Kerkelijk Leven | 19 augustus 1999 |
Samenzang met tabla en dholakDoor J. M. D. de Heer Wie op zondagmiddag om half 5 gebouw Het Kompas binnenstapt, zal getuige zijn van een veelkleurige kerkdienst. Hij zou kunnen horen dat de gemeente, onder begeleiding van tabla of dholak (twee soorten trommels), het lied Ab man aur moengh aur haath (Dankt, dankt nu allen God) inzet. Horen we dit lied in het Urdu, de gemeente zingt een volgend gezang uit de nog altijd groeiende liedbundel in het Hindi. We proberen drempelverlagend voor minderheden te werken, door in hun eigen taal en cultuur het Evangelie te brengen, verklaart de predikant. Dit Evangelie krijgt soms een heel eigen spits tegen de achtergrond van de heersende religie in het land van herkomst, zegt ds. Van der Lugt. Zo geloven hindoes dat ze een heel leger van goden én boze geesten om zich heen hebben. Duiveluitdrijvers hebben een belangrijke plaats in het religieuze leven. Wie christen wordt, plaatst zich onder de zeggenschap van de Heere Jezus. Efeze 1 en Kolossenzen 1, voor ons gevoel moeilijke hoofdstukken over het overwinnen van de machten door Christus, zijn in onze diensten heel actueel. De duivel steekt veel energie in het terugwinnen van onderdanen. Ik neem de wereld van boze machten daarom heel serieus. Pastorale zorg Missionair werk betekent concreet het contact leggen met moslims en hindoes uit de buurt. Een beproefd middel is de Tjhota Agbaar (Kleine Krant), het blad voor Hindostanen en Pakistanen... en voor ieder die iets goeds wil lezen, zo meldt de ondertitel. Vier keer per jaar verschijnt het drietalige evangelisatiekrantje. Het laatste nummer behandelt, in het Urdu, Hindi en Nederlands, actuele thema's: Bescherming tegen de duivel, en: Boze geesten en hun namen. Een vorig nummer ging onder meer over het hardnekkige misverstand dat de Heere Jezus als een soort goeroe in India leefde en in de provincie Kasjmir Zijn einde vond. De Tjhota Agbaar wordt via een aantal winkels in een oplage van ruim 500 gratis verspreid. Zo probeert ds. Van der Lugt in contact te komen met zijn doelgroep. De belangrijkste instrumenten van God zijn immers de christenen zelf, zegt hij. In onze eigen netwerken hebben we de taak het Evangelie door te geven. Wie in de laatste Tjhota Agbaar de preekbeurtenagenda bekijkt, ziet dat sinds kort ook in Rotterdam-West samenkomsten worden belegd. Verder valt op dat er diverse malen gezamenlijke diensten zijn met de gereformeerd vrijgemaakte kerk van Rotterdam-Centrum. Ook dan wordt in het Urdu gezongen, onder begeleiding van Pakistaanse muziekinstrumenten. Een samenvatting van de preek in het Urdu of Hindi hoort eveneens tot de dienst. De integratie van 'moeder' en 'dochter' blijkt ook uit het feit dat sinds kort een Pakistaanse christen ouderling is in de moedergemeente. Suriname In Rotterdam-Crooswijk begon het evangelisatiewerk onder deze minderheid door middel van een koffiebar en kinderclubs. In 1983 werd ds. J. W. Roosenbrand predikant met als speciale opdracht het werk onder minderheden. Met twee Hindostaanse vrouwen en een aantal Nederlandse medewerkers begon hij missionaire diensten. Na een moeizame start kreeg het initiatief meer bekendheid in de wijk. Inmiddels bezoeken zo'n 50 belangstellenden de zondagse dienst. De meesten zijn van geboorte christen, maar ds. Van der Lugt noemt ook twee vrouwen en een man die voorheen hindoe waren. Zij kwamen de laatste jaren tot geloof en werden gedoopt. Veel wist hij overigens niet van zijn huidige doelgroep af. Toen ds. Van der Lugt in 1993 als predikant in Rijswijk de vraag kreeg om onder Hindostanen te gaan werken, ging hij ijverig in een atlas op zoek naar Hindostan. Een familielid maakte hem erop attent dat een deel van Noord-India zo heet. Tijdens de oriënterende gesprekken begon Rotterdam toch te trekken. Eerlijk heb ik mijn mogelijkheden afgewogen, ik wist bijvoorbeeld dat ik het Hindi, de religieuze taal van India, zou moeten leren. Maar we hebben ons door God geroepen geweten het werk hier op te pakken. Na zes jaar vindt de predikant het eigenlijk heel wonderlijk dat in een gemeente zo'n gemengd publiek zit. Inmiddels horen daar ook een Pakistaanse familie van presbyteriaansen huize en een voormalige hindoefamilie uit India bij. Als de politieke spanningen tussen de landen groeien, is het wel een gespreksonderwerp. Je merkt dat alle gemeenteleden aan hun eigen vaderland denken, maar het geeft geen wrijving. Geen haast Onlangs kwam ds. Van der Lugt nog bij een hindoe. Zijn huistempeltje stond in de hoek van zijn kamer. Dan weet je dat ook zijn priester regelmatig op bezoek komt. In zo'n sfeer probeer ik contacten te leggen om de verkondiging van het Evangelie voor te bereiden. Ik ga een eind mee in cultuur en gewoonten. Maar vlees dat aan de afgoden is geofferd, zal ik nooit eten. Met m'n handen eten is geen enkel probleem. En van Surinaamse gerechten geniet ik nu echt. Heerlijk, lekker scherp. |
![]() |
![]() |