Toerisme3 april 1999

Op Urk is een jongetje veel geld waard

Hangen en wurgen
in een ”ginkien”

Door R. Pasterkamp
Geen grapje, het staat er echt: een jongetje is twee keer zo veel waard als een meisje. Volgens de overlevering kost een dametje 500 gulden en een klein kereltje duizend. Wie het niet gelooft gaat zelf maar kijken. Bij de ”Ommelebommelestien” op Urk. O‹p, want het blijft een eiland.

De steen is goed zichtbaar vanaf het hoogste punt van de bult die Urk heet: bij de in 1844 gebouwde vuurtoren. Zo'n 70 meter vanaf de IJsselmeerdijk laat de gladde kei in het water af en toe zijn rug zien. Wie niet beter weet denkt dat er een dode walvis ligt, iets wat Urkers met smaak aan ”vreemden” wijsmaken.

Aan de zwerfkei van Scandinavische oorsprong is een oude legende verbonden. De Urker kindertjes worden niet door de ooievaar gebracht, maar komen uit de steen. De aanstaande vader roeit er in een bootje naartoe en 'koopt' een kind. Aan het kindertal op Urk af te meten (meer dan de helft van de ruim 15.000 inwoners is jonger dan 20) werpt de steen behoorlijk vruchten af.

De Ommelebommelestien is opgenomen in de Stegentocht, een bijzondere wandeling door een bijzondere plaats. De tocht begint bij het museum Het Oude Raadhuis in Wijk 2. Ook zoiets typisch. De bebouwing op het voormalige eiland wordt aangeduid als het „oude dorp” en is onderverdeeld in acht wijken. Hoewel alle straten een naam hebben, is het gebruikelijk om de wijknummering aan te houden. Ook door de postbode. Waarin Urk op New York lijkt.

Het enige museum op Urk heeft van 1905 tot 1988 dienstgedaan als gemeentehuis. Er kan nog wel getrouwd worden, van oktober tot en met maart. Buiten die maanden is Het Oude Raadhuis het domein van toeristen en dagjesmensen. Dan is er (met poppen) een trouwceremonie in klederdracht. Het museum toont iets van de eigenwijze Urkers die op hun eigen wijze leven. Ook vroeger. Een authentieke oud-Urker woning pal naast het museum is ingericht naar de omstandigheden op Urk aan het begin van deze eeuw, compleet met nettenzolder, waterput en bedsteden.

School
Wie Urk aan het einde van deze eeuw wil zien, moet de benen strekken. Onder leiding van een gids of zelf aan de wandel, met een plattegrond in de hand. Hoeveel stegen (”ginkies” in Urker dialect) er op Urk zijn, weet zelfs VVV-medewerkster Daniëlle Visser niet te vertellen. „Volgens mij zijn ze nog nooit geteld.” Het ginkien speelt wel een cruciale rol in het dagelijkse leven. Ga je bij iemand op de koffie, dan kom je via de achterdeur. Alleen „een vreemde” komt „voorin.” Afscheid nemen van je ”kalletje” (vriendin) doe je in het ginkien. Daar komt 's avonds laat immers verder niemand.

„Vroeger renden we op weg naar school door de ginkies”, vertelt een autochtone Urker. „Kwam je in de klas met een hoofd vol spinrag.” Die school (toen de enige op de Bult) was de Wilhelminaschool, pal achter de vuurtoren. Jaren geleden ging het massieve bouwwerk tegen de vlakte en verrees op dezelfde plek een typisch Urker woonwijkje. Tussen de huizen, achter enkele zwerfkeien, staat het beeldje ”De toekomst van Urk”, dat bij de start van de dorpsvernieuwing in januari 1991 is onthuld. Een jongen spelend met een doek in de wind moet de altijd durende strijd van de vissers tegen de elementen symboliseren. Het beeld is al eens door onverlaten van zijn sokkel getrokken, maar kwam toch weer netjes op z'n klompen terecht.

Via de Staversehoogte lopen we richting het water. Halverwege de steile helling is een ginkien dat zo smal is dat iemand met brede schouders absoluut blijft steken. Linksaf is het Urker strand, rechts de weg over de dijk langs het IJsselmeer. Er waait een stevige bries, recht in het gezicht. Meeuwen genieten. Urkers komen hier graag. Bij voorkeur in de auto. „Effen un roendjen om de toren.”

Netten
De Stegentocht is ongeveer 2 kilometer lang. De gids doet er 1,5 uur over. In eigen tempo duurt het langer. Geeft niets. Geniet van de schots en scheef staande huisjes in het oude dorp. Aan de IJsselmeerdijk staan geen doorzon- maar doorzeewoningen. Kijk zelf maar! Tuintjes ontbreken. Geen wonder: de bouwgrond op de zandbult van het eiland was schaars, de woninkjes klein en ruimte buiten werd benut voor het drogen van de netten over de hekjes.

Sta stil bij Wijk 4 nummer 99: een prachtig gerestaureerd Urker huisje omringd door zes lindebomen, gelegen aan een piepklein pleintje. Er is zelfs een aangebouwd ”fort”, het kookgedeelte van de oude Urker woningen. Wie het treft loopt in het oude dorp tegen een echte Urker in klederdracht aan. Veel zijn er niet meer die dagelijks de ”hulle” of ”karpoets” opzetten. Ongeveer honderd mensen dragen ze nog, vrouwen zijn veruit in de meerderheid.

Altijd indrukwekkend is het vissersmonument. Een versteende vrouw die achterom kijkt naar de zee, vergeefs wachtend op haar geliefde(n). Om het standbeeld staat een muur met 33 marmeren platen met daarop de namen van in of op zee omgekomen vissers. De laatstgenoemde naam is die van de in 1997 omgekomen 19-jarige Kees Korf. Inmiddels kan er weer een naam bij op de zwarte plaat...

Koningin
Urk, bekend en berucht. Zeker na het jongste incident, toen opgeschoten Urkers voor eigen rechter speelden, weet iedereen het dorp te plaatsen. Daniëlle Visser van de VVV is niet bang dat nieuwsgierigen de belaagde woning in Wijk 6 willen zien. „Zijn ze vergeten. We hadden het wel toen de Koningin hier was. Wilde iedereen de route lopen die zij had gelopen.”

Ga dan maar naar Wijk 4 met absoluut het kleinste ginkien van Urk, misschien wel van heel Nederland. Het lijkt alsof het straatje doodloopt, maar dan doemt links opeens een piepkleine doorgang op. Het steegje is nog geen meter breed en mensen langer dan 1,75 meter lopen klem onder de dakgoot van het belendende huis. Een tegenligger met fiets komt aan de andere kant het steegje in. Kwestie van hangen, wurgen en de buik inhouden.

Museum Het Oude Raadhuis, Wijk 2-2 (tel. 0527-683262), is tijdens het Nationale Museumweekend alleen op zaterdag open. Dan kan ook de Stegentocht worden gelopen. Gids of routebeschrijving via het VVV-kantoor, Wijk 2-2 (tel. 0527-684040). Het museum is open tot en met september, van maandag tot en met zaterdag van 11.00 tot 17.00 uur; in juli en augustus vanaf 10.00 uur. De Stegentocht is in juli en augustus iedere dinsdag en donderdag om 15.00 uur onder leiding van een gids (4 gulden per persoon) te lopen. Verder op afspraak via de VVV.