Toerisme 17 april 1999

Londense warenhuis staat voor 150 jaar Britse stijl en kwaliteit

Handel tussen haute
couture en halfje wit

Door Tineke Goudriaan
Met een tas van het chique Londense warenhuis Harrods ga je bewust om. In de metro houd je hem duidelijk zichtbaar op schoot. Ook op straat draag je het groen-met-gouden geval herkenbaar, dus aan de buitenkant. Voor een Harrods-tas hoef je niet eens een exclusieve parfum, horloge of duur tennisracket te kopen. Een fles bronwater of wat sokken is genoeg. Veel Britten gaan 'Harrodsen' met een nagenoeg dichte portemonnee. Het zal niet dankzij hen zijn dat het chique warenhuis anno 1999 150 jaar bestaat.

Met niet minder dan 557 stappen ben je om het grote Harrods-gebouw in het Londense Knightsbride gelopen. Reken daarbij zeven etages, dan valt elke Bijenkorf of V&D in het niet. Een vergelijking met welk warenhuis dan ook gaat mank. Harrods is uniek, wil woordvoerder Peter Willasey doen geloven. In zijn ogen haalt zelfs 's werelds grootste warenhuis, Macy's in New York, het niet bij het zijne. „Macy's maakt een vermoeide indruk. Bovendien hebben wij een veel exclusievere lijn.”

Dat laatste is precies wat Barberry Blackburne in Harrods aantrekt. Al 25 jaar werkt de grijze dame als verkoopster onder het dak van het warenhuis. Ondanks haar leeftijd –ze is de 65 gepasseerd– blijft ze in dienst. Ze helpt nu op de beautyafdeling. „Ik ben dol op Harrods. Ik kan er niets aan doen. Alles is hier zo speciaal, zo groots, uniek, zo bijzonder.” Woorden schieten mevrouw Blackburne te kort. Ze valt voor de grootte van de zaak, de manier waarop alles is uitgestald, de glamour. Haar 22-jarige collega Che Tua Hirami van de lederafdeling liet voor een baan bij Harrods zelfs haar lerarenopleiding schieten.

Toeristenattractie
Al Fayed
Inderdaad is Harrods geen doorsnee warenhuis. Na de St. Paul en de Big Ben is het zelfs Londens derde populaire toeristenattractie. Op het midden van de dag rijden taxi's af en aan en laadt de metro bij Knightsbride continu Harrods-gangers uit. Per dag stappen gemiddeld zo'n 35.000 klanten –al dan niet gebontjast– over de drempel. Die komen niet zomaar binnen. Ze mogen in elk geval geen rugzak dragen, geen actieve mobiele bij zich hebben en niet fotograferen. Draag je in de zomer een korte broek, dan krijg je niet de kans binnen een lang exemplaar aan te schaffen. De deftig geüniformeerde beambten bij de ingang wijzen je daarop.

De megazaak vindt zichzelf een van de weinige echte warenhuizen. De meeste broertjes en zusjes bieden slechts een selectie, maar bij Harrods kun je zowat alles kopen. Harrods heeft dan ook een motto hoog te houden: ”Omnia omnibus ubique” (Alles voor allen en overal). Je kunt het zo vreemd niet bedenken of Harrods heeft het. Boeken, postzegels, huishoudelijke apparaten, haute cuisine en couture, potloden en golfsticks. Van het vlees en de vis stap je in de sieradenafdeling en vervolgens in de bloemenzaal. Even verder zitten Italianen aan de koffie en neemt een met goud behangen Amerikaans echtpaar zijn verlate ontbijt.

Je kunt er verder geld wisselen, een reis boeken, je jas laten stomen, foto's laten ontwikkelen en een schoonheidsbehandeling ondergaan. Alleen voor een spijker, een auto, een olifant of verf moet je naar een andere zaak. Alle andere artikelen moeten, liefst in een mooie uitvoering en in diverse varianten, verkrijgbaar zijn. Veel van de spullen zijn ”only Harrods”, uniek Harrods, dat maar al te graag „synoniem voor Britse stijl en kwaliteit” wil zijn.

Duur
Weliswaar bedient het prestigieuze warenhuis allerlei koninklijk bloed en koopt Londens upper class er zijn meubels, kleding en sportartikelen, toch wonen veel vaste klanten tamelijk dicht bij Knightsbride. Veel Londeners halen er gewoon hun komkommer en een halfje wit. Begrijpelijk, want de ”food”-hallen met hun fraaie architectuur uit het begin van deze eeuw bieden niet alleen kwaliteit maar ook een enorme variëteit. Je kunt er uit meer dan honderd soorten brood, uit 150 soorten thee, 25 soorten koffie, 45 eigengemaakte patés en 350 soorten kaas kiezen.

Harrods mag dan zowat alles aan iedereen verkopen en zelfs gratis thuisbezorgen, de prijzen lijken niet voor iedereen. Neem Nel Harkan, een volslanke Ierse uit Londen die met haar dochter op de damesafdeling rondsnuffelt. „Ik kom hier eens in de maand, maar eigenlijk alleen om rond te kijken. Vooral naar de damesmode. Aanschaffen doe ik bij Marks & Spencer. Alleen bij de ”food”-afdeling hier doe ik inkopen. De artikelen zijn van goede kwaliteit en niet zo duur.”

Persvoorlichter Peter Willasey wil de Harrods-prijzen graag nuanceren. „Mensen hebben het beeld van ons dat we zo duur zijn, maar dat komt misschien omdat we veel kostbare dingen verkopen. Dure zilveren of gouden sieraden bijvoorbeeld. Dat promoten we, omdat dat een van onze specialiteiten is. Maar je hoeft echt geen oliesjeik te zijn om bij Harrods te kunnen winkelen. In principe verkopen we alles voor dezelfde prijs als in andere zaken.”

Naam
Verkoopster Barberry Blackburne denkt dat Harrods het met de prijzen heel bont kan maken. „Wij zijn veel duurder dan andere zaken, maar men geeft niet om het geld. Het gaat er alleen maar om dat het híér is gekocht; iedereen wil een Harrods-tas.”

Dat elke dag toch weer 35.000 klanten Harrods binnenstappen, komt volgens Willasey door Harrods' reputatie. „Ons warenhuis timmert al 150 jaar aan de weg. Dat geeft je een naam. Maar het is natuurlijk niet alleen de lange geschiedenis. Het is ook de aantrekkelijkheid van de zaak zelf. We verkopen zowat alles, we bieden goede kwaliteit en de omgeving alleen al maakt het hier winkelen een attractie. Bovendien staan wij in voor een goede kwaliteit en bieden we veel service. We kunnen op een reputatie bogen.”

Echte concurrentie ervaart Harrods niet, zegt Willasey. „Misschien Selfridges in Oxford Street, maar die heeft een mindere locatie. Of Harvey Nichols in de kledingbranche, maar die is nog niet zo groot.” Harrods weet mensen aan zich te binden. Daarvoor hoeft het bedrijf niet eens op zondag open, behalve dan voor Kerst. Is het niet met de klantenpas of gratis-thuisservice, dan wel met de uitverkoop in januari of juli. Die is beroemd. Op de eerste zaterdag trekken de aanbiedingen zo'n 300.000 klanten, horden journalisten en tv-lui naar de winkel. Heel bont viert Harrods zijn jubileumjaar niet. Het feest blijft beperkt tot speciale aanbiedingen voor vaste klanten. Een select gezelschap kan spotgoedkoop artikelen krijgen voor prijzen uit 1848.

Al Fayed
Wie Harrods een nog specialer tintje geeft, is eigenaar Mohammed Al Fayed, vader van Dodi Al Fayed die met prinses Diana in augustus 1997 omkwam bij een auto-ongeluk in Parijs. De miljardair maakt als het even kan in de ochtend een rondje door zijn zalen. Mevrouw Blackburne kijkt op haar horloge. Eerbiedig: „Over een klein uur komt hij met zijn beveiligingsbeambten. Nadat zijn zoon is overleden, kijkt hij niet meer zo vrolijk,” weet ze.

De reputatie van de Harrods-magnaat is niet onomstreden. Na jaren vechten is de Egyptenaar nog steeds niet in bezit van het Brits staatsburgerschap omdat het establishment vraagtekens heeft bij Fayeds lezing van zijn afkomst, rijkdom en zakelijke belangen. Sowieso zagen de Britten met lede ogen een van Londens gouden visitekaartjes in 1985 in handen van de Egyptenaar verdwijnen.

Al Fayed heeft inmiddels een Egyptisch stempel op het super-Britse warenhuis gezet. Niet alleen is het assortiment met allerlei internationale items verrijkt, in 1991 opende hij een luisterrijke, Egyptische zaal met brons en marmer. Twee jaar geleden liet hij een van de trappenhuizen een Afrikaanse gedaanteverwisseling ondergaan. Kosten: 20 miljoen pond. Willasey: „Fayed heeft een grillig soort humor. Hij wil dat de mensen zich hem zullen herinneren.”

Dat moeten ze ook zijn omgekomen zoon, heeft Al Fayed gedacht. Ter nagedachtenis van Dodi en Diana is aan de voet van de roltrappen boven een weelderig bronzen fontein een groot medaillon aangebracht. De muntstukken die in het water belanden, gaan naar een goed doel.