Waarden en normen4 oktober 1999

„Niet praten met je handen”

Geschreeuw op het schoolplein van de basisschool. Max en Rick vliegen elkaar in de haren. Ze hebben ruzie om een bal. Er vallen forse klappen over en weer. Blauwe plekken. Een jas scheurt. Wat doet u?

TISINGA
„Ik zeg om te beginnen: Hou daar onmiddellijk mee op. Dat doe ik vrij autoritair, want vechten kan niet. Zo ga je niet met elkaar om op school”, reageert leerkracht M. Tisinga van de Eerste Almeerse Montessorischool.

„Vervolgens stuur ik de jongens naar binnen. Daar zoek ik uit wat er is gebeurd en wat de aanleiding voor het gevecht was. Ik zal de jongens laten bedenken hoe ze het anders hadden kunnen aanpakken. Daar moeten ze zelf achterkomen. Zo kun je ze leren dat we hier nooit met onze handen praten; dat ze het altijd met woorden moeten proberen op te lossen. We besteden daar veel aandacht aan.”

„Als een oudere leerling een jong kind heeft geplaagd, zal ik hem op zijn verantwoordelijkheid wijzen. Ik zal zeggen dat hij een voorbeeldfunctie heeft ten opzichte van de jongere kinderen. Als de vechtpartij een bredere groep raakt, zal ik een kringgesprek met heel de groep houden. Ik vraag ze dan wat ze van de ruzie vinden.”

Een „bulderpreek” komt niet zo vaak voor bij Tisinga, die al sinds 1967 voor de klas staat. „Ik vind het veel belangrijker dat het kind zich leert verplaatsen in het slachtoffer, maar als er sprake is van pesterij kan zo'n preek wel helpen. Leerlingen weten gelukkig goed wat wel en wat niet geaccepteerd is op school.”

Foto Axipress