Toerisme 17 juli 1999

Zaktelefoon gaat op vakantie massaal mee

Mobieltje voor
de papegaai

Door J. Visscher
Ons land mobiliseert zich in snel tempo. De opmars van de zaktelefoon is niet meer te stuiten. Maar liefst vijf miljoen Nederlanders hebben al een GSM. Niet alleen in bedrijven, op scholen en in de trein duikt het ding op. Ook op vakantie gaat het mobieltje mee. Verkenning op de Veluwe.

Veel Nederlanders zijn geneigd negatieve kanten van de mobiele telefoon te benadrukken, maar het ding biedt, ook op vakantie, „eigenlijk alleen maar voordelen”, vindt Arno Kantelberg, auteur van het onlangs verschenen ”Telefoonboek – De mens en zijn mobiele telefoon” (uitg. Bert Bakker, Amsterdam).

„Het is een geruststellend idee als opa en oma, die niet al te best ter been meer zijn, tijdens hun vakantie een mobieltje bij zich dragen”, zegt Kantelberg. „En een bezorgde moeder zal het fijn vinden dat ze haar kinderen van 13 en 14, die met hun fietsen en tentjes op vakantie zijn, op kan bellen via de GSM.”

Een zaktelefoon kan zelfs helpen tegen kwaadwillende lieden, weet de auteur. „In Spanje hebben criminelen een trucje bedacht om toeristen te beroven. Ze prikken op het tankstation een gaatje in de autoband. Een paar kilometer verderop staat de pechwagen even later aan de kant van de weg. Ineens verschijnen er twee mannen in felgele jasjes in een Opel Corsa. Ze zijn van de Wegenwacht, zeggen ze. Het is in zo'n situatie handig als je met je GSM even vlug naar de Wegenwacht kunt bellen. „Rijden er heren in felgele jasjes in een Opel Corsa bij u in dienst?” Blijken het rovers te zijn.”

De massale opkomst van de mobiele telefoon zal de wijze van vakantiehouden niet opvallend veranderen, verwacht Kantelberg. Lachend: „De zon blijft schijnen, de bus blijft naar de Costa Brava rijden, mensen blijven naar Tenerife vliegen. Wel verdwijnen telefooncellen op campings en in vakantieparken steeds meer uit beeld. De PTT breekt die dingen almeer af.”

Kantelberg kan zich voorstellen dat mensen hun vakantierust niet willen laten verstoren door het gepiep van een zaktelefoon. Toch is die redenering betrekkelijk, vindt hij. „Als je op een druk strand zit met harde radiomuziek, heb je het stukken minder rustig. En een mobiele telefoon kun je uitzetten. Als je mensen zou vragen of ze een zaktelefoon irritant vinden, zeggen velen „ja”, toch hebben ze allemaal zo'n ding. Daar zit iets kroms in.”

Mercedes
Het kan verstandig zijn de GSM uit te zetten, met het oog op de portemonnee, stelt Kantelberg. Een mobiel gebelde moet namelijk de gesprekskosten betalen vanaf de Nederlandse grens.

Zelf had Kantelberg in februari dit jaar tijdens zijn vakantie in Italië veel baat bij zijn zaktelefoon. „Op een gegeven moment luisterde ik de voice-mail-berichten af. Toen hoorde ik dat er iets ernstigs met mijn zoon was. Ik moest meteen terug.”

Dat mensen een mobieltje meesjouwen om ermee te showen, is zo langzamerhand verleden tijd, denkt Kantelberg. „Een jaar of tien terug was de GSM nog een statussymbool. Nu heben vijf miljoen Nederlanders zo'n ding. Als miljoenen Nederlanders in een Mercedes zouden rijden, zou het ook geen exclusieve auto meer zijn.”

Kamperen
Jacco Saaman (25) en zijn vrouw Marjo (25) uit Numansdorp hebben beiden hun mobieltje meegenomen op vakantie. Samen met drie vrienden kampeerden ze een week op de Veluwe.

„Het is altijd goed om snel iemand te kunnen bellen. Er kan een ongeluk gebeuren in het bos, of wat dan ook”, zegt Jacco op een met bomen omzoomd veldje op kampeercentrum De Pietersberg. In een stalen wasbak spoelen de kampeerders hun bekers om; ze maken zich op voor de terugreis. Hun Ford Fiësta en Volvo 340 zijn al grotendeels volgeladen.

Tijdens de vakantie belde Jacco met zijn mobiele een paar keer naar het thuisfront. In één geval ging het om het overlijden van een broer van zijn oma. Ook gaf hij per zaktelefoon instructies aan zijn broertje voor een klusje. „We hebben net een papegaai. Dat beest is nog jong en heeft babyvoeding nodig.”

Jacco, die thuis geen 'vaste' telefoon heeft, is verguld met het mobieltje. Onderweg naar het vakantieadres kan de GSM goede diensten bewijzen, vindt hij. „Vorig jaar zijn we met vijf auto's naar de Ardennen geweest. Daar zat ook een oude Opel Kadett uit 1963 tussen. Die kan pech krijgen. Als je elkaar zoekraakt, is het handig dat je even snel kunt bellen.”

Jan Willem Marinissen, een van de vijf andere kampeerders, is minder te spreken over de geneugten van de zaktelefoon. „Zo'n ding is absoluut niet nodig, vooral niet op vakantie. Dan wil ik rust hebben. Even geen krant, radio, tv, of telefoon. Ik ben een jaar of acht geleden zes weken lang in India op vakantie geweest: je kunt gerust zonder zo'n ding. Als je wilt bellen, is er altijd wel een telefoon in de buurt.”

Klanten
„Voor mij is de mobiele telefoon onmisbaar”, zegt G. Hoogervorst, vethandelaar. Zijn zaktelefoon ligt binnen handbereik op een tafeltje naast de stacaravan op kampeercentrum De Pietersberg, bij Beekbergen.

Zijn vrouw en haar vriendin spelen een potje rummikub, Hoogervorst zelf scharrelt rond in de tuin. Hij is vanuit Stompwijk –bij Leidschendam– twee dagen naar moeder de vrouw in Beekbergen gekomen. Zijn grijze Mercedes staat voor het tuinhekje geparkeerd.

Ook tijdens zijn „tweedaagse vakantie” is Hoogervorst niet van zijn klanten af. „Ik ben vanmorgen nog twee keer op de zaktelefoon gebeld. Om zeven uur en half acht. Een strandtent in Scheveningen vroeg of ik het frituurvet wilde op komen halen.” De vethandelaar voelt zich niet gehinderd door zijn mobieltje. „Als ik 'm uit wil zetten, zet ik hem uit.”

Hoogervorst weet uit ervaring dat een zaktelefoon ook populair is bij het dievengilde. Pas werden in Den Haag in veertien dagen tijd twee GSM'S uit zijn vrachtwagen gestolen. „Ik had de telefoons in de houder laten zitten. En ik sluit de wagen bij klantenbezoek niet af, dan zou ik dat vijftig keer op een dag moeten doen. Daarom heeft mijn vrouw een opbergvakje voor de telefoon aan m'n overalls genaaid.

Pas betrapte ik een zwarte jongen die in m'n vrachtwagen was gekropen. Ik had geluk dat ik mijn telefoon had meegenomen. Wat kom je doen? vroeg ik. Kijken hoe laat het is, zei die knaap.”

Ooit hoopt Hoogervorst verlost te zijn van zijn zaktelefoon. „Als ik het hele zaakje verkoop, krijgen ze dat ding erbij.”

Veilig
„Mijn ouders zijn in niet al te denderende staat. Daarom is het handig dat ik een mobiele telefoon bij me heb”, zegt Edsard Nusz (27) op camping De Hertenhorst bij Beekbergen.

Ook zijn vrouw Marieke heeft een mobieltje. Een van de zaktelefoons hangt aan een koordje in de voortent bij de caravan. Marieke, lachend: „Straks komen mijn ouders. Die hebben er ook allebei een.” Edsard heeft z'n mobiele nummer aan een „select” groepje familieleden verstrekt. „Het is niet zo dat ik met dit ding vanaf de camping naar m'n tante ga zitten bellen.”

Op en langs de weg is de zaktelefoon een uitkomst, vinden de Apeldoorners. Edsard: „Pas stond ik met m'n Volvo langs de kant van de weg. Mijn motor had zoiets van: Bekijk het maar. Ik heb meteen m'n schoonvader gebeld. Die heeft me weggesleept.”

Marieke: „De GSM geeft me een veilig gevoel. Als ik boodschappen doe of de kinderen uit school haal, neem ik 'm mee. Pas kwam er vlak voor m'n neus een kind onder de auto. Je belt dan meteen 1-1-2. Een telefooncel staat niet op iedere hoek van de straat. En als je er al een hebt, heb je kans dat-ie is gemold.”

Een recente aanbieding –gratis mobiele telefoon, gratis abonnement– trok de Apeldoorners over de streep. Edsard: „Het abonnement hebben we er gelijk afgehaald. Dan krijg je rekeningen achteraf en daar hou ik niet van.

We werken met beltegoedkaarten. Je moet een beetje bewust te werk gaan. Na zeven uur 's avonds is het bellen bijvoorbeeld veel goedkoper. Bij mij valt het met de kosten best mee. Ik denk dat ik het afgelopen halfjaar voor drie tientjes gebeld heb.” Zijn vrouw: „Het kan ook de spuigaten uitlopen. Pas sprak ik wat jongelui. Die hadden in een maand voor 400, 500 gulden verbeld. Dan sla je toch stijl achterover.”

Kleine Shadee, 1 jaar, bij moeder op schoot, zal de mobiele later vermoedelijk net zo gewoon vinden als de hagelslag op haar brood. Vader lacht: „Ze heeft hier ergens een speelgoedmobieltje liggen.”

Sterfgeval
„Perfect, zo'n mobiele telefoon.” Greetje Alberts-Bas (54) uit Rozenburg zou haar zaktelefoon niet meer willen missen. Het ding bewees haar goede diensten.

Samen met haar „campingvriendin” Corrie Peek (39) en haar gehandicapte dochter Francisca kuiert ze langs een bosweg bij Beekbergen.

Toen Greetjes man begin dit jaar tijdens een vakantie in Spanje overleed, had ze veel gemak van haar GSM. „Ik hoefde niet met Spaanse peseta's in zo'n munttelefoon te gaan rommelen of te gaan informeren bij Engels- en Duitssprekende receptionistes. Ik kon meteen naar familie en naar de ANWB in Nederland bellen.”

De mobiele telefoon is ook handig om snel op de hoogte te zijn van zorgelijke berichten over haar gehandicapte dochter, die verpleegd wordt in Beekbergen. Moeder wijst naar haar Francisca in de rolstoel. „Een paar jaar geleden heeft ze haar neus gebroken. Het is dan mooi als ik snel word ingelicht.” Jolig, tegen haar dochter: „Hé, Francisca, nou kom je ook nog een keer in de krant.”

Campingvriendin Corrie Peek heeft de zaktelefoon aan een koord om haar hals hangen. „Ik heb de riem van een schoudertasje gehaald. Er zitten haakjes aan, waarmee je de telefoon zo vast kunt haken.”

Ook Corrie is weg van de GSM. „Pas werden hier wielrenners aangereden. Dan kun je meteen even hulp inseinen. Een paar jaar geleden zat ik op de camping, nog zonder mobiele telefoon. Om acht uur 's morgens was er bij mij thuis ingebroken. Pas om twee uur 's middags was ik daarvan op de hoogte. Ik kreeg een briefje van iemand van de camping. Ze vonden het niet belangrijk genoeg om het eerder te melden. Als ik een mobieltje in bezit zou hebben gehad, zou ik het veel sneller hebben geweten.”