) 357 61 47.

Bron: Nederlands Openluchtmuseum.