Toerisme 27 maart 1999

Jacoba van Beieren lijkt terug te zijn op de Keukenhof

Vijftig jaar lentetuin in Lisse

Door Jeannette Donkersteeg
Waar ooit paardenhoeven dreunden, prijken nu perken vol narcissen. Trompetten werden vervangen door triumftulpen. Het voormalig jachtgebied van Jacoba van Beieren is een kleurrijk park. Haar keukentuin bestaat al lang niet meer. Maar het landgoed waar de 15e-eeuwse gravin ooit jaagde en kruiden plukte, heet ter ere van haar nog altijd Keukenhof. Deze week viert het park zijn 50-jarig bestaan. In feite is het eeuwen ouder. Nog altijd is een graaf de eigenaar.

Wandel de Keukenhof binnen en William Wordsworths woorden kunnen je zomaar in gedachten komen. In zijn gedicht ”I wandered lonely” verwoordde de Engelsman begin vorige eeuw de verwondering die hij voelde, toen hij tijdens een eenzame zwerftocht een zee van gouden narcissen ontdekte. „Naast het meer, onder de bomen, trillend en dansend in de zachte wind.” De Keukenhof toont wat Wordsworth moet hebben geïnspireerd: honderden gele kelkjes die in het water weerspiegelen.

Stond de Engelsman oog in oog met een stukje pure natuur, in Lisse bemoeien mensenhanden zich met kleur en compositie. Toch spreekt ook hier –om het nu met de woorden van een Vlaamse poëet te zeggen– „de blomme een tale”, over „wat God geschapen heeft.”

Besmet
Bloeiende bloemen boeien. Miranda de Keizer weet er alles van. Ze kwam als stagiaire. Ze bleef om het park te promoten. Ze doet dat nog steeds. Toch was ze geen bijzondere bloemenliefhebster toen ze voor het eerst de poorten van de Keukenhof binnenging. Dat veranderde snel. „Je wordt meteen besmet met het Keukenhof-virus”, zegt ze, waarna ze de woorden meteen wel weer zou willen inslikken. „Dat is geen gelukkige uitdrukking op dit moment”, verontschuldigt ze zich – denkend aan het drama dat zich afspeelde rond de West-Friese Flora, waar bezoekers onlangs besmet raakten met een virus dat een aantal van hen het leven kostte. Met bloemen had dat veteranenvirus weliswaar niets te maken, maar onbewust is de link toch snel gelegd. Niet voor niets kopte een regionale krant vorige week: ”Keukenhof zit in de zenuwen”.

Miranda maakt zich minder zorgen. „Ik weet dat wij ons al sinds jaar en dag bezighouden met allerlei preventieprocedures tegen bacteriën. Hier komen enorm veel bezoekers, dus nemen we nooit risico's. Als mensen het tragische gebeuren rond de West-Friese Flora met bloemen associëren, is dat niet terecht. Dat de Koningin zelf woensdag de Keukenhof opende, zegt toch ook iets.”

Pril
We lopen langs de vijver van het park. Een paar statige zwanen draaien wat onwennig om elkaar heen op de rimpelloze waterspiegel. Ze worden elk jaar voor 2 maanden geleasd en gaan dan in al hun schoonheid naar een volgend adres.

De bolgewassen aan de oever wekken ook al de indruk dat ze nog moeten acclimatiseren. Ze komen net boven de bodem uitkijken, heel pril en teer. Het is verrassend hoeveel soorten zich al laten zien. Over de perken in Lisse ligt in deze laatste week van maart reeds een gloed van warm blauw, zachtgeel, rood, paars en wit. Je zou de organisatie er haast van verdenken dat ze vloerverwarming in het park heeft aangebracht of met groeihormonen manipuleert.

Volgens Miranda de Keizer is dat allerminst het geval. Ze zegt zelfs niet te weten of dergelijke mogelijkheden bestaan. „We houden de grond los en proberen tijdens de wintermaanden zo veel mogelijk af te dekken. Het afgevallen blad van de eeuwenoude bomen helpt daaraan mee. Verder zijn we echt afhankelijk van het weer. Na een extreem strenge winter gaan we open met een zwarte bodem. Dat was in '96 het geval.

Zoiets is echter een uitzondering. Meestal is er gedurende het hele seizoen wel iets te zien. Dat komt door wat wij etagebeplanting noemen. Laatbloeiers zoals triumftulpen –die hoge, lange, waar de Keukenhof om bekendstaat– stoppen we het diepst in de grond; daarbovenop komen de middellate tulpen, die begin of half april verschijnen. Het minst diep liggen de krokussen, de tête-à-tête-narcissen, de irisjes en de kleine tulpen. Ze komen keurig in volgorde boven. Ik doe dat thuis in de potten op mijn balkon ook zo. Het werkt perfect. Als mensen vragen wat de beste tijd is om te komen, kunnen wij daar dan ook geen antwoord op geven. Het is hier elke dag anders en elke dag mooi.”

Engelse stijl
De bollen zelf, 6 miljoen in totaal, zijn een geschenk van negentig kwekers uit de omtrek. In ruil daarvoor staan er bordjes met hun namen bij de perken. De kwekers waren 50 jaar geleden de initiatiefnemers van de Lisser lentetuin. Zij stelden zich aanvankelijk een 'etalage' van bolgewassen voor, waarbij ze niet de toerist, maar zakenlui uit de branche op het oog hadden. Collega's uit het buitenland moest in het hart van de bollenstreek een overzicht worden geboden van wat er op hun vakgebied allemaal bestaat. Dat gebeurt volgens Miranda overigens nog steeds. Veel leveranciers bezoeken de Keukenhof met buitenlandse zakenrelaties.

Het enthousiasme van vele binnen- en buitenlanders die niet uit economische motieven, maar om te genieten op de Keukenhof afkwamen, maakten het park onbedoeld tot een veel groter succes dan was voorzien.

De ligging van het terrein, tegen een duin in het overigens vlakke landschap, werkt daar ongetwijfeld aan mee. In 1830 –het landgoed van Jacoba was toen al vele malen in andere handen overgegaan– hebben de tuinarchitecten Zocher senior en junior (die ook het Amsterdamse Vondelpark ontwierpen) hier een tuin in de Engelse stijl laten aanleggen. Dat ontwerp is nog altijd de basis van de Keukenhof. Wel worden de vormen van perken en gazons jaarlijks gewisseld. Miranda de Keizer: „Waar nu perken zijn, ligt volgend jaar gras – en andersom. Zo voorkomen we dat de bodem uitgeput raakt. Ieder voorjaar zaaien de hoveniers 6 ton nieuw siergraszaad in. Dat sterft vanzelf af en fungeert als compost. Het hoeft gelukkig niet allemaal weer verwijderd te worden. Voor de bollen geldt dat overigens wel.”

Zomerhof
Twee maanden lang zorgen 200 tot 300 mensen ervoor dat de Keukenhof erbij ligt als om door een ringetje te halen. Maar liefst 800.000 tot 900.000 bezoekers betreden in die korte tijd de paden. Dan gaan de deuren dicht. In de Keukenhof keert de rust weer.

Zo ging dat althans in de afgelopen 5 decennia. Lang sluimerende plannen om ook in de periode tussen mei en maart van het landgoed te profiteren, lijken nu realiteit te worden. Dit jaar krijgen liefhebbers voor het eerst de kans om in de zomer opnieuw bloemen te komen bekijken, vertelt Miranda de Keizer. Op 19 augustus gaat het park als ”Zomerhof” voor de tweede keer dit jaar open. Een maandlang zal eenderde van het Keukenhof-terrein opnieuw met bol- en knolgewassen zijn gevuld. Buiten worden de dahlia's, cana's, lelies, begonia's, gladiolen, fuchsia's en allerlei kuip- en terrasplanten gepresenteerd. Binnen wisselen tentoonstellingen met onder meer rozen, chrysanten en bloemsierkunst elkaar af. Een aantal thematuinen, de dierenweide, de molen, het doolhof en de speeltoestellen zijn dan ook weer toegankelijk.

Miranda ziet de nieuwe activiteit als een eerste stap op weg naar een langer openingsseizoen. De mate waarin dit experiment aanslaat, gaat bepalen of er nog meer uitbreidingen in het verschiet liggen. Daarbij heeft uiteraard ook de oude graaf J. C. E. van Lynden een vinger in de pap. Die is namelijk nog altijd eigenaar van het landgoed en verblijft dan ook geregeld in het kasteel dat erbij hoort.

Dat Zomerhof vanaf nu een jaarlijks terugkerend verschijnsel wordt, staat in elk geval wel vast. Miranda benadrukt dat heel bewust voor een andere naam is gekozen: „Zomerhof wordt duidelijk geen Keukenhof. Vooral buitenlanders zouden in de war gebracht kunnen worden als we aan de tentoonstelling van zomerbloemen dezelfde naam hadden gegeven. Bij Keukenhof denk je tenslotte toch aan lentebloemen.”

Buitenlanders
Veel van die buitenlanders associëren heel Nederland overigens met bollen. Het Nederlands Bureau voor Toerisme concludeerde vorig jaar na een onderzoek dat bloemen voor ons land sfeer- en beeldbepalend zijn. Ze vormen echter nog altijd geen hoofdmotief voor een bezoek aan Nederland. Wel komt tweederde van de Keukenhof-bezoekers uit het buitenland.

„De Nederlanders zelf komen voor de ambiance, de sfeer en de hoeveelheid bloemen”, is de ervaring van Miranda de Keizer. „Vooral onder hen vind je de echte bloemenliefhebbers. Van gewone tulpen kijken zij niet meer op. Die hebben ze thuis in een vaas op tafel staan.” Buitenlanders vallen alleen van het verschijnsel tulp al achterover. Zij stappen rond met open mond, schieten meters fotofilm vol en sjouwen een koffer met videobanden mee naar huis.

Menige Japanner die ooit de Keukenhof bezocht, ligt wellicht nog vaak –net als William Wordsworth in het laatste couplet van zijn gedicht– peinzend op z'n bed. In gedachten ziet hij de bloemenmassa weer. Zijn hart danst mee met de zee van gouden narcissen.

De Keukenhof in Lisse is tot en met 19 mei dagelijks van 8.00 tot 18.00 uur geopend. De toegangsprijs bedraagt 18 gulden; kinderen van 4 tot en met 12 betalen 9 gulden. Het parkeren kost 5 gulden.

Zie ook:

Licht en kleur

Jachtstoet

Beeldenroute