Reizen 2000 14 januari 2000

Armeluisvoedsel houdt wandelaar in Wallis op de been

In de schaduw
van Europa's
grootste gletsjer

Door M. A. Dijkstra
Gisteravond kwam ik in het Wallische dorpje Breiten aan, in de schaduw van de Aletsch, Europa's grootste gletsjer. Het zoute water van het kuurbad van hotel Salina heeft mijn spieren en gewrichten toegerust voor de wandeling van vandaag: een drie uur durende tocht van Ried-Mörel naar Blatten langs een oude waterleiding en de Massaschlucht. Gids Markus Schmid staat om 8.45 uur klaar voor vertrek. Met de Luftseilbahn stijgen we naar het vertrekpunt op 1200 meter.

Langzaam glijdt de cabine van de kabelbaan hoger en hoger. Voor ons tekent de majestueuze Aletsch zich af tegen de strakblauwe lucht. De sneeuwwitte helling schittert in het zonlicht. Gisteren stond ik nog op de keiharde ijsmassa. „De gletsjer is 24 kilometer lang, gemiddeld 2 kilometer breed en 8 kilometer dik”, vertelde de gids. Werd de tocht met de Luftseilbahn de vorige dag omlijst door de sfeervolle klanken van een Walliser Hackbrett –een luitachtig snaarinstrument dat met twee stokjes wordt bespeeld–, vandaag moet ik het alleen met de mij omringende natuur doen. Door de achterruit verdwijnt het Rhônedal geleidelijk uit het zicht.

Langzaam
Als we uitstappen, voelen we de zon branden. Herr Schmid knoopt een soort zakdoek over zijn hoofd en gaat langzaam op pad. Ongetwijfeld is hij bekend met de wijsheid van de spreuk „Wie in de bergen snel wil zijn, moet zich niet haasten.” In onze rugtassen is genoeg eten en drinken aanwezig. „Erg belangrijk”, volgens Schmid, die zijn tas over één schouder heeft hangen. „Op die manier plakt je shirt minder snel aan je rug.”

Niet ver van de kabelbaan staat het eerste bordje van de goed bewegwijzerde route: „Massaweg. Blatten, 2h50.” De naam is afkomstig van het riviertje Massa, dat uitmondt in de Rhône. Al wandelend vertelt Schmid over de omgeving. Hij wijst op bezienswaardigheden in het landschap. Een houten gebouwtje langs het pad is verdeeld in een groot aantal compartimenten met elk een eigen deurtje. „Wanneer een vader overleed, kregen zijn zonen als erfenis ieder een deel van zo'n voorraadschuur”, legt de gids uit.

Waterleiding
In een weiland moeten we even snelwandelen om niet nat te worden. De waterstraal uit een moderne sproeier komt angstig dichtbij. Een aanvoerslang kronkelt door het gras. „Zo wordt tegenwoordig geïrrigeerd”, zegt Schmid. „Dadelijk kun je zien hoe het water vroeger over de verschillende weilanden werd verdeeld. Dan komen we bij de oude leiding die tot zo'n dertig jaar geleden in gebruik was.”

Een smalle geul, gevuld met water, loopt even later aan de rechterkant. „Daar hebben we hem”, zegt Markus Schmid. „Water is hier van levensbelang. Als het regen- en gletsjerwater regelrecht naar beneden zou stromen, zou hier niets kunnen groeien. Daarom groeven de boeren in vroeger tijden greppels. Die hielden het vocht vast. Het werd verdeeld via zogenoemde ”Wasserbeile”. Dat zijn ijzeren schuiven die door de veetelers op vaste tijden in de greppel werden gezet. Zo kon boer A zijn land bijvoorbeeld van 10 tot 12 uur 's ochtends irrigeren, terwijl collega B van 12 tot 14 uur zijn ijzeren schuif in de greppel mocht steken.”

Aquaduct
Het pad wordt smaller en smaller. In de diepte zien we het station van Brig liggen. De lucht is vol van bloemen- en kruidengeuren. Het geklingel van koebellen overstemt de tsjirpende krekels en het gedruis van een watervalletje. Nog steeds kabbelt er water in de oude leiding naast het pad. Op de rotsbodem is de geul vervangen door een houten goot. Opeens duikt de route een eind naar beneden. De goot doet het kalmer aan. Gesteund door twee stapels stenen voert ze langzaam omlaag. „Hetzelfde principe als een aquaduct”, zegt de gids. „Tot 1960 was ze nog in gebruik.”

Ons vastklemmend aan een touwleuning schuifelen we over een houten bruggetje. De gapende scheur in het landschap is de Massaschlucht. Op de bodem van de smalle kloof bruist het riviertje de Massa richting Rhône. Een groep seniorenklimmers met wandelstokken passeert ons. „Grüß dich mit einand”, roepen ze. Niet lang daarna doemt de hoge wand van stuwmeer Gibidum op. Een asfaltweg leidt over het water naar de andere zijde van de schlucht. De hitte trilt in golven van het zwarte oppervlakte. Gelukkig voeren de bordjes ons een donker dennenbos in. Volgens de gids is het een nieuw stuk van de route. Het betekent een aantal fikse klimmen en een hoop geploeter over uitstekende boomwortels. De zacht verende humusgrond dempt onze voetstappen. Bij een bosvennetje doet een zwerm muggen een aanval op onze onbeschermde armen en benen.

De Blindtälli is de laatste hindernis op weg naar eindbestemming Blatten. Na het houten bruggetje over het riviertje is het nog maar enkele honderden meters naar het centrum. Rond het middaguur zitten we warm en een beetje moe op een terras. Het eten en drinken in de rugtassen is op en om nieuwe energie op te doen voor het vervolg van de dag is een stevige maaltijd noodzakelijk, aldus Schmid.

Chouera
Gisteren at ik in het district Goms chouera, een combinatie van kaas, uien en aardappel, gebakken in taartdeeg. Uiterlijk lijkt het op een pizza, maar het smaakt naar een kruising tussen hutspot en hete bliksem. „Van oorsprong is dit armeluisvoedsel”, had de gids gezegd. Vandaag staat er iets anders op het menu: rösti. Het gerecht van aardappel, kaas en kruiden blijkt bijzonder voedzaam te zijn. Als ik geweten had dat ik 's avonds raclette zou eten... In de schil gestoofde aardappels, gedompeld in een plasje gesmolten kaas, vallen ook niet licht op de maag!

Na de maaltijd ligt een zonnige middag met tal van mogelijkheden in het verschiet. „Wat doen we? Een bezoekje aan het Stockalperschloß in Brig? Een duik in het openluchtbad te Breiten? Een moutainbiketocht, een ritje met een stoomtrein bij Furka, bezichtiging van het Alpmuseum op de Riederalp, abseilen, parapenten, raften, canyoning?” Tja.

Meer informatie: Zwitserland Toerisme, 00800-10020030