Kerkelijk Leven 7 augustus 1999

Chr. geref. kerk van Groningen krijgt derde predikantsplaats

Gestage groei naast de coffeeshop

Door S. C. Bax
GRONINGEN – „We staan er zelf eigenlijk helemaal versteld van.” Ds. J. Plantinga bladert door de jaarboekjes van de Christelijke Gereformeerde Kerken en vergelijkt: „Nu hebben we in Groningen 1550 leden, in januari waren dat er 1484. Dan volgen, terugtellend: 1434, 1367, 1297 en 1250 leden.” Bij dat laatste cijfer hoort het jaartal 1995.

Groei, terugval en nieuwe groei lijken onlosmakelijk met deze kerk verbonden. Twee kerkgebouwen heeft de gemeente. De vernieuwde Maranathakerk staat in Goningen-Zuid. De Jeruzalemkerk in de stad is het oude 'visitekaartje'. Zij staat naast een coffeeshop. Maar ook dat pand is aangekocht door de kerk. Het softdrugshuis verkast nu enkele tientallen meters verderop naar een leeg bedrijfspand. Het nieuwe gebouw wordt een ruimte voor verenigingsleven en gespreksgroepen. Eerder verhuisde ds. Plantinga zelf al uit de pastorie naast de kerk en kocht hij een eigen huis, mede om ruimte te maken voor de groei en omdat hij in de stad wil blijven wonen.

Vallen en opstaan
„Een bijzondere historie kenmerkt onze kerk”, vertelt ds. Plantinga die, nu nog alleen met collega P. J. den Hertog, verbonden is aan deze stadsgemeente. „In de jaren twintig (1918-1929) stond ds. H. Biesma hier. Hij was dominee naar artikel 8 –de singuliere gaven– en in die tijd had er een onstuimige groei plaats. Ik sta hier sinds 1988 en de ouderen vertellen nog wel van die tijd.”

Onder het predikantschap van ds. Biesma werd de Jeruzalemkerk aan de W. A. Scholtenstraat gebouwd. Pastorie en kosterswoning zijn in de voor die tijd karakteristieke stijl gebouwd. „Er zijn 1000 zitplaatsen, een voor die tijd groot aantal voor een nieuwe kerk. Ds. Biesma hield persoonlijk gerichte preken. Maar na zijn overlijden verdwenen er weer mensen.”

Vallen en opstaan, zo omschrijft de predikant de verschillende perioden van de kerk. In de jaren zestig was er groei, telde de kerk zelfs rond de 1700 leden en dacht men over een derde predikant. Dat kwam er toen niet van en het ledental duikelde, zoals in alle kerken in die tijd, sterk naar beneden, tot zelfs 1200 toe. Maar het aantal zakte niet verder mee met de landelijke teruggang. Er kwam een andere kerk bij omdat de Jeruzalemkerk toch te klein bleek.

Opnieuw beweging
Enkele jaren geleden kwam er opnieuw beweging in het ledental. „Verklaren kunnen we het niet. Bovendien stuiven we ook niet op iedere nieuwe kerkganger af. Wij gaan van het standpunt uit dat mensen zelf moeten aangeven of ze lid willen worden. Wel hebben we een ontvangstcomité dat mensen een plekje wijst, vraagt of ze het goede psalmboek bij zich hebben enzovoorts.” De kerkgangers komen overal vandaan. Het jaarboek geeft aan dat tot de kerk van Groningen leden uit 36 andere plaatsen behoren: van Adorp en Aduard tot Zuidhorn en Zuidwolde.

De inhoud van de preken en de eigensoortige warmte van de gemeente zijn de twee trekpleisters, denkt ds. Plantinga. „De mensen die overkomen uit Samen-op-Weggemeenten doen dat vooral omdat ze hongeren naar een goede Woordverkondiging. Vrijgemaakten die zich aansluiten, komen doorgaans uit behoudende Reformanda-gemeenten. Vooral jonge gezinnen en jongeren komen over. Zij willen vooral een persoonlijker, zeg maar meer bevindelijke prediking, waarbij ook ruimte is voor onze vragen en onze twijfels.

Maar ook komen er mensen over uit evangelische groepen. Dat blijken in de praktijk veelal mensen te zijn die uit een reformatorische kerk kwamen en zich aansloten bij een vrije groep maar daar toch de belijnde prediking, de heldere boodschap misten.”

Studentenstad
Ook komen er wel hervormden over die naar Groningen verhuizen en eerst naar de Martinikerk gaan. „Met collega H. C. Marchand zitten wij principieel op één lijn. We beleggen zelfs enkele gezamenlijke diensten per jaar. Maar –en dat is iets wat je niet kunt organiseren– bij ons zijn er relatief veel jonge gezinnen en veel jongeren.

De zondag voor hervormingsdag kerken we in de Martinikerk. Op tweede feestdagen ook. De laatste keer preekte ds. Marchand in de Martinikerk en verzorgde ik de liturgie. De kerk zat stampvol.”

Tegelijkertijd is Groningen een studentenstad. Dat betekent dat velen van hen ook naar de kerk komen. „Maar het feit dat we doorgaans 's avonds niet zo veel minder mensen hebben dan 's morgens komt mede doordat veel studenten op zaterdagavond niet echt bijtijds naar bed gaan en dan liever 's avonds komen”, zo laat ds. Plantinga ook een keerzijde zien.

Ruime liturgie
Ds. Plantinga zegt dat zijn gemeente voluit reformatorisch probeert te zijn, persoonlijk gericht is, maar een ruime –„we doen iets meer dan de kerkorde toelaat”– liturgie hanteert. „Oude en nieuwe berijming wisselen elkaar af en er is een kleine selectie uit het Liedboek. In bijzondere diensten, zoals met dopen of belijdenis doen, mogen ook andere liederen gezongen worden. Dan komen ook Johannes de Heer of een Opwekkingsbundel tevoorschijn.”

Eenmaal per maand is er een zogeheten ”kom-in-dienst”. Dan is er een koor. En eenmaal per vier weken is er een extra laagdrempelige bijeenkomst. „Die wordt gehouden in het wijkgebouw. Dan is er zelfs gelegenheid om tijdens de preek vragen te stellen. We adverteren en de gemeenteleden brengen folders rond. Met name deze diensten blijken mensen die totaal vervreemd zijn van de kerk weer terug te brengen. Ik kan er voorbeelden van noemen. Op een bepaald moment concluderen ze dan dat ze weer de 'echte' eredienst willen bijwonen.”

„De belijdeniscatechisatie is ook anders opgezet. Op geen enkele wijze wordt men moreel verplicht ook belijdenis te doen. De groepen worden bewust klein gehouden. In het afgelopen seizoen kwamen in zes groepen zeventig catechisanten bij elkaar thuis. De helft deed belijdenis.” De dominees en de opbouwwerker begeleiden dat. Na het afleggen van belijdenis komen de nieuw belijdende leden dan vrijwel vanzelf terecht in een van de vele ”groeigroepen” die de gemeente kent.

Derde predikant
De gemeente heeft ondertussen besloten een derde predikant te beroepen en wil daarvoor het geld bijeenbrengen. Eerder verbouwde de gemeente de Maranathakerk voor een half miljoen gulden en de Jeruzalemkerk voor zeven ton. Ook verleent de gemeente in de Maranathakerk kerkasiel aan een Syrische arts en zijn gezin.

Ds. Plantinga staat zelf op een kruispunt in zijn leven. Hij lijdt aan een ernstige ziekte die menselijkerwijs niet te genezen is. Hij was langere tijd uit de roulatie maar werkt en preekt nu weer. „Ik kreeg veel steun uit de gemeente en leerde tegelijk dat het niet van mij afhangt, want de groei ging ondanks mijn afwezigheid gewoon door. Wij zelf zien hierin heel sterk het werk van de Heilige Geest.”