12 juni 1997

Muntmeester had ,,vluchtplan” voor Nederlandse euro klaarliggen

Rondje randschriften

Door J. Visscher
Sommige Nederlanders zullen dezer dagen met meer dan gewone belangstelling de geldstukken in hun portemonnee bekijken. Het randschrift ”God zij met ons” komt vrijwel zeker op de twee-euromunt, zo werd begin deze week bekend. Op de komende eurotop in Amsterdam volgt een definitief besluit. Hoe komt de bede op de rand van guldens, rijksdaalders en vijfjes? Een rondje randschriften met Nederlands muntmeester drs. Chr. van Draanen.

De baas van het enige muntenmaakbedrijf in Nederland is blij dat het randschrift blijft. ,,Ik hou van traditie. Ik ben een oud mens. Ik ben christelijk opgevoed en doe er nog wel wat aan”, zegt Van Draanen, directeur van De Nederlandse Munt nv, een firma die jaarlijks ruim 200 miljoen munten slaat.

De muntmeester noemt het,,verrassend” dat minister Zalm van financiën er in EU-verband in is geslaagd het randschrift op de Nederland-zijde van de euro te behouden. Van Draanen, die de bewindsman van adviezen voorziet:,,Ik heb waardering voor het werk van Zalm. Het verbaast me dat de andere Europese ministers zijn idee niet hebben geblokkeerd.”

Vluchtweg
Aardig detail is dat Van Draanen een alternatief plan klaar had liggen om een tekst op de Nederlandse munt te krijgen, voor het geval het randschrift zou sneuvelen.

Inspiratie voor zijn,,vluchtplan” putte de 60-jarige muntmeester uit de geschiedenis, de periode 1892 tot 1933.,,Toen waren gouden tientjes in omloop waarop de tekst ”God zij met ons” naast de beeltenis van koningin Wilhelmina stond afgedrukt. Geen randschrift, maar een opschrift dus.,,Dat had voor de euro ook een alternatief kunnen zijn. Het bewijsmateriaal voor minister Zalm had ik klaarliggen”.

Valsemunters

De bede ”God zij met ons” staat sinds 1818 op Nederlandse geldstukken. Eerst op de guldens, vanaf 1840 op rijksdaalders en sinds 1988 op de zijkant van 'vijfjes'. De keuze voor ”God zij met ons” van koning Willem I in 1816,,zal zijn ingegeven door de intensieve confessionele leefwijze in die dagen”, stelt Van Draanen.,,Iedereen kende de Bijbel van A tot Z. Nu is dat niet meer zo. Of er rond 1816 een politieke discussie was over het randschrift? Ik lees er in de historische boeken niets over”.

De allereerste randschriften op Nederlandse munten dateren van begin 1600. Toen had de inscriptie op de rand voornamelijk tot doel valsemunters een slag voor te zijn.,,Slimmerds probeerden een stukje edelmetaal van de rand te slijpen”. Ribbels op munten zijn er nu om blinden en slechtzienden van dienst te zijn.

De adviseur van de minister van financiën pleitte begin 1600 voor de randtekst ”Si Deus nobiscum quis contra nos”: Zo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn? (Romeinen 8:31) Die bede was de lijfspreuk van soldaten tijdens de Tachtigjarige Oorlog.,,De randtekst op de munten fungeerde als het ware als een blijk van waardering voor de vrede die was ontstaan”. Het huidige ”God zij met ons” herinnert aan die tijd.

De meeste EU-landen kennen een inscriptie op de rand van geldstukken. Het betreft België, Duitsland, Engeland, Finland, Griekenland, Ierland, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk en Spanje. Randschriftloos zijn Denemarken, Frankrijk, Italië, Portugal en Zweden.

Lege leus
Dat er naar alle waarschijnlijkheid toch ”God zij met ons” op de rand van de twee-euromunt zal komen een toekomstig geldstuk ter waarde van ongeveer 4,50 gulden- heeft sommigen verrast, anderen geërgerd. SGP-leider Van der Vlies toonde zich,,dankbaar” voor het behoud van het randschrift. Voor hem is de tekst,,een bede waarin een volk zijn afhankelijkheid van God belijdt”. De SGP'er wijst ook op een stukje nationale identiteit die het randschrift volgens hem uitstraalt.

Niet iedereen denkt er zo over. D66-kamerlid Ybema vindt dat het randschrift ”God zij met ons”,,uit de tijd is”. Ook oud-secretaris-generaal van de Nederlandse Hervormde Kerk dr. K. Blei is de miniscule lettertjes op de muntrand liever kwijt. De bede kan een lege leus zijn, zelfs de nazi's hanteerden de tekst ”Gott mit uns”. Blei betoogt: De Naam van God is te heilig voor aardse zaken als geld.

Eten
Prof. dr. G. J. Schutte, hoogleraar in de geschiedenis van het protestantisme, bestrijdt die redenering.,,Je kunt God, maatschappij en materie niet los van elkaar zien. Natuurlijk kun je ook zonder randschrift met geld aan het werk. Sommige Nederlanders weten niet eens van het bestaan van de bede af”.

,,Voor mij geeft de tekst ”God zij met ons” toch iets van een diepere betekenis van het leven aan. Het overstijgt het platte niveau van eten, drinken, een plas doen en daarmee klaar”.

Wat vindt muntmeester Van Draanen?,,Een munt wordt niet heilig met ”God zij met ons”. Als je dat denkt, maak je een fout. Een geldstuk is een communicatiemiddel. Er kunnen reclamestickertjes voor de disco opgeplakt zitten. Of plaatjes met teksten als ”Ban de bom”. Met munten mogen we een mening doorgeven, vind ik. Mogen we alstublieft wensen dat God met ons zal zijn? Op de Amerikaanse dollars staat: In God we trust. De president noemt die woorden vaak tijdens bijeenkomsten”.

Discussie
Er is al eerder stuivertje gewisseld over het randschrift van de Nederlandse munt. Toen in 1980 bij koningin Beatrix' troonsbestijging nieuwe munten en postzegels ontworpen moesten worden, kaartten drie PvdA-kamerleden de kwestie aan.

De humanist Roethof, de rooms-katholieke pater Van Ooijen en de protestant Stoffelen vroegen zich af of de bede nog wel paste in de Nederlandse samenleving.

Ze wilden dat niet de regering, maar de wetgever over het randschrift zou beslissen. De toenmalige minister van financiën, Van der Stee (CDA), voelde daar niet voor. Het uiterlijk van Nederlandse munten mocht geen onderwerp van parlementaire discussie zijn, vond hij. Hij bleef bij het randschrift.

Geladen
Verschillende suggesties voor randschriften passeerden de afgelopen dagen de revue. Van Draanen:,,Ik heb zaken gehoord als ”Eenheid bevrijdt”, of ”Vrede zij met ons”, maar die teksten zijn te politiek geladen”.

Als Van Draanen het voor het zeggen zou hebben, kwam er op de munten te staan: Concordia res parvae crescuent. Dat is: Samenwerking maakt kleine dingen groot.,,Fantastische tekst; die past precies bij het Europese integratieproces. De suggestie is me in 1992 aangereikt door de toenmalige schatkistbewaarder ing. C. Maas tijdens de onderhandelingen van Maastricht. Europa wil echter geen Latijnse teksten. Dat zal wel te veel op Italiaans lijken.”