Toerisme

In Zweden houden natuur en cultuur elkaar in evenwicht

Schoonste stad van Europa

Door Enny de Bruijn
Stockholm wil dit jaar niet alleen de culturele hoofdstad, maar ook de schoonste stad van Europa zijn. Te hoog gegrepen is dat niet: de Zweedse hoofdstad maakt een voorbeeldige indruk als het gaat om de geringe hoeveelheid straatvuil, stank en andere milieuoverlast. Natuur en cultuur houden elkaar hier in evenwicht: eenderde water, eenderde groen en eenderde gebouwen. Stockholm is schoon in de Nederlandse én Vlaamse betekenis van het woord.

Natuur en cultuur houden elkaar in de Zweedse hoofdstad in evenwicht: eenderde water, eenderde groen en eenderde gebouwen.
Foto RD

De veertien eilanden waarop Stockholm is gebouwd, staan met elkaar in verbinding via vele fraaie bruggen. Toch ontkom je er niet aan om soms een flinke omweg te maken – tenzij je de boot neemt. Overal liggen vaartuigen, in allerlei soorten en maten: pontjes voor voetgangers en fietsers, zeilboten, vrachtschepen, waterfietsen. Zelfs de enorme veerboot naar Finland vertrekt ergens midden in de stad.

Vissersplaats
Wie niet graag op het water verkeert, kan ook de metro nemen. Hij is dan meteen genezen van het denkbeeld dat er onder de grond niets te beleven valt. De verschillende metrostations zijn dit jaar het toneel van een grote fototentoonstelling met de passende titel “Underexposed”. Werk van tientallen internationaal bekende fotografen siert de gangen en trappenhuizen. Sommige stations, zoals Kungsträdgården, zijn overigens kunstwerken op zichzelf. De trappen voeren je ver de diepte in, waar brokken van 'Griekse oudheden' uit de duisternis opdoemen en je het gevoel krijgt dat je een groen-met-rode grot betreedt.

Het mooiste stukje Stockholm, Gamla Stan, is te voet het best te bezichtigen. De indeling van de oude stad toont dat handel en visserij een grote rol in de geschiedenis ervan hebben gespeeld. De smalle, steil aflopende steegjes waren aanvankelijk slechts de pieren waarlangs de schepen aanlegden. In de loop van de tijd werden er aan weerszijden huizen op palen gebouwd. De stad breidde zich dus in feite uit in het water. Dat Stockholm in de 13e eeuw begon als vissersplaats is overigens aan het menu nog steeds te merken: 's ochtends krijg je haring met augurken voorgeschoteld, 's middags zalm in mosterdsaus en 's avonds gebakken tong.

Hollandse invloed
De straten en pleinen van de oude stad doen vertrouwd aan, dankzij de invloed van Nederlandse handelaren en handwerkslieden die zich eeuwen geleden in Stockholm vestigden. Met hun Hollandse renaissancebouwkunst drukten ze een stempel op dit deel van de stad. Op één gevel prijkt nog steeds een Nederlandse spreuk: “Gaet het wel men heeft veel vrinden, keert het luck wie kan se vinden”.

Toch zijn de verschillen met Amsterdam of Antwerpen groot: de stad is rustiger, de straten en steegjes dalen en stijgen meer, de kleuren van de huizen –rood, geel en groen– zijn warmer en nergens lopen zoveel mensen rond met een mobiele telefoon. Stockholm staat vol standbeelden, variërend van Gustaaf II Adolf tot Sint Joris en de draak – een kopie van het beroemde middeleeuwse beeld uit Storkyrkan, de lutherse kathedraal van Stockholm. Het alom aanwezige water bepaalt de lichtval, zorgt voor levendigheid en biedt de inwoners altijd en overal de gelegenheid om vanaf de overkant naar een ander stukje stad –uitgevoerd in wisselende okertinten– te kijken.

Herkenningspunten zijn er te over: het enorme complex van het Koninklijk Paleis, het moderne –in 1923 door Ragnar Östberg voltooide– stadhuis, het classicistische concertgebouw, de barok aandoende opera en de vele kerken die meer toeristen dan kerkgangers trekken.

Stadspark
Wie na alle cultuur behoefte heeft aan iets groens, kan een fiets huren en urenlang het Nationale Stadspark doorkruisen. Zelfs hier zijn musea onvermijdelijk: er staan er zo'n dertig in het hele gebied, waaronder het historische openluchtmuseum Skansen.

Bij gezinnen met kinderen is het museum Junibacken –gebaseerd op de verhalen van kinderboekenschrijfster Astrid Lindgren– in trek. Wie een kaartje koopt, mag plaatsnemen in een heuse trein, die langs huizen en schuurtjes voert, bergwanden rakelings passeert, zich over afgronden en zelfs door de lucht voortbeweegt. De gebroeders Leeuwenhart, Pippi Langkous, Ronja de roversdochter, zelfs een levensgrote rat bevolken de taferelen. Kinderen laten zich, al spelend en rondkijkend in de overige ruimten van het museum, letterlijk in de verhalen opnemen.

Het natuurgebied waarin Junibacken een plaats heeft –het kreeg drie jaar geleden zijn officiële status als eerste nationale stadspark ter wereld– beslaat een oppervlakte zo groot als de hele binnenstad van Stockholm. Dankzij het feit dat het lange tijd jachtgebied van de koninklijke familie was, bleef het landschap sinds de 17e eeuw min of meer bewaard. Bomen en struiken, water en een enkel gebouw vormen samen in steeds wisselende verhoudingen het cultuurlandschap dat het gezicht van Stockholm bepaalt.