Toerisme 19 juni 1999

Schotlands glorie schittert in Edinburgh in nieuw, modern museum

Het verhaal van een
onooglijk stukje hout

Door Hilbrand Rozema
Het nieuwe Museum of Scotland in Edinburgh heeft zo veel te bieden, dat een enkel bezoek nauwelijks voldoet. De behuizing en het gebruik van moderne kunst zijn zo fraai, dat je na drie bezoeken nog niet uitgekeken bent. Alles wat er maar in je hoofd opkomt als iemand ”Schotland” zegt, is hier op unieke wijze tentoongesteld. Millennia-oude sieraden van goud en zilver. De Highland-cultuur van clans, kilts en de Keltische taal. De Reformatie en de godsdiensttwisten daarna... En ook de stoomlocomotieven en weefmachines van de Industriële Revolutie, die immers in Schotland begon.

Het museum ligt er stralend bij. Een eiland van zachtgeel marmer, omringd door het grauwe graniet dat zo kenmerkend is voor Edinburgh. Is dit schitterende, moderne gebouw het symbool van een nieuwe Schotse trots die door de straten van Edinburgh trekt? Heeft het iets te maken met het nieuwe Schotse parlement, dat enkele weken geleden voor het eerst sinds 1707 weer bijeenkwam? Het lijkt er wel op, want je kunt in dat nieuwe Schotse museum zoeken tot je een ons weegt, maar een portret van de Britse vorstin kom je er niet tegen. En de eerste drie verdiepingen zijn geheel gevuld met de permanente expositie ”The kings of Scotland”. Hier in de Schotse hoofdstad wordt een nationaal verleden bewust opnieuw vormgegeven, uitdagend en trots. Met dank aan de modernste computertechniek, moderne kunst en architectuur. De Schotten hebben hun eigen wortels weer ontdekt, en dit museum speelt daarin zeker een rol.

Schaakspel
Ook zonder die politieke bijgedachten in het achterhoofd valt er enorm veel te genieten, zowel voor volwassenen als kinderen. Meteen aan het begin, als je het duizend jaar oude Keltische kruis passeert dat de openingszaal bewaakt, blinkt het oude ”Schotse Koninkrijk” je al tegemoet. Met de mysterieuze glans van duizend jaar oude broches, haarspelden en zware zilveren schakelkettingen, die macht en status uitdrukten bij de oude Schotten en Picten.

Deze openingsuitstalling gaat over ”The shaping of a nation, often invaded, never conquered”, het ontstaan van een natie, vaak binnengevallen, nooit veroverd. Pas in 1320, met de Verklaring van Arbroath, waren de spreekwoordelijk verdeelde Schotten een beetje aaneengesmeed. „Wij vechten niet voor glorie, noch rijkdom, noch eer, maar voor vrijheid alleen, welke geen enkele goede man opgeeft, behalve met zijn leven”, zo las paus Johannes de Twaalfde, wellicht een beetje beduusd, op zekere aprildag in Rome in een brief van de Schotse edelen.

Sta hier ook even stil bij het uit walrusbeen gesneden ”Schaakspel van Lewis” uit de twaalfde eeuw. De Noormannen die zich metterwoon op de veroverde Hebriden-eilanden vestigden, doodden de tijd met schaken. De speelstukken hebben soms verrassend individuele expressie, zoals die ene soldaat (hij zal wel een pion zijn) die op de bovenrand van zijn schild staat te bijten, en erbij kijkt alsof hij het van angst in zijn broek doet.

Wegwerphout
De Romeinen lieten dit rafelige randje van de Britse Eilanden in het noorden maar liggen. Langer dan enkele tientallen jaren zijn ze er niet geweest. In die tijd woonden in de Highlands nog de geheimzinnige ”Picti”, een beschilderd prehistorisch volk van woeste krijgers. Ze gebruikten bizarre oorlogstrompetten van twee meter lang, die de kop van een ”boar” (varkensbeer) hadden. Die trompetten vindt men in de benedenzaal, samen met de alleroudste vondsten uit Schotse bodem.

Toegegeven, je moet er een beetje van houden, van archeologie, maar deze benedenzaal alleen al is goed voor pakweg twee uur wegdromen. De kunstenaar Andy Goldsworthy verzorgde er een schitterend decor. De nauw op elkaar gevleide leistenen, die een massieve ronde vorm neerzetten, verwijzen naar de ”broghs”. De architect van het museum verwijst in zijn ontwerp eveneens naar zo'n bekende plompe verdedigingstoren uit onheugelijke tijden.

Goldsworthy heeft een voorliefde voor natuurlijke materialen. Een bepaald, onooglijk stukje hout is een speciaal bezoek waard. Het ziet eruit als wegwerphout, maar blijkt een echte, met de hand gemaakte jachtboog van 6000 jaar oud te zijn. Een gids vertelt hoe deze boog is gevonden. Op zekere dag in 1990 liep een Schotse man te wandelen met zijn hond, en dacht: Hé, wat steekt daar een leuke stok rechtop uit het veen! Hij zag meteen dat er iets speciaals mee was, maar wist niet wat. Thuis gooide hij het ding achteloos op de werkbank, in de garage. Totdat een bevriende archeoloog langskwam, en bijna begon te schreien van geluk. Onderzoek bevestigde zijn vermoedens dat dit een zeer oud werktuig was, zes millennia geleden verloren door een jager en door het veen bewaard, tegen het verstrijken van de tijden in.

John Knox
De bewogen kerkgeschiedenis van Schotland is rijk vertegenwoordigd. Van de geneeskrachtige bronzen bel van de Ierse zendeling Saint Fillan, via kostbare dertiende-eeuwse manuscripten, tot het ongelooflijk fijne borduurwerk van de Fetternac Banner (1520).

De Reformatie van 1560, ingezet door de Schotse Calvijn John Knox, wordt toegankelijk behandeld en voor kerkelijke leken (die vandaag in Schotland in de meerderheid zijn) uiteengezet. Tal van boeiende voorwerpen geven een levendig beeld van de presbyteriaanse Covenanters, die het goed hadden onder onze eigen ”King William of Orange”. Met z'n aantreden in 1690 groeide er een band tussen koning, kerk (”kirk”) en volk.

Het waren trouwens vaak de geestelijken die ook een partijtje meebliezen in wetenschap en kunsten. Zo kun je op het droevige lot stuiten van dominee Timothee Pont (gestorven in 1610), die voortreffelijke topografische kaarten maakte, maar slechts de publicatie meemaakte van een daarvan. Dit feit is te lezen op een van de vele ”touch screens”, computerschermen die je kunt bedienen door ze even aan te raken met je vingertoppen. Zo komt er een schat aan informatie los: over de werking van de stoomlocomotief, de mijnbouw, de bittere armoede in de negentiende-eeuwse steden, de vreselijke ziekten. Maar ook over plezieriger onderwerpen, zoals de historische rol van de Schotse harp en doedelzak.

Hoewel alle bijschriften in het Engels zijn, en er slechts Engelse en Gaelic (Keltische) cassettes met toelichting zijn, is dit museum toch zeker ook leuk voor kinderen. Al was het maar vanwege de imposante aanwezigheid van echte stoomlocomotieven.

Museum of Scotland in Edinburgh (tel. 0044-131225 7534) is dagelijks geopend. Dinsdag van 16.00 tot 20.00 uur gratis entree.