Kerkelijk Leven 3 augustus 1999

Ds. Slofstra zet zich in voor de andersbegaafde medemens

Zorgen voor de nestgeur van thuis

Door S. C. Bax
NOORDWIJK – „Jij moet geduld hebben, hé, dan krijg jij toch die zegen. Jakob, joh, die heeft de zegen gejat. Dat mag niet. Je moet geduldig zijn hoor.”

Een bewoner van de Willem van den Bergh Stichting stapt vrijmoedig het kantoor van ds. E. E. Slofstra binnen. Het is middagpauze en het werk zit er voor de ochtend op. Hij onderbreekt ons gesprek. Kennelijk heeft de preek van afgelopen zondag hem aangesproken en komt hij dat melden aan de dominee en diens gespreksgenoot. Een volgende binnenstappende bewoner vraagt waar de gast vandaan komt. De pastor glimlacht mild en zegt na een poosje dat hij verder moet praten. Ook goed. De dominee en zijn gast krijgen een hand.

Rond het middaguur is de werkplek van de 55-jarige dominee als het ware de zoete inval voor de bewoners. Ze raken hun verhaal kwijt. Een dove bewoner begint tegen mij aan te praten. De dominee kent het verhaal al, maar zijn gast nog niet. Onverstaanbare geluiden komen naar buiten. Maar hij spreekt ook met gebarentaal. Dominee Slofstra vertaalt: „Ik doe mee aan de zwemvierdaagse. Ik ben gauw jarig. Mijn ouders zijn overleden.”

Weer een andere bewoner komt de dominee troosten: „Ik hoor dat uw vader ziek is. Erg hoor, die arme man. Gaat hij sterven? Ik wil niet naar de hel. Zondag ben ik niet bij jou, dominee. Dan ga ik in Noordwijk naar de kerk.”

Dienstwoning
Ds. Slofstra is als christelijk gereformeerd predikant vrijgesteld voor zijn werk in de gezondheidszorg. Hij woont in de karakteristieke dienstwoning van de voormalige directeur –een prachtig stenen bakbeest met grote overstekken– aan de Zwarteweg te Noordwijk, vlak bij Estec en grenzend aan de Katwijkse wijk Rijnsoever.

Deze woning markeert de ingang van het zorgcentrum, dat een heel dorp blijkt te zijn, inclusief eigen kapsalon, kledingwinkel, supermarkt en wat een klein dorp al niet nodig heeft. De ”Willem van den Bergh” telt 930 bewoners. Van hen wonen er binnenkort ruim 200 in buitenlocaties in het kader van het spreidingsbeleid. Ruim 1500 medewerkers (parttimers en fulltimers) helpen mee om alles te laten reilen en zeilen. De pastorale staf bestaat behalve uit de dominee uit twee pastoraal werkers en drie parttime assistenten en verder zo'n tachtig vrijwilligers.

Roeping
Ds. Slofstra is voor de één Eddy en voor de ander dominee. Het tekent de sfeer in Noordwijk. Hij werd predikant in Broek op Langedijk en is daaraan officieel nog verbonden, zodat het er menselijkerwijs naar uitziet dat hij zijn hele leven dominee van één kerk zal zijn. Want zijn roeping ligt bij de verstandelijk andersbegaafden.

„Ik had een broer die andersbegaafd was. Hij woonde bij mijn ouders en logeerde veel bij ons. Mijn vrouw komt uit de Z-verpleging en had zodoende ervaring met deze mensen. Beiden zijn we er eigenlijk mee opgegroeid. Ik kreeg in Broek op Langedijk een aantal beroepen, waarvoor ik steeds bedankte. Zes weken na het verschijnen van een advertentie van de Willem van den Bergh Stichting liet die me nog niet met rust. Toen heb ik contact opgenomen en zo ben ik hier terechtgekomen. Mijn broer overleed kort nadat ik de beslissing had genomen.”

Eenvoud
Eenvoud, in verkondiging en gesprekken maar ook in de persoonlijke geloofsbeleving, is voor ds. Slofstra een sleutelwoord. Hij ziet veel kinderlijk geloof. „De wezenlijke bijbelse elementen komen in mijn aanpak allemaal aan de orde. Juist de Bijbel is uniek omdat Gods Woord in het bijzonder de leefwereld van de verstandelijk andersbegaafden raakt. Weinig boeken spreken zo uitvoerig over gehandicapten, hun ziektebeelden, ellende en verdriet. Maar de Heere Jezus spreekt er in alle vrijmoedigheid over en onze bewoners herkennen dat. Zo kan de Heere Jezus ook in ons dorp een vriend zijn en een metgezel. Bij veel bewoners is een groot vertrouwen in de Heere God. Velen wandelen op hun eigen wijze met Hem en vertrouwen erop dat ze bij het sterven naar de Heere Jezus mogen gaan.”

Schuld/vergeving
„Bewoners spreken met vreugde over Jezus, hun grote Vriend, maar kennen ook begrippen zoals zonde en schuld. Zij denken daarbij niet in algemene vage termen. Zonde is heel concreet. Als je elkaar verdriet doet, of je doet dingen die de Heere bedroeven, dan heb je vergeving nodig. Zo wordt een bijbels begrip als vergeving werkelijkheid. Schuld moet goed gemaakt worden en de bewoners leren daarvoor naar de ander, ook de Ander, toe te gaan. In de liturgie proberen we dit element zeker aan de orde te stellen. Schuld en vergeving zijn wezenlijke onderdelen.”

Behalve dat ds. Slofstra leidinggeeft aan het pastorale team, meehelpt met catechisaties, voorgaat in de diensten, en externe bewoners begeleidt, is hij ook nog betrokken bij de geestelijke zorg in de jeugdgevangenis van Sassenheim. Samen met zijn medewerkers is hij verder actief bij een instelling voor verstandelijk minderbegaafden in Den Haag.

Ethiek
De dominee is voorzitter van de ethische commissie. Daar komen veel problemen op tafel, variërend van vragen over seksualiteit en erfelijkheidskwesties tot dilemma's rond het levenseinde. „We zijn hier tegen actieve levensbeëindiging.” Er zijn ook pastorale contacten met ouders. De dominee is voor hen soms een vertrouwenspersoon. „Er zijn ouders die het heel erg vinden als hun kinderen op zondag handwerken. Ik begrijp wat daar achter zit. Dan ga ik naar de ouders toe en probeer op pastorale wijze met hen te praten over goed en kwaad en ook over genade en vergeving.”

De samenkomsten in de ”Willem van den Bergh” vallen in verschillende niveaus uiteen. Zo zijn er luistervieringen voor de zwaarst gehandicapten. Er zijn 35 bijbelgroepen. „Veel wordt gezongen uit Johannes de Heer en de oude berijming, omdat velen die Psalmen en versjes vroeger thuis geleerd hebben. De liederenschat is vaak een brug naar een kostbaar stuk verleden. Maar er wordt ook een nieuw ”lied van de maand” aangeleerd. De geliefdste liederen zijn ”Welk een vriend”, ”De Heer' is mijn Herder”, ”Veilig in Jezus' armen” en ”Er ruist langs de wolken”.

Ds. Slofstra ziet ook veel leed bij bewoners en ouders. Bezuinigingen doen dat leed soms nog toenemen. „Ik blijf het lijden moeilijk vinden, ook in mijn verhouding tot God, maar zie het als mijn opdracht troostrijk dichtbij te zijn.”

De predikant ziet dat de identiteit van de christelijke instellingen wordt bedreigd. „Ook bij een open opnamebeleid is een eigen identiteit broodnodig. Wij proberen mensen met een verstandelijke handicap een veilig thuis te bieden. Bij zo'n thuis hoort ook een eigen geestelijk klimaat.” Er wordt als het ware voor de nestgeur van thuis gezorgd. „Op de Willem van den Bergh Stichting wordt zorg op maat geboden, maar blijven we onze christelijke identiteit belangrijk vinden.”