Toerisme26 mei 2001

Mussert nam huis Groen als kantoor

Door Tineke Goudriaan
In één van de mooiste panden van Den Haag, aan de Korte Vijverberg met zicht op de hofvijver, huist het Kabinet der Koningin. Het pand is fors aan de maat. De voorgevel telt niet minder dan negentien ramen plus een bordestrap voor de twee massieve deuren. Goed geschikt als kantoor. Toch is nummer 3 ooit een 'gewoon' woonhuis geweest, met bewoners van naam. De beroemdste staan pontificaal op de gevel. Links: ”Hier woonden Groen van Prinsterer 1838-1876 en”, rechts: ”Vrouwe Groen van Prinsterer geb. Van der Hoop 1838-1879.”

Groens vader, dr. Petrus Jacobus Groen van Prinsterer, een van de bekendste medici van zijn tijd, kocht het huis kort na zijn huwelijk in 1797 voor 20.000 gulden. Hij en zijn gezin woonden er in de winter; 's zomers was het Voorburgse buiten Vreugd en Rust aantrekkelijker. Met zijn vrouw, Adriana Hendrika Caen, woonde de arts ”met de spitse neus” er veertig jaar, net zo lang als zijn zoon en diens echtgenote dat zouden doen. Na het overlijden van de dokter in 1837 betrokken Willem (Guillaume) en Betsy het pand. Betsy -ook afkomstig uit een rijke familie- was erg enthousiast over het huis. Toch beklemde de luxe haar soms. ”Dit is een zeer mooi huis - menigmaal denk ik, te mooi voor reizigers, voor vreemdelingen en bijwoners; dan weer is er voor mijn ijdel hart genoegen in (...)”

Tijdens de begrafenis van mevrouw Groen, drie jaar na het sterven van haar man, moet iemand hebben gezegd dat Betsy nooit uit het raam keek zonder voor Oranje en het vaderland te bidden. Dat is niet onwaarschijnlijk: ze was vroom, betrokken bij vorst en land en het Binnenhof ligt op een steenworp afstand van de Korte Vijverberg. Zittend op een van de bankjes voor Groens huis zie je links het torentje van Kok, het Mauritshuis en het hele Binnenhof-complex.

Voordat aan deze kant van de vijver huizen stonden, was de verwaarloosde achtertuin van het Binnenhof er te vinden. In 1635, toen Nederland nog in oorlog met Spanje was, bouwde de machtige koopman Reynier Pauw het huis. Niet vreemd dat de ruimte en het interieur met schilderijen, schouwen en gestucte plafonds mevrouw Groen genoegen gaven. Het exterieur en interieur zijn verrassend genoeg nog steeds bewaard, al is er door de eeuwen hier en daar wel wat veranderd.

Al voordat Groen er woonde, is (in 1724) een extra verdieping toegevoegd. De architect is niet te achterhalen, maar het pand is nog te herkennen als een voornaam woonhuis uit de late Lodewijk XIV-periode, zonder al te veel tierlantijnen. Toen het gebouwd werd, moest op de Korte Vijverberg een statig rijtje huizen komen, met de drempels en kozijnen volgens rationalistisch-classicistische regel op dezelfde hoogte. In het rijtje is nummer 3 het enige pand waar nu nog zeventiende-eeuwse elementen in de gevel aanwezig zijn: de vorm van het basement, de piëdestals (voetstukken), de kapitelen van de eerste en tweede verdieping, de cartouches (ovale versieringen) in de boogvelden boven de ramen en de balusters boven de gootlijst.

Allerlei vooraanstaande figuren hebben het huis bewoond. Burgemeester Johan van Schuylenburch en kolonel Willem Bentinck woonden er onder anderen vóór Groen. Na Groen jr. trok de president van de arrondissementsr echtbank De Jonge in het pand. Hij was getrouwd met een nichtje van mevrouw Groen. Het stel had het huis nog maar een maand in eigendom toen het ministerie van Justitie door huisvestingsproblemen op 1 september 1880 eigenaar werd. In maart 1912 kwam de ministerraad er samen en in 1914 betrok het Kabinet der Koningin het huis.

De oorlogsjaren vormen een zwarte bladzijde. Kort nadat Koningin Wilhelmina naar Londen vertrok, werd het pand een kantine voor Wehrmacht-officieren. Begin 1943 verscheen Anton Mussert op het toneel en werd het pand hoofdkwartier van de NSB. Op 7 mei 1945 werd hij er gearresteerd, nadat hij ervoor had gezorgd dat ”in alle vertrekken een voorbeeldige orde en netheid heerste.”