Kamerverkiezingen ’98 4 april 1998

Kloof tussen CDA en D66 laatste jaren dieper geworden

Strubbelingen tussen democraten

Door A. de Jong
DEN HAAG – Het is bijna niet te geloven dat CDA-leider De Hoop Scheffer ooit lid was van D66. Tenminste, als we naar de ontwikkelingen van de laatste weken kijken. D66 en CDA zetten alles op alles om zich ten opzichte van elkaar te profileren. De strubbelingen hebben veel met verkiezingskoorts te maken. Ze zijn echter tevens het gevolg van een metersdiepe inhoudelijke kloof.

Met het naderen van 6 mei bevangt de verkiezingskoorts de meeste partijen. Leiden normale griepjes tot bedlegerigheid en thuisblijven, verkiezingskoorts drijft politici onweerstaanbaar naar buiten: buren, vrienden en bekenden moeten overtuigd worden van de geweldige prestaties van de eigen partij en van het trieste falen van alle concurrenten. Verkiezingskoorts heeft als symptomen agressiviteit en profileringsdrang.

In de campagne van 1998 valt het met die agressiviteit tot nu toe erg mee. De partijen zijn betrekkelijk lief voor elkaar en houden het bij speldenprikjes en licht ironische verwijten. Met uitzondering van CDA en D66. Zij delen elkaar om de haverklap zware boksstoten uit.

Recht om te doden
De felste aanvaring vond deze week plaats. CDA-ideoloog Klop somde in het dagblad Trouw even snel de verworvenheden van „32 jaar sociaal-liberale strijd voor pragmatisme en vrijzinnigheid” op. Hij kwam tot drie punten: het recht om een ander te doden (de door gedoogbeleid opgerekte abortuswet van 1981), het recht om jezelf te doden (de door gedoogbeleid opgerekte euthanasiewet van 1993) en het recht om op zondag boodschappen te doen (de winkeltijdenwet van 1996).

Klop mag inhoudelijk gelijk hebben, de formulering was keihard gekozen. Borst deed zijn opmerkingen dan ook prompt af als „een schandalige suggestie”. „Het CDA bedrijft politiek over de hoofden van al die mensen heen die worstelen met vragen over het einde van het leven”, aldus een verontwaardigde D66-lijsttrekker, die Klop in feite onfatsoenlijk gedrag verweet.

Reeks incidenten
De “clash” tussen Borst en Klop was ongemeen stevig, maar staat niet op zichzelf. De afgelopen weken en maanden geven een indrukwekkende reeks van incidenten, tegenstellingen en strubbelingen tussen CDA en D66 te zien. De Hoop Scheffer over het initiatiefwetsvoorstel van Van Boxtel: „Liberalisering van de euthanasiewetgeving zal voor ons bij de formatie een onbespreekbaar punt zijn”. Kamerlid Dittrich na het debat over het homohuwelijk: „Door zich zo sterk te verzetten tegen een huwelijk van mensen van hetzelfde geslacht sluit het CDA zichzelf uit van de formatie”.

Deze directe oorlogsverklaringen kunnen moeiteloos aangevuld worden met andere schermutselingen. Zo gaf minister Sorgdrager van justitie gisteren een korte maar vernietigende reactie op het CDA-plan om geweld in de samenleving terug te dringen. Wil het CDA de mogelijkheid openen om kinderen vanaf tien jaar voor de rechter te brengen? „Wat een simpele 'oplossing'”, aldus Sorgdrager. „Straffen verhogen lost de criminaliteit niet op”. En over het CDA-plan als geheel: „Ongelooflijk, wat gaat daar een repressieve sfeer van uit”.

Geen boodschap
En dan ten slotte, om niet meer te noemen, minister Wijers van economische zaken. Zijn reactie op de actie van de kerken tegen de 24-uurseconomie getuigt van een volslagen onbegrip voor een wel degelijk onder het volk levende angst. Wijers heeft geen boodschap aan de kerken, zo liet hij onlangs onverbloemd weten, en dus ook niet aan de partij die zich met die kerken nog altijd sterk verwant weet. Het CDA voert met zijn verzet tegen de 24-uurseconomie een strijd tegen windmolens, zo meent de minister van economische zaken.

Wie de hele reeks van aanvaringen tussen CDA en D66 op zich laat inwerken, constateert een metersdiepe kloof tussen de twee partijen die zich beide nadrukkelijk democratisch noemen. Een kloof die altijd bestaan heeft, maar die de laatste jaren alleen maar dieper is geworden.

In het verleden leek het er soms op dat het op zijn minst mogelijk was een wankel houten bruggetje over de kloof te leggen. Maakte het CDA in de hoogtijdagen van Lubbers niet de indruk dat het qua pragmatisme D66 naar de kroon probeerde te stoten? En nog langer geleden: heeft Terlouw het niet gewaagd samen met het CDA in een kabinet te kruipen?

Bezinning
Het CDA van nu is echter het CDA van toen niet meer, en voor D66 geldt hetzelfde. Een zware verkiezingsnederlaag in 1994 en vier jaar oppositie voeren hebben de christen-democraten tot een zekere bezinning gebracht. „Oude idealen zijn afgestoft”, zoals De Hoop Scheffer het zo beeldend kan zeggen. Maar laten die oude idealen nu net de punten zijn waar D66 allergisch voor is: de warmte van het gezin, de veiligheid van heldere normen en waarden.

En wat D66 betreft: de partij heeft wel eens een heel wat linkser en socialer gezicht gehad dan zij nu heeft. Wie minister Wijers puur op zijn uitspraken en daden beoordeelt, zou hem immers direct voor een onversneden liberaal aanzien? Had het CDA met het socialistische D66 nog enkele raakvlakken, met het liberale D66 zijn de overeenkomsten minimaal.

Het is daarom niet zo vreemd dat Borst een week geleden de mogelijkheid dat CDA en D66 samen in het volgende kabinet zouden komen beslist en volledig uitsloot. Zeg nooit nooit, zo luidt een wijs spreekwoord, dat met name veel politici boven hun bed hebben hangen. Maar als het over samenwerking tussen christen-democraten en 'gewone' democraten gaat, althans op de korte termijn, lijkt een uitzondering op deze regel gewettigd.