Kamerverkiezingen ’98 18 april 1998

Kleine partij wil in Kamer krachtenbundeling met RPF

Groenen bewogen over rampgebied

Door P. Chr. van Olst
HILVERSUM – „Nederland is een ecologisch rampgebied. Al onze rivieren zijn zo verpest, dat er geen natuurlijk leven meer in is, we hebben bijna geen natuurlijk bos meer en wat nog over is, wordt versneld afgebroken door stikstofemissies en verzuring. En liefst 650 planten- en diersoorten staan onder acute bedreiging van uitsterven”.

De deplorabele staat van natuur en milieu en de voortgaande bedreiging daarvan vormen voor J. Dirkmaat, lijsttrekker van de Groenen, een bron van zorg. Namens deze kleine partij stelt Dirkmaat zich verkiesbaar voor de Tweede Kamer, omdat 3,5 procent economische groei niet kan samengaan met een verantwoord milieubeleid. En dat is precies de „verbijsterende illusie” die de meeste politici levend houden.

Hoe kunnen politici daarin geloven als zo veel diersoorten uit Nederland dreigen te verdwijnen? vraagt Dirkmaat zich af. „Hun leefgebied wordt steeds verder afgebroken. Dat hangt nauw samen met 3,5 procent economische groei: 3,5 procent meer auto's, meer wegen, meer intensieve landbouw en meer ontgrondingen, bedrijventerreinen en woonwijken”.

Dirkmaat komt er dagelijks mee in aanraking. Hij is voorzitter van “Das en Boom”, een vereniging die zich bezighoudt met bedreigde diersoorten in Nederland. De leider van de Groenen ziet een duidelijk verband tussen dat voorzitterschap en zijn politieke activiteit voor het groen. Maar hij is voorzichtig met de typering „milieufreak”. „Natuur en milieu zijn zaken waar iedere wereldburger zich eigenlijk serieus voor zou moeten inspannen. Anders moet hij gewoon emigreren. Die aarde voedt je en als je die met voeten treedt, ben je gewoon een verwend kind, onhoudbaar in het gezin”.

Schandalig
Nederland gaat ronduit schandalig met de aarde om, vindt Dirkmaat. „Om onze economische groei van nu te kunnen realiseren hebben wij een gebied van de grootte van Frankrijk nodig om alle Nederlanders van hun luxe te voorzien”, legt Dirkmaat uit. „Dat gebied ligt niet in Europa, maar voornamelijk in de Derde Wereld, waar mensen niet eens te eten hebben. Daar bezitten wij landbouwgronden om ons teveel aan varkens en koeien te voeden. Wij kappen er de oerwouden om er aluminium onder vandaan te halen voor onze behoefte aan meer vliegtuigen en daarvoor worden indianen uit hun oerwouden gejaagd”.

Bedekte termen
Het paarse kabinet verzwijgt dat bewust, meent Dirkmaat. „Liegen vind ik heel ernstig en het opzettelijk weglaten van bepaalde informatie is hetzelfde als liegen”. Bovendien is paars voor Dirkmaat het kabinet van de eufemismen en bedekte termen op milieugebied. „Vliegen in de randen van de nacht”, schampert hij over een uitlating van minister De Boer van milieu. „Gaan we straks de zondag heiligen door aan de randen van de zondag economische activiteit toe te staan?”

„Ik ben heel erg tegen die 24-uurseconomie”, vertelt Dirkmaat. „Niet alleen de zondag, maar ook de zaterdag en de avonden moeten bescherming krijgen. Als er iets op een verschrikkelijke manier wordt kapotgemaakt, is het ons sociale leven. Ik hoor mensen tegenwoordig alleen nog maar over netwerken, en dan blijken ze het over hun vrienden en kennissen te hebben. Je hebt die alleen maar als het in je carrièremakerij uitkomt. Mensen gebruiken zelfs crematies en begrafenissen om te 'netwerken'”.

„Dierbaren bestaan haast niet meer”, zegt de leider van de Groenen bitter. „Dat is verschrikkelijk”. Het verband tussen die ontwikkeling en natuur en milieu staat hem helder voor ogen. „De zorg voor natuur en milieu is alleen maar mogelijk als mensen ook zorg voor elkaar hebben”.

GroenLinks
De Groenen staan een politiek voor waarin de ecologie (natuur en milieu) altijd vooropstaat. Dat resulteert bijvoorbeeld in een veel lagere belastingheffing op arbeid, „een van de schoonste energiebronnen”. Of een terugdringing van het luxepeil waarop veel Nederlanders leven.

Op veel punten komt de visie van de Groenen overeen met die van het grotere GroenLinks. Maar Dirkmaat wil zich niet aansluiten bij een partij die expliciet links zegt te zijn. „Het behoud van de natuur is van alle tijden en moet kleurloos zijn. Alle politieke stromingen zijn ondergeschikt aan de existentie van de aarde”.

Mochten de Groenen een zetel halen, dan zal Dirkmaat zo veel mogelijk invloed proberen te verkrijgen door praktisch samen te werken met andere partijen. Bijvoorbeeld door bij bepaalde debatten te werken met gezamenlijke woordvoerders. Als eerste zal de RPF daarvoor een aanzoek krijgen. „Dat is momenteel de groenste partij in de Kamer”, beweert Dirkmaat met grote stelligheid. „Ze moeten alleen iets meer van het homowereldje afblijven”. Van samenwerking tussen RPF en GPV of SGP is hij niet zo weg. „Die laatste twee zijn te gezagsgetrouw. De RPF is gelukkig wat recalcitranter”.