Toerisme

„In een ballon word je een wolk”

Dameslanding is niet
vanzelfsprekend

Door H. G. Heiden
Hoewel ballonvaren de oudste vorm van luchttransport is, spreekt die manier van luchtvervoer nog steeds veel mensen aan. Wat is er immers natuurlijker dan alleen op de koers van de wind door het zwerk te varen. Varen? Jawel, de conventie luidt dat een ballon vaart en derhalve niet vliegt.

Vooral het laatste decennium nam het heteluchtballonvaren voor recreatieve doeleinden sterk toe. In Nederland zijn inmiddels meer dan 25 bedrijven met het aanbieden van ballonvaarten voor toeristen actief. Ondernemingen met tien of meer ballonnen zijn nu geen uitzondering meer. Met advertenties in kranten en mooie kleurenbrochures wordt de consument tot luchtballontoerist verleid. De prijs voor een ballontocht van circa een uur is afhankelijk van plaats, seizoen en grootte van de ballon en varieert van zo'n 250 tot 375 gulden per persoon. Koopjes zijn er ook te halen. Bij Virgin Balloon Flights (Tilburg) kost een ”last-minutevaart” 275 gulden (normaal 350 gulden).

Misdadigers
Zoals veel 'eerste' zaken, werd de eerste ballonvaart ook als een hachelijke onderneming gezien. Daarom werden in de ballon van de Franse broers Etiènne en Joseph Montgolfier eerst enkele dieren de lucht ingestuurd. Zo gingen op 19 september 1783 een eend, haan en schaap als eerste levende wezens het luchtruim in. Na een vaart van acht minuten landden de dieren veilig en was het de beurt aan mensen. Maar het bleef eng. Daarom wees de Franse koning enkele ter dood veroordeelden aan. Als zij de tocht overleefden, zouden ze gratie krijgen.

Dat misdadigers de eerste ”vliegmensen” zouden zijn, was de eer van twee edelen te na. Pilâtre de Rozier en markies d'Arlandes namen hun plaats in en stegen op 21 november 1783 vanuit Parijs op. Zij voorzagen dat roem de 'eerstelingen' ten deel zou vallen. Roem is thans ook weggelegd voor degene die als eerste non-stop met een ballon de aarde weet te ronden.

De eerste ballonvaarten werden met een heteluchttype uitgevoerd. Hierbij wordt nu de lucht die in de open ballon zit met gas verwarmd. De heteluchtballon kreeg in 1783 al concurrentie van de gasballon, waar (meestal) waterstofgas in een gesloten omhulsel zit. Met dit type kunnen veel langere vaarten worden gemaakt dan met de heteluchtballon.

Hart verloren
Het duurde tot 1900 voor er in Nederland echt aan ballonvaren werd gedaan. Dat gebeurde toen hoofdzakelijk door meteorologen en militairen. Stuwende kracht achter de Nederlandse ballonvaart werd Jo Boesman uit Den Haag. In 1936 maakte deze kandidaat-notaris als passagier een vaart mee, waarna hij enthousiast de nog steeds bestaande Haagse Ballon Club oprichtte. Boesman behaalde een jaar later in België zijn brevet, hing zijn studie voor notaris aan de wilgen en wijdde zich vanaf die tijd geheel aan het propageren van de gasballonvaart.

Nini Visscher zag hem in 1937 opstijgen en verloor toen tweemaal haar hart: aan Jo Boesman en aan de ballonvaart. Nini maakte in 1938 haar eerste vaart met Jo vanuit Kijkduin. Ze verheugde zich op een lange vaart naar bijvoorbeeld Zwitserland. Nini was avontuurlijk van aard. Ze groeide op met vijf broers, klom in bomen en las meer jongens- dan meisjesboeken.

Hoewel de vaart vanuit Kijkduin maar 10 minuten duurde, was Nini verrukt. „In een ballon voel je geen wind, je gaat volkomen met de wind mee. Je bent een wolk geworden.”

Jo en Nini trouwden in 1946 en vingen hun huwelijksreis met een ballonvaart aan. Twee jaar later haalde Nini haar brevet van balloncommandant en werd zij een even grote promotor van de gasballonvaart als haar man. Een vrouwelijke ballonvaarder was in die tijd uniek. De Boesmannen kregen in de jaren vijftig en zestig veel uitnodigingen uit binnen- en buitenland om evenementen met een ballonopstijging op te luisteren. Hiermee werd het ballonvaardersechtpaar over de gehele wereld een begrip. Jo Boesman werd in 1968 door Haïti met een ballonpostzegel geëerd. Hij overleed in 1976, waarna Nini zijn werk voortzette.

Rustgevend
Ballonvaren is rustgevend, maar de landing kan zowel zacht als hard zijn. Zacht is bijvoorbeeld een landing waarbij de mand rechtop blijft staan; dit type wordt de ”dameslanding” genoemd. Harde landingen komen voor als de ballon door plotselinge windstoten tijdens de landing uit de geplande koers raakt. Zo landde Nini Boesman een keer in zee met de schrijver Godfried Bomans als passagier. Ook ging ze eens bij een landing in een sloot kopje onder. Het zijn uitzonderingen op de regel dat een ballontocht geheel soepel verloopt.

Volgens Nini, die meer dan 500 vaarten maakte en daarop mensen uit alle lagen van de maatschappij meenam, willen mensen óf dolgraag mee óf willen ze voor geen goud in de mand. „Daartussen is er niets.” Een Noorse militaire vlieger die tijdens de vaart nogal bibberig was, bekende Nini dat hij erg bang was geweest. Hij voelde zich machteloos in het mandje, om zonder techniek aan de elementen overgeleverd te zijn. En Neil Armstrong, de eerste mens die voet op de maan zette, zag in 1970 in India van een vaart met Nini af. Toen hij de ballon zag, riep hij uit: „Voor nog geen miljoen dollar ga ik mee omhoog met deze lappen en touwen.”

Warmte funest
Met gasballonnen zijn vaarten van zeven uur en meer geen uitzondering. Tochten met dit type zijn door de aanschaf van het gas echter duur en worden commercieel dan ook nauwelijks aangeboden. Het heteluchtballonvaren nam daarentegen sedert 1970 een grote vaart. In Nederland worden elk jaar circa vijf grote ballonfestivals gehouden, waar het door de overheid maximaal toegestane aantal van dertig heteluchtballons opstijgt.

Nederland telt twee gasballonnen, circa 300 heteluchtballons en zo'n 150 ballonvaarders. Samen maken die jaarlijks 10.000 vaarten. De meest commerciële ballonvaarders zijn aangesloten bij de Professionele Ballonvaarders Nederland (PBN). Deze vereniging heeft in samenwerking met de Rijksluchtvaartdienst regels opgesteld waaraan ballonvaarders zich voor de uitoefening van hun vak moeten houden.

Vaarten vinden het hele jaar door plaats. 's Zomers alleen tot 3 uur naar zonsopkomst en vanaf 2 uur voor zonsondergang. In de andere seizoenen ook op een groter deel van de dag omdat het dan in het algemeen kouder is. Warmte geeft thermiek en dat is voor een heteluchtballon funest, want die kan in die luchtstroming vervormen, waardoor het draagvermogen wegvalt. Per jaar lenen zich gemiddeld 170 dagen voor een heteluchtballonvaart. Normaal vaart een ballon op een hoogte van 300 meter.

Afhankelijk van de (lucht)capaciteit van de ballon, kunnen er in de mand van de meest gangbare ballonnen drie tot twaalf passagiers mee. A3 Ballon in Harfsen vaart ook met het grootste type ballon ter wereld, die 24 passagiers kan vervoeren. Bedrijven doen er via (kortings)acties alles aan om hun ballonnen met mensen te vullen. Zo werkt A3 Ballon daartoe samen met luchtvaartmuseum Aviodome en Ad Ballon (Breda) met de Air Miles-organisatie. Leden van de PBN zijn verder onder meer gevestigd in Amersfoort, Joure, Hellevoetsluis, Kootwijkerbroek, Lunteren, Maartensdijk, Soest en Ter Apelkanaal.

Mede n.a.v. ”Nini Boesman. Gedragen door de wind; 50 jaar ballonvaren”, door Elise Heyligers; uitg. De Nieuwe Haagsche, Den Haag, 1998; 197 blz.; ISBN 90 72766 49 0; ƒ 37,00.