Waarden en normen4 oktober 1999

„Lessen intercultureel leren”

In groep 6 basisonderwijs zitten twee Turkse meisjes. Ze worden veel gepest. Vrijwel niemand wil met ze spelen. Een van de andere kinderen heeft een keer gezegd: „Jullie stinken.” Wat doet u?

BONTEKOE
„Ik zou zoiets bespreken in de dagelijkse actualiteitenkring in de klas”, zegt de 55-jarige leerkracht Matty Bontekoe van de openbare basisschool Herman Gorter in Amersfoort. „Ik vertel in de kring wat er is gebeurd, vervolgens laat ik de kinderen er met elkaar over discussiëren. Er ontstaat dan al gauw een soort groepsconsensus: Discriminatie mag niet.”

De Herman Gorter-bevolking bestaat voor een kwart uit allochtone leerlingen. Het samenleven van kinderen uit verschillende culturen op één school krijgt veel aandacht. „We geven elk jaar in alle klassen tien lessen intercultureel leren”, vertelt Bontekoe. „Daarin besteden we aandacht aan verschillen in afkomst, huidskleur, eetgewoonten, leefwijze en godsdienst. Daarnaast kennen we het project familiegeschiedenis. Elk kind heeft zijn eigen geschiedenis. Doel van het project is het begrip leren krijgen voor elkaar.”

Alleen benadrukken dat alle kinderen gelijk zijn, is niet voldoende, meent Bontekoe. „Sommige leerlingen krijgen van huis uit mee dat Turken stinken, negers dom zijn en alle buitenlanders ons land uit moeten. Daar moeten wij op school over doorpraten. Waarom ruiken Turken en Marokkanen soms anders? Omdat ze veel knoflook eten. Op die manier maak je kinderen bewust van de verschillen en probeer je begrip te kweken.”

Foto RD, A. Dommerholt