Kerkelijk Leven 31 juli 1999

Een kerk tussen de fabriekshallen

Door J. M. D. de Heer
DRACHTEN – Tussen de fabrieksgebouwen staat het, het nieuwe kerkcomplex van de vrije baptistengemeente in Drachten. Maar wie nu denkt dat voorganger ds. O. Bottenbley (48) dit eigenlijk maar een tweederangslocatie vindt, vergist zich deerlijk. „We zitten op een buitengewoon symbolische plek. Juist op een industrieterrein kunnen we laten zien dat niet de mammon het bedrijfsleven moet beheersen, maar het geloof.”

De panden aan De Bolder in Drachten beslaan in totaal ruim 6000 vierkante meter. Wat ds. Bottenbley betreft bieden ze straks plaats aan 2000 kerkgangers. Daarnaast is er volop ruimte voor de talloze activiteiten die de baptistengemeente ontplooit.

De gemeente Smallingerland werkt maximaal mee. Maar de ondernemers op industrieterrein De Haven zijn nog niet helemaal van de schrik bekomen. Zij zijn vooralsnog tegen de komst van de kerk. Toch hoopt ds. Bottenbley tegen het eind van het jaar de hallen te kunnen omvormen tot een multifunctioneel kerkelijk centrum.

De voorganger hoopt dan ook zeker contacten met fabrikanten aan te knopen. „Veel zakenlieden hebben het geloof vaarwel gezegd, omdat ze het als een belemmering voor hun carrière zien. Wij bekijken het van de andere kant. Geloven en zakendoen gaan als het goed is hand in hand. Zo kom je toch weer uit bij Kuyper: Gods heerschappij bestrijkt alle terreinen van het leven.”

Snelst groeiend
Het gevaar is groot om in getallen te blijven steken. Hoewel het een feit is dat ”Bethel” de snelst groeiende gemeente in Nederland is. Telde ze tien jaar geleden, bij de komst van ds. Bottenbley, slechts zeventig leden, alleen al in het afgelopen jaar werd eenzelfde aantal gedoopt. Het aantal gedoopte leden nadert daarmee de 900. De dubbele zondagse ochtenddienst trekt in totaal ruim 1000 bezoekers.

De avonddiensten hebben elke week een andere inhoud. Praisediensten wisselen doopdiensten af. Naast themadiensten over de wederkomst, of ook wel over verkering, zijn er ontmoetingssamenkomsten waaraan ook gospelartiesten een bijdrage leveren. Doel van deze diensten is dat bezoekers „de beslissing nemen om Jezus Christus te aanvaarden als Verlosser.”

Veel nieuwe leden komen uit randkerkelijke kring. Daarnaast hebben buitenkerkelijken en 'verontruste' gereformeerden, christelijke gereformeerden en gereformeerd vrijgemaakten de weg naar de gemeente gevonden. Ds. Bottenbley stimuleert de laatste groep eerst in hun eigen kerk aan vernieuwing te werken. „Maar daar stuiten ze, vertellen ze, op dogmatische starheid. Ze missen aandacht voor het christen-zijn in deze tijd. Vaak komen ze alsnog over.”

Dat betekent een tweede doopsbediening, nu door onderdompeling op grond van persoonlijk geloof. „We gaan daar niet krampachtig mee om.” Ds. Bottenbley gelooft niet dat doop door onderdompeling een verwerping van de kinderdoop betekent. „Ik wil ten volle de waarde van de kinderdoop respecteren.”

Bewuste keuze
Het ondergaan van de doop door onderdompeling staat open voor jongeren vanaf 15 jaar. Allen die „persoonlijk en bewust de keuze hebben gemaakt om Jezus Christus als Redder en Zaligmaker te aanvaarden in hun leven” geldt de uitnodiging zich te laten dopen, zo meldt de Bethel-informatiegids.

De gemeenteleden beperken hun betrokkenheid echter niet tot het bijwonen van de diensten. Bethel biedt meer én vraagt meer. Nieuwe leden doorlopen in een voortraject van ruim twee jaar vier kringen. De ”ontdekkenkring” draait om de vraag: Wie is Jezus? De ”fundamentenstudie” behandelt het christelijk geloof. ”Gemeentestudie I en II” geeft informatie over het gemeenteleven in Drachten en over de plaats van leden daarin. Door een gaventest leren belangstellenden hoe ze hun capaciteiten in de Bethel-gemeente kunnen benutten. De een als parkeerwacht, de ander in het dramateam, weer een derde in het pastoraat en een vierde in de crèche.

Kringen
Voor wie het voortraject heeft doorwandeld, openen zich de (huis)kringen. Er is keuze te over: een cursus over Israël, gezamenlijke bestudering van J. I. Packer, een huwelijkskring. Deelname aan een van de veertig huiskringen, onder leiding van een 'herdersechtpaar', is min of meer verplicht. Volgens ds. Bottenbley ervaren de leden deze veelheid aan activiteiten niet als een last. „Het over-overgrote deel van de leden is er heel enthousiast over. In de kringen vinden ze ontmoeting, warmte, herderlijke zorg. Dat is de kracht van onze gemeente.”

Waarom groeit Bethel veel sneller dan andere evangelische gemeenten?
„Graag wil ik op dit punt bescheiden zijn. Ik heb het idee dat het ons gelukt is een bijbelgetrouwe preek met een grondige exegese te combineren met een evangelische uitstraling. Bij gereformeerd vrijgemaakten bijvoorbeeld herken ik de prediking. Als ik hun dominees hoor, denk ik: Wat een degelijke kennis! Maar ook denk ik: Wat staat de preek ver af van buitenkerkelijken en de moderne wereld. In onze diensten hebben wij de zekerheid van het geloof en de blijdschap die evangelischen kenmerken, weten vast te houden.”

Voordat hij nog meer verklaringen kan geven, stopt ds. Bottenbley. „Het klinkt misschien vroom, maar boven alles wat je als mens onderneemt, staat toch het werk van de Heilige Geest. Waarom komt er op de ene plaats geen opwekking, terwijl christenen daar jaren om bidden? Het heeft te maken met Gods genade, waarover je niet kunt beschikken. De Heer is óns wel bijzonder genadig.”

Dat de groei in Drachten vooral een Bottenbley-effect is, gelooft de predikant niet. „Ik erken –ik wil niet naïef zijn– dat het wel degelijk ter zake doet welke persoon een gemeente dient. Maar het is de inzet van velen die voor groei zorgt.” Als 'bewijs' noemt de predikant de drie dochtergemeenten die in Groningen, Leeuwarden en Dokkum zijn gesticht. „Ik heb daar geen enkele vinger in de pap, maar ook deze gemeenten groeien fors.”

Harde afspraak
Een snelgroeiende gemeente. Dus een overvolle agenda van de dominee? „Nee.” Kan dat? „Ja.”

Toen ds. Bottenbley het beroep naar Drachten aannam, is er een harde afspraak gemaakt. Bij elke 250 leden extra zou een extra kerkelijk werker in dienst komen. Concreet betekent dit dat nu naast een fulltime pastoraal werker een parttime jeugdwerker in dienst is. „Ik geniet ervan om veel werk uit handen te geven. Hoe meer mensen bij het werk in de gemeente worden ingeschakeld, hoe slagvaardiger we worden. En zelf houd ik dan tenminste een halfuur per dag over voor persoonlijk gebed en bijbelstudie.”