Toerisme 7 augustus 1999

Een blik achter de schermen van havengebied

Vogelnesten naast
een chemieconcern

Door W. M. Bakker
Links van de weg een bordje ”Kabelstrook gevaarlijke stoffen”. Rechts van de weg de aanduiding ”Vogelbroedgebied”. Het is een van de merkwaardige tegenstellingen waar je tijdens een bezoek aan het Rotterdamse haven- en industriegebied op stuit. De Stichting Industrieel Toerisme leidt bezoekers per bus en/of boot rond en laat hen aan de wereld van de industrie ruiken. „Bij de slager ruik je vlees, bij de bakker brood. Hier ruik je olie. Daar ontkom je niet aan.”

A15, afslag havens serie 2751-2800. De argeloze toerist die naar natuur en strand op zoek is, zal niet gauw de neiging hebben hier de snelweg te verlaten. Toch zijn beide aspecten er te vinden, zo blijkt tijdens een rondrit met gids. Op een dag met tropische temperaturen doet Hans den Broeder van de Stichting Industrieel Toerisme op de parkeerplaats bij Routiers Distripark Eemhaven zijn stropdas af en zet zijn zonnebril op. Met andere vrijwilligers laat hij belangstellenden per bus en/of boot de schoonheid van de havens zien. Meestal in combinatie met een bedrijfsbezoek, bijvoorbeeld aan de „grootste en modernste containerterminal van Europa” ECT.

Den Broeder heeft een veelkleurige loopbaan achter de rug. Hij werkte veertien jaar in de scheepvaart en was daarna 28 jaar in dienst van de gemeente Rotterdam. Tijdens die periode was hij onder meer aan het havenbedrijf en vervolgens aan de dienst stedenbouw en volkshuisvesting verbonden. „Ik ken de haven en de stad van haver tot gort”, zegt de gepensioneerde rondleider. Op vrije avonden bindt hij geregeld de skeelers onder om het haventerrein ontspannen te doorkruisen. Ook op zijn fiets is hij nogal eens te vinden in het gebied waar DSM, Shell en Akzo Nobel voor bedrijvigheid zorgen.

Bouwput
Toeristische ”Havenroute”-bordjes wijzen de individuele bezoeker de weg. Als waardig ambassadeur van 'zijn' stichting laat Den Broeder niet na de waarde van de georganiseerde tochten te benadrukken. „De haven vertelt pas iets, als het je verteld wórdt.” De tours zijn drie jaar geleden van start gegaan. Den Broeder legt uit dat bedrijven zich steeds meer op kerntaken gingen concentreren, waardoor groepsrondleidingen in het gedrang kwamen. Aanvragen daarvoor kwamen steeds vaker bij de VVV terecht. Uiteindelijk is de Stichting Industrieel Toerisme in het leven geroepen. Die verzorgt voor groepen programma's op maat. Boekingen voor tochten met individuele deelnemers verlopen via de VVV aan de Coolsingel.

Tijdens de kennismakingsrit laat Den Broeder zien dat het havengebied nog volop in ontwikkeling is. We passeren de bouwput van de Botlekspoortunnel, zien waar bruggen, wegen en rails worden aangelegd. Een groot project vormt verder de aanleg van het Distripark Maasvlakte. De gids rijdt de route langs dergelijke projecten ook graag 's avonds, als het havengebied een „feeërieke sfeer” ademt. „Dan zie je overal lichtjes. Een wonder van schoonheid. De mensen worden er stil van.” In het najaar staan speciale lichttours op het programma, waarbij halverwege de rit een glas wijn genuttigd kan worden.

Rotterdam Car Center is een van de bedrijven die tijdens de zomertours bezocht kunnen worden. Den Broeder legt uit dat er regelmatig schepen uit het Verre Oosten met zo'n zesduizend auto's aan boord aanmeren, die voor een deel worden gelost. Voertuigen voor de Nederlandse markt worden uit de parafine gehaald en schoongespoten, waarna aanpassingen als een open dak, grijs kenteken of een andere lakkleur worden aangebracht. Een deel van de auto's gaat rechtstreeks vanaf het schip op de trein, om naar Oostenrijk verder te reizen.

Waterkering
Den Broeder vervolgt zijn route richting de waterkering. Rechts van de weg ligt een natuurgebied, links houden bedrijven zich met petrochemie bezig. Een vogelbroedgebied ligt op enkele meters afstand van een strook gevaarlijke stoffen. Het overgebleven deel van natuurgebied De Beer leunt tegen Kuwait Petroleum aan. „De buizerd en de torenvalk zijn terug. Er is genoeg wild. 's Avonds wemelt het hier van de konijnen en de fazanten”, zegt Den Broeder. In de Rijnmond nam hij pas nog een aalscholver waar. Zwanen dobberen er groepsgewijs in het water. „Een teken dat de rivier langzaam schoon wordt.”

Als een indrukwekkend bouwwerk doemt de waterkering, het sluitstuk van de Deltawerken, voor ons op. Twee jaar geleden werd het geopend. Volgens Den Broeder wordt verwacht dat de weersgesteldheid het één keer per tien jaar noodzakelijk maakt de haven te sluiten. Die operatie neemt in totaal zes uur in beslag, het op tijd waarschuwen van de in aantocht zijnde schepen meegerekend. Het totale haven- en industriegebied bestempelt de gids als „een belangrijke economische pijler van Nederland.” Er werken ruwweg 63.000 mensen, inclusief bedrijfsartsen, -juristen en douanepersoneel.

We zijn intussen bij de landtong Rozenburg aangekomen. Verschillende toeristen hebben de auto op de afvalberg geparkeerd. Vanaf een klapstoeltje zien ze schepen in- en uitgaan. „Gemiddeld komt of gaat er elke tien minuten een schip. Je moet geduld hebben. Een schip gaat nu eenmaal niet zo snel als een vliegtuig”, zegt Den Broeder. Een man tuurt met zijn verrekijker de haven in. Verderop laat een vijftiger een vlieger op. Achter een windscherm werpt een visser z'n hengel uit. Vriendelijke taferelen in 's werelds grootste havengebied.

Vliegveldje
De deelnemers aan de industriële tours beginnen steevast over de stank. Den Broeder heeft zijn antwoord klaar. „Bij de slager ruik je vlees, bij de bakker brood. Hier ruik je olie. Daar ontkom je niet aan”, zegt hij nuchter. Vervolgens vestigt hij de aandacht op een terrein dat nog niet voor industrie wordt gebruikt. Het doet dienst als vliegveldje voor ultralight-toestellen. Schuin ertegenover ligt de Maasmonding, waar een snackwagen frikadellen en hamburgers aanprijst. Wie het industriegebied de rug toekeert, kan in de verte de hoogbouw van Scheveningen waarnemen. Op zee schuift een schip van Wallenis Lines voorbij. Richting Bremerhaven, vermoedt Den Broeder.

Hij start de motor alweer en koerst op de laatste bezienswaardigheid voor deze middag aan: de Slufter. Het depot voor baggerslib heeft een natuurgebied als buurman. Uitkijkposten in de vogelvallei gunnen de bezoeker een verrassende blik in de wijde omgeving, variërend van het Oostvoornse autostrand tot een familiestrand waarop heel wat badhanddoeken liggen uitgespreid. Over de Haringvlietdam is Goeree-Overflakkee zichtbaar. Vanaf het uitkijkpunt is het volgens Den Broeder soms mogelijk met een verrekijker zeehondjes in het vizier te krijgen.

Deze aanblik vormt een schril contrast met de verzamelplaats voor verontreinigd slib die op hetzelfde moment schuin achter je ligt. Jaarlijks komt er zo'n 10 miljoen kubieke meter bij. Het depot raakt minder snel vol dan verwacht. Op dit moment ziet het ernaar uit dat er nog tot 2010 slib gestort kan worden. Opnieuw een teken, zegt Den Broeder, dat de verontreiniging in het gebied steeds verder wordt teruggedrongen. „De aalscholver is hier niet voor niets terug.”

Tour 1 heeft op alle even zaterdagen tot en met 16 oktober plaats. Vertrek om 10.00 uur voor een haventour vanaf de Coolsingel tot aan de Maasvlakte en een bezoek aan de Maasmonding. Einde: 13.30 uur. Deelname: ƒ 27,50.

Tour 4 heeft op de donderdagen 12, 19 en 26 augustus en 9 september plaats. Vertrek om 10.00 uur voor een busrit met bezoek aan de Stormvloedkering, EIC Mainport Rotterdam en Rotterdam Car Center. Einde: 16.00 uur. Deelname: ƒ 62,50.

Tour 5 heeft nog op dinsdag 17 augustus plaats. Vertrek om 10.00 uur, voor een busrit met bezoek aan de Slufter, de Maasmonding en ECT/Delta Terminal Maasvlakte en een vaartocht door de Rotterdamse haven. Einde: 15.30 uur. Deelname: ƒ 75,00.

Voor meer informatie over deze en andere zomertours: tel. 010-4023234.