Toerisme24 april 1999

Stadspark Sonsbeek klaar voor jubileumactiviteiten

Arnhems visitekaartje
in de 21e eeuw

Door L. Vogelaar
Het jaar 2004. De hogesnelheidstrein zoeft Arnhem binnen en komt in een mum van tijd tot stilstand. Schielijk verlaten passagiers het haastige vervoermiddel, om vervolgens tot rust te komen in een oude tram. De komende 5 jaar wordt het tramlijntje uit het Openluchtmuseum doorgetrokken naar het station. Het traject loopt door het eeuwoude Sonsbeek. Prinses Margriet is dinsdag bij de oplevering van de renovatie van het jubilerende stadspark.

Blinkend wit ligt de villa van Sonsbeek op een groene heuvel. De golvende grasvlakte biedt een prachtig uitzicht op statige oude stadswijken. De Eusebiustoren steekt donker af tegen de wazige lucht. Aan de ene kant van de villa buigen brede asfaltpaden het oude beukenbos in. Aan de andere zijde grazen lakenvelder koeien te midden van het stadsgewoel.

Voor Arnhemmers is het park een oase. „Op een mooie zondag zijn hier tienduizenden mensen”, zegt P. T. N. van de Poll, directeur van de ”Stichting 100 jaar Sonsbeek”, in de serre. Onder supervisie van zijn stichting werd het park gerestaureerd en zijn jubileumevenementen op touw gezet. De aanleg van een tramlijn past niet alleen in de opknapbeurt van het stadspark, maar moet ook twee nijpende problemen oplossen: toeristen staan bij het Openluchtmuseum en Burgers' Zoo in de file, terwijl ze de rest van de stad niet weten te vinden.

De tram haalt de mensen straks op bij een nieuwe, grote parkeerplaats, bereikbaar via een nieuwe afslag van de A12. De wagons passeren het Openluchtmuseum en de dierentuin en vervolgens kasteel, waterval en watermuseum in de parken Zijpendaal en Sonsbeek. In de binnenstad kunnen de toeristen uitstappen, zodat ook de middenstand van hun aanwezigheid profiteert.

Watergordijn
Het Nederlands Watermuseum in de Begijnenmolen, dat in 2002 de deuren opent, ligt ook langs het traject. Van de Poll (enthousiast): „Het wordt hét zoetwatercentrum van Nederland.” Behalve de Begijnenmolen is ook de gerestaureerde Watermolen nog over van de zeven graanmolens die vroeger langs de Sint-Jansbeek stonden. Begin vorige eeuw ging het slecht met de landbouw en raakten ze in verval.

De familie Van Heeckeren van Enghuizen kocht het landgoed in 1821. Zij maakte van Sonsbeek een prachtig park. Toen een projectontwikkelaar de 507 hectare in 1898 in handen kreeg, leek het einde echter nabij. De gemeente greep gelukkig in en werd de nieuwe eigenaar. De ontwikkelaar mocht een deel ervan bebouwen en het 67 hectare grote park bleef behouden. De aankoop in augustus 1899 nam maar liefst de helft van de jaarbegroting van het stadsbestuur in beslag. Sonsbeek bleef echter gespaard en steekt nog altijd als een groene wig in de bebouwing. „Geen stad heeft als Arnhem, vlak bij zijn hart (...), een dergelijk reservaat van ongerepte natuur”, werd in 1956 geschreven.

De renovatie van Sonsbeek, dat sinds 1949 naam maakt met internationale beeldententoonstellingen, is afgerond. Met de bijeengebrachte 10 miljoen gulden zijn 31 restauratieprojecten voltooid. Negen kleinere onderdelen konden wegens geldgebrek niet uitgevoerd worden.

Tot de gerestaureerde objecten behoort de waterval. De rommelige waterplas is veranderd in een strak watergordijn, doordat de brokkelige rand 'rechtgetrokken' is. Bezoekers kunnen nu achter het water langs wandelen. Molens en waterval behoren tot de ”water-as”. Regenwater dat eeuwen geleden naar beneden kwam, borrelt op in sprengen en zoekt zich via de Sint-Jansbeek een weg richting de Rijn. Voorbij park Sonsbeek is een deel van de beek gedempt, maar die ingreep wordt de komende tijd weer ongedaan gemaakt. Het stadsbestuur wil de drie onderkelderde beken in de stad ook elders weer voor de dag laten komen.

Bloementuin
Net als de aangrenzende parken Zijpendaal en Gulden Bodem heeft Sonsbeek een open karakter. Het trio is toegankelijk via ruim honderd in- en uitgangen. „Daardoor is het terrein moeilijker te controleren dan bijvoorbeeld het Amsterdamse Vondelpark, dat maar een paar ingangen heeft. We hebben echter weinig problemen, want de Arnhemmer is geen Amsterdammer. Drugsdealen gebeurt hier niet en er scheuren geen jongens op brommers rond. Dat is uniek, want er komen hier ruim 2 miljoen mensen per jaar.”

Tijdens de restauratie, die anderhalf jaar geleden begon, is de Engelse landschapsstijl in oude luister hersteld. Zowel de rode monumenten (de gebouwen) als de groene zijn onder handen genomen. De rhododendrons zijn opgepept en de grond eromheen is tot een meter diep verrijkt met mest.

Het park staat vol beuken; die zijn allemaal ongeveer even oud. Ze bevinden zich in de laatste levensfase. De komende tijd zal de ene na de andere het begeven. Is het niet verstandiger om tijdig te kappen en gedeelten van het park te verjongen? Die vraag is actueel in tal van parken die omstreeks de negentiende eeuw zijn aangelegd. Sonsbeek belegt er in oktober een symposium over met bezoekers uit heel Europa.

Op de oorspronkelijke moestuin rijpten vroeger druiven. Later was het een zwaar verwaarloosde midgetgolfbaan. Van de Poll noemt de tuin nu „het pareltje in de kroon van de restauratie.” Met heel veel moeite scharrelde de stichting daarvoor de 1,5 miljoen gulden bijeen. De bloemperken liggen trapsgewijs, want in de 20 meter lange tuin zit een verval van 13 meter. Kinderen kunnen zich vermaken met hangmatten en praatbuizen. Sonsbeek, het oudste groene monument van Nederland, is in oude luister hersteld en moet dienen als Arnhems visitekaartje in de 21e eeuw.

Het eeuwfeest van park Sonsbeek in Arnhem duurt tot 11 september. Vrijwel alle festiviteiten zijn gratis te bezoeken, zoals de expositie in de Watermolen (vanaf woensdag 28 april), het internationaal schaaktoernooi (3 tot 8 mei), Sonsbeek Keramiek (24 mei), Sonsbeek Flora (29 mei) en de taptoe (19 juni).