Samenleven 4 januari 1999

„Trouwen was te voorspelbaar”

Door W. G. Hulsman
't HARDE – „Ik houd er niet van te doen wat andere mensen ook doen. Mensen denken meestal toch dat wij getrouwd zijn. Ze zien ons altijd samen.” Zij heeft er geen moeite mee dat ze niet getrouwd is, maar samenwoont. Hij: „Dit is een geaccepteerde vorm van samenleven en wij hebben elkaar ook trouw beloofd: kinderen neem je immers niet zomaar.”

Henk Hamer (38) en Ada Eilander (32) kwamen halverwege de jaren '80 aan elkaar door hun honden. Hij leefde in een zomerhuisje op een camping bij Hulshorst, zij in een stacaravan. Beiden lieten hun honden uit en liepen elkaar dan tegen het lijf. „Darja is de enige hond die het allemaal heeft meegemaakt en nog leeft.” Darja kwispelt.

Van het een kwam het ander. In 1988 trok Ada bij Henk in zijn zomerhuisje in en na een zoektocht naar een woning vestigden ze zich in 1990 in een rijtjeshuis in het Noord-Veluwse dorp 't Harde, met achter een royale tuin. De andere hond, Sorkas, houdt daar de wacht. Alhoewel, de rustige newfoundlander doet vanmiddag zijn dutje.

Ze wonen er volgens eigen zeggen „ideaal”. „Dicht bij bos en strand, vlak bij de snelweg en openbaar vervoer en precies tussen Harderwijk en Zwolle in, daar werkten wij in 1991.” Nu werkt hij bij een drukker in Genemuiden en zij als teamleidster op een incassobureau in Ermelo.

Geen drempel
Henk droeg Ada nooit als bruid over de drempel van de woning aan de Munnikenweg. Ook niet toen hun dochter Maud zich meldde –nu bijna 4 jaar geleden– of rond de gezinsuitbreiding met Boet – net 2 jaar oud. Het stel vindt dat niet bijzonder. Samenwonen is volgens hen breed geaccepteerd. Bovendien: „Niemand merkt aan ons dat we niet getrouwd zijn. Ze zien ons altijd samen.”

Ada had niet veel behoefte aan een huwelijk. Zij wilde vooral niet het bekende pad volgen; niet te voorspelbaar leven. „Als je samenwoont en je zegt dat je gaat trouwen, dan krijg je een reactie van: Oh, dan ben je binnenkort zwanger. Dat wilde ik niet.” Daarnaast vindt ze een huwelijksdag zonde van het vele geld.

Maar vinden ze het dan niet mooi om elkaar het jawoord te geven ? Henk: „Wij hebben elkaar óók trouw beloofd, want kinderen neem je niet zomaar.” Als Hamer/Eilander zijn ze ook gelukkig. Om praktische redenen zijn ze in 1988 wel verloofd: „Zo konden de families elkaar tenminste leren kennen.”

En heeft het niet veel nadelen voor de kinderen als (je) ouders niet getrouwd zijn? Ada: „Samenwonen en trouwen zijn voor de wet gelijkgetrokken. Dat maakt geen verschil. Wij moeten wel meer regelen voor de kinderen, onder meer in een testament. En je hebt wel eens een praktisch probleempje. De kinderen dragen de achternaam van Henk. Als ik naar de kinderspeelzaal bel en zeg: Met Ada Eilander, begrijpen ze de eerste keer niet dat ik de moeder van Maud ben; de volgende keer wel.”

Eén uit duizend
Moeder Ada heeft het werken niet los kunnen laten: „Ik ben geen type om thuis te zitten. Het werk geeft mij veel voldoening. Die zou ik niet willen missen. Ik ben toen Maud kwam wel 24 in plaats van 40 uur gaan werken.”

Werk en gezin kunnen de twee ouders alleen combineren door een zeer flexibele oppasmoeder. De oppasmoeder woont om de hoek en is bij de kinderen als beide ouders weg zijn om een goed belegde boterham te verdienen. „Het is er echt één uit duizend. Als zij ermee stopt, hebben wij een probleem. Ze komt alleen voor Maud en Boet, niet voor het huishouden. Ze speelt met hen, gaat met hen naar het bos, en als het nodig is neemt ze de kinderen mee naar haar huis om te eten.” Ada werkt drie dagen per week en is zelf meestal op donderdag en vrijdag thuis.

Ada en Henk hebben er bewust voor gekozen hun kinderen niet naar een crèche te brengen. De vader: „Dat leek ons beter. De crèchetijden passen niet altijd bij onze werktijden, temeer omdat ik de ene keer vroege en dan weer late dienst heb. Bovendien krijgen de kinderen nu alle aandacht van onze oppasmoeder en blijven ze in hun eigen omgeving.” Alleen maar voordelen klinken er in de gezellige woonkamer. Maud is wél twee keer per week een halve dag naar de kinderspeelzaal. Deze maand zal ze voor het eerst naar school gaan. Boet bedelt om koek. Darja gaat netjes zitten, die wil ook wel wat.

Druk
Een druk leven hebben de twee, volgens eigen zeggen. Henk: „We hebben een grote vriendenkring en ik besteed veel tijd aan de zwemclub.” Verder stapt hij graag in de zeilboot of op de motor. Zij is naast haar werk druk met het huishouden en de kinderen. Voor haar piano en de computer in de hoek van de kamer heeft ze weinig tijd over.

Zaterdags gaat elk zijn eigen gang. Henk doet dan van alles rond het huis. De zondag is voor het gezin: „Dan gaan we samen iets doen, naar het bos, de kinderboerderij.”

De twee zeggen genoeg tijd voor elkaar te hebben. Al heeft de moeder wel een probleem: „Ik heb soms te weinig tijd voor mijzelf. De kinderen vragen veel tijd, vooral Boet is op deze leeftijd een handenbindertje. Maar ik kom liever een kwartier tekort dan dat ik op zaterdagmiddag om vier uur op de bank zit en kan zeggen: Zo, alles is klaar.”