Waarden en normen2 oktober 1999

D66-kamerlid Dittrich verdedigt kabinetsvoorstellen

„Bijbel is voor mij
nauwelijks van betekenis”

Door G. A. Vroegindeweij
„Ik ben humanist, ik geloof niet in God en de Bijbel heeft voor mij nauwelijks betekenis bij het beoordelen van de kabinetsvoorstellen over abortus, euthanasie en het homohuwelijk.” (...) „Als dat wel het geval zou zijn, zou ik mijn rug in het debat wel recht houden. Als de Bijbel gezaghebbend is voor je, dan moet je geen compromissen sluiten.”

Het D66-kamerlid mr. B. O. (Boris) Dittrich windt er geen doekjes om. Hij kan zich niet vinden in het brede protest van christenen tegen de voorstellen van de regering om ethische regelgeving te wijzigen. Niettemin kan hij wel de bezwaren aanvoelen en tot op zekere hoogte heeft hij er respect voor. Verder gaat hij niet.

Dittrich heeft niet het gevoel dat het in onze samenleving verkeerd gaat met de waarden en normen. Ook deelt hij niet de mening dat de overheid slechts reguleert wat zich in de samenleving voordoet en geen normen hanteert. „In zijn algemeenheid kun je dat niet zeggen. Ik heb samen met PvdA en VVD het initiatief genomen om stalking, belaging, strafbaar te stellen. Dat is nooit zo geweest, maar nu krijgt de overheid hier wel een normerende rol.”

Als het gaat om abortus en euthanasie, kiest de overheid slechts voor een regulerende taak met betrekking tot wat in de maatschappij leeft. Bent u het daarmee eens?
„Ik meen dat de overheid op deze terreinen wel degelijk haar verantwoordelijkheid neemt. Ze installeert commissies die achteraf beslissingen toetsen. Ik begrijp dat sommigen een andere keuze willen, maar door de nieuwe regeling zal het niet gevaarlijker worden in Nederland.”

Kunt u zich voorstellen dat mensen dit een te magere opvatting vinden? Het heeft er op z'n minst de schijn van dat de overheid de praktijk volgt.
„De praktijk, dat klinkt zo minimalistisch, alsof daar niet gewetensvol wordt gehandeld of nagedacht. De regering kijkt naar de praktijk en als ze vindt dat er een goede ontwikkeling gaande is, verdient die ondersteuning.”

Het GPV-kamerlid Schutte citeerde vorige week de Antilliaanse schrijver Boeli van Leeuwen: „Je kan bijna niet zondigen in Nederland. Dat is een land dat probeert de zonden uit te bannen. Door rationeel te zijn, redelijk, relativistisch. Als er geen algemeen geldende normen meer zijn, kun je ze ook niet overtreden.”
„Daar kan ik niet in meegaan. Als ik let op de euthanasiewetgeving, dan zie ik daar allerlei zorgvuldigheidseisen in staan. De hoofdnorm is het zelfbeschikkingsrecht, het individu kan over zijn eigen leven beschikken. Dat ziet het paarse kabinet niet als een zonde”.

Zitten er wel grenzen aan het zelfbeschikkingsrecht? De diepste vraag van het zelfbeschikkingsrecht is: Wil ik er eigenlijk wel zijn? Die vraag staat niet aan ons ter beantwoording: het leven is ons gegeven.
„Dat klopt, maar daarom vind ik niet dat een mens geen einde aan zijn leven zou mogen maken als hij ondraaglijk lijdt. Het zelfbeschikkingsrecht is niet voor degenen die zeggen: Nu zie ik het even niet zitten, ik wil niet verder leven. Er moet een duurzame afweging plaatsvinden, in samenspraak met de omgeving. De wil van de betrokkene staat voorop”, aldus Dittrich.

Minister Borst vindt niet dat ze met haar voorstellen de oorlog aan christelijk Nederland verklaart. In het dagblad Trouw zei ze daarover: „Wij zijn juist voorstanders van een tolerante samenleving (...) Maar die tolerantie kan natuurlijk niet zo ver gaan dat één groep Nederlanders kan zeggen: Omdat dit in ons geloof niet is toegestaan, mogen anderen het ook niet.” Door dit argument verklaart de bewindsvrouw de tegenstanders van verdere legalisering tot „intoleranten”, naar wie verder niet meer geluisterd moet worden. Terwijl de eigenlijke discussie gaat over de grenzen van de beschermwaardigheid van het leven, en dat is een publieke verantwoordelijkheid.

Oneens
Dittrich is het niet met deze stelling eens: „De minister doelt hier op het CDA. Dat heeft in het verleden een aantal zaken tegengehouden. We kunnen er niet omheen dat de regering van karakter veranderde nu er geen partij op confessionele grondslag meer in zit. Natuurlijk moeten we luisteren naar andere partijen, maar de uiteindelijke afweging zal anders zijn dan christenen die naar het Woord van God luisteren, graag wensen. We leven in een democratie. De meerderheid beslist. Je kunt niet altijd luisteren naar minderheden; er is altijd wel een partij die tegen is.”

Maar we staan toch ook in een bepaalde geschiedenis? We komen toch vanuit een bepaalde cultuur? Ook het buitenland kan het niet meer volgen.
„Dat klopt. Maar het is altijd al zo geweest. In het verleden bestond er ook weinig begrip voor het beleid van CDA-minister Hirsch Ballin om coffeeshops te gedogen. Op sommige punten denkt het Nederlandse volk anders dan Duitsers of Belgen”.

Het argument dat God ons het leven heeft gegeven en dat wij dat niet in eigen hand mogen nemen, spreekt u niet aan?
„Ik ben zelf humanist. Ik geloof niet in God. Het is voor mij niet zo dat het Woord van God het eind is van alle tegenspraak. Als er andere argumenten bijkomen, kunnen die wel overtuigend zijn, maar die heb ik nog niet gehoord. Ik respecteer dat anderen hun standpunt daarop gronden, maar dat is niet mijn lijn.”

Minister Borst zei onlangs dat het kabinet geen oordeel heeft over de vraag welke kinderen met een handicap geboren mogen worden en welke niet. Is dat geen privatisering van de rechtsstaat: mensen bepalen zelf wat goed en kwaad is?
„Deze uitspraak heeft te maken met de mate van lijden voor het kind na de geboorte. Vanuit het belang van het kind kun je tot de uitspraak van de minister komen. Er moet echter een gewetensvolle afweging totstandkomen.”

Maar dan staat de beschermwaardigheid niet meer onverkort...
„Wat is leven in deze situatie?”

Er zijn mensen met zware handicaps die vinden dat ze toch gelukkig zijn ondanks hun lijden. Ze zouden het leven niet willen missen.
„Ouders mogen daar niet alleen over beslissen. Ze hebben er hulp bij nodig. Het mag geen beslissing zijn op lichtvaardige gronden. Het besparen van lijden kan zo'n grond zijn. Maar daarbij moeten artsen en ouders wel de uiterste zorgvuldigheid in acht nemen. Ik sluit inderdaad niet uit dat er toch beslist wordt om het leven af te breken.”

Daarmee gunt u het levenslicht niet aan mensen die ondanks hun handicap toch gelukkig kunnen zijn.
„Ik kan het me nauwelijks voorstellen dat dit gebeurt, maar ik kan het niet helemaal uitsluiten.”

Hebben dergelijke kinderen dan geen zelfbeschikkingsrecht?
„Ik kan die vraag niet beantwoorden. Het is altijd zo dat anderen over het ongeboren leven beschikken en dat geldt ook voor de ongeboren vrucht jonger dan 24 weken en voor ongeborenen zonder handicap.”

Daarom zal het verzet tegen deze regeling waarschijnlijk van dezelfde partijen komen als destijds bij de totstandkoming van de Abortuswet.
„Ja, en die partijen zijn consequent. Het CDA heeft een compromis gesloten. Maar als zoiets nu zo indruist tegen je gedachtegoed en tegen het Woord van God, dan moet je daar geen compromis over sluiten.”

Het CDA zegt dat je compromissen moet sluiten als je regeert.
„Wat is nu belangrijker voor het CDA: het Woord van God of om in de Nederlandse regering te zitten? Als ik in die situatie voor die vraag stond, zou ik het antwoord wel weten, namelijk het eerste.”

De Gehandicaptenraad denkt dat door deze nieuwe regels de aanvaarding van mensen met een handicap zal verminderen. Deelt u die vrees?
„Ik zie dat niet gebeuren. Het gaat hier over uitzonderlijke situaties, om kinderen die waarschijnlijk niet thuis kunnen zijn, maar in een tehuis aan buisjes en slangetjes in leven worden gehouden. Ik zou het verschrikkelijk vinden als de situatie zou ontstaan als mensen tegen gehandicapten zouden zeggen: Wat doe je hier eigenlijk? Als dat gebeurt, moet de overheid hard optreden.”

Volgens de cultuurfilosoof Rietdijk zijn mensen met een functiebeperking geestelijk of lichamelijk onvolwaardig en zou abortus of euthanasie een oplossing vormen voor het vele leed en de hoge kosten die zij veroorzaken.
„Dat vind ik te gek voor woorden. Daar kan ik me absoluut niets bij voorstellen. Het erbij halen van het kostenaspect vind ik buiten alle proporties. Ik neem daar afstand van.”

Wat zou u ervan vinden als het kiesrecht zou worden verlaagd van 18 naar 12 jaar?
„Ik begrijp uw vraag. Ik zou daar niet voor zijn en toch kan ik uitleggen waarom in het wetsvoorstel de keuze is gemaakt dat ernstig zieke kinderen vanaf 12 jaar zelf mogen beslissen over hun dood. De geestelijke ontwikkeling van deze kinderen gaat ver uit boven hun kalenderleeftijd. Ik had in eerste instantie ook twijfels; ik heb er zelfs slecht van geslapen. Toen heb ik een aantal werkbezoeken afgelegd en ben tot de conclusie gekomen dat het voorstel verklaarbaar is. De vraag is dan of je het in de wet moet vastleggen. In de praktijk gebeurt het namelijk maar eens per zoveel jaar. Artsen zouden het als een nederlaag beschouwen als er beslissingen totstandkomen die tegen de wil van de ouders zijn. Je kunt het in die individuele gevallen overlaten aan de rechter.”

Vindt u het terecht dat de officier van justitie bij de toetsing van een euthanasievraag, waarbij het gaat over leven en dood, verder op afstand komt te staan?
„Ja, want de officier van justitie kijkt erg naar juridische aspecten, maar er zijn ook ethische en medische aspecten.”

Wat vindt u van de stelling: Het huwelijk is een unieke verbinding tussen man en vrouw en het openstellen van deze verbintenis is hetzelfde als heteroseksuelen toelaten in homobars?
„Ik heb geen enkele affiniteit met deze manier van redeneren. Het kenmerk van een huwelijk is vooral liefde. De overheid kent gehuwden bepaalde faciliteiten toe omdat ze samenleven. Ik zie niet in waarom die faciliteiten ook niet beschikbaar kunnen zijn voor mensen van gelijk geslacht.”

Het besluit om het huwelijk alleen voor man en vrouw open te stellen is niet zomaar totstandgekomen.
„Dat klopt, maar je ziet dat andere gedachten de overhand krijgen en dat leidt tot wetsaanpassing. Wij zijn het eerste land dat hiertoe overgaat, maar zeker niet het laatste”.

Hoe ver wilt u daarin gaan? Een zittend VVD-raadslid in Amsterdam heeft gezegd dat iemand met zijn goudvis moet kunnen trouwen. En wat denkt u van polygamie?
„Die redenering is niet de mijne. Als in de Nederlandse samenleving de mening postvat dat een huwelijk tussen verscheidene personen mogelijk moet zijn, dan zal de democratie op dat moment haar werk doen. Ik zie dat voorlopig echter niet gebeuren. Maar ik sluit het ook niet uit.”