Toerisme

”Op ontdekking in eigen land” bevat veel onbekende attracties

De beste reisleider van Nederland

Door W. H. Smith
Ooit geweten dat Rotterdam, de grootste havenstad ter wereld, ook over 's werelds kleinste museumpje beschikt? Of dat prof. dr. W. A. Wagenaar, bekend als getuigedeskundige in menige geruchtmakende rechtszaak, een hartstochtelijk verzamelaar van toverlantaarns is? Het boek “Op ontdekking in eigen land” puilt uit van dergelijke verrassende tips voor een uitstapje en is op dit moment de beste reisleider van Nederland.

Groepen kunnen overigens een voorstelling bijwonen in Wagenaars privé-theatertje in Zeist. Rob van den Dobbelsteen en Gerrit Overdijkink vermelden in hun boek dat de prof daarbij vaak zelf als explicateur optreedt.

Tussen de regels door merk je dat de auteurs, reisjournalisten die over de hele aardbol hebben gezworven, bij hun speurtocht door Nederland regelmatig van verbazing van hun stoel vielen. Ze wilden hun boek niet baseren op kleurrijke VVV-folders en -brochures, maar vertrouwden alleen hun eigen ogen en oren. Dik drie jaar graasde het duo het land kilometer voor kilometer af; op de fiets, achter het stuur van de auto, wandelend of per openbaar vervoer. En Jurjen Drenth, die alle fotografie voor zijn rekening nam, volgde beiden op de voet om zijn camera op allerlei fraaie locaties te laten klikken. Verbluffend hoe kleurrijk hij Hollandse luchten en waterwegen, dorpjes en steden in beeld heeft gebracht!

Wat de opbouw van het boek betreft, de schrijvers kozen ervoor de provincies in de traditionele volgorde (Groningen, Friesland, Drenthe, ...) op te voeren. Van elke provincie stippen ze eerst de belangrijkste geschiedkundige feiten aan. Dan volgt de bespreking van in hun ogen interessante plaatsen, in alfabetische volgorde. Op de pagina's daarna komen de ontdekkingen, onderverdeeld in de rubrieken “Musea en verzamelingen”, “Op avontuur” (ook leuk voor kinderen, zoals het Boomkroonpad bij het Drentse Borger en de Dievenkelder in Haarlem), “Parken en tuinen”, “Gebouwen, monumenten en curiosa” en “Natuurlijk Nederland”. De vier grote steden –Amsterdam, Utrecht, Rotterdam en Den Haag– krijgen in een apart hoofdstuk dezelfde behandeling; zij moeten het alleen zonder een speciaal voor deze uitgave getekende en beschreven fietsroute stellen. Tot slot volgen in het hoofdstuk “Tips voor trips” aanraders voor een boeiend dagje uit.

Selectie
De heren hadden een nobel streven: een zo volledig mogelijk boek samen stellen. Gaandeweg kwamen zij erachter dat Nederland veel meer attracties heeft dan één boek kan bevatten. Zelfs als zo'n uitgave de omvang van 464 pagina's zou krijgen. Men moest daarom keuzes maken en besloot het rode potlood juist niet te hanteren bij kleine, niet zo bekende musea en liefdevol gepresenteerde verzamelingen. Ook dorpjes en gehuchten waar nauwelijks een toerist komt, overleefden de selectie. Ook in dat opzicht beantwoordt het boek aan de titel “Op ontdekking in eigen land”.

De lezer zal zich verbazen over de vele ongewone bezienswaardigheden waarop Van den Dobbelsteen en Overdijkink onderweg stuitten. Hoewel de klein(schalig)e trekpleisters een streepje voor hadden, meende het tweetal niet om een 'grote jongen' als bijvoorbeeld het Rijksmuseum heen te kunnen. Als je het stokje van Oldenbarnevelt belangwekkend vindt, is daar wat voor te zeggen.

Ondertussen knaagt de tijd aan het boek, dat tot 15 november vorig jaar van de meest actuele gegevens werd voorzien. Zo kan bij een volgende druk het Kant- en Zijdemuseum Ter Zijde in Wouw geschrapt worden. Blijft onverlet dat deze prachtig vormgegeven uitgave van Reader's Digest bewijst dat er in Nederland nog veel te ontdekken en te genieten valt. Wat mij betreft mogen de auteurs op eenzelfde wijze België onder de loep nemen.

Watersnoodbijbel
”Opmerkelijk Nederland” is een heel ander kaliber boek, zowel wat inhoud als uitvoering betreft. Maar het boek wil ook de lezer op bijzondere en minder bekende facetten van ons land attenderen. De ondertitel –”Een fascinerende zwerftocht door onbekend Nederland”– duidt daarop. D. Gorter bezocht op 70-jarige leeftijd zo'n zeventig locaties, die hij om de een of andere reden een beschrijving waard achtte. Het voert te ver om alle onderwerpen hier te noemen. Toch enkele voorbeelden: de “donder-en-bliksem”-boerderij in het Noord-Hollandse Zandwerven, de Adam en Eva-klok in het stadhuis te Venlo en de Watersnoodbijbel in de gevel van het weeshuis van Huizen.

De bijdragen over drie gevelstenen in Enkhuizen (”Tussen zijn vijanden”) en het tehuis voor ouden van dagen in Akkrum (”Dit kan zo niet...”) verdienen mijns inziens een betere titel. Ook de kwaliteit van sommige zwartwitfoto's laat te wensen over.

”Opmerkelijk Nederland” is meer een leesboek dan een toeristische gids. Ik kan me echter voorstellen dat het liefhebbers van regionale geschiedenis kan aanzetten om de bewuste plekjes zelf in ogenschouw te nemen.

N.a.v. “Op ontdekking in eigen land”, door Rob van den Dobbelsteen en Gerrit Overdijkink; uitg. Reader's Digest, Amsterdam, 1998; ISBN 90 640 7509 3; 464 blz.; ƒ 89,90.
”Opmerkelijk Nederland”, door D. Gorter; uitg. Mingus, Baarn, 1996; ISBN 90 656 4257 9; 160 blz.; ƒ 27,50.