Kerkelijk Leven 24 juli 1999

Een bedehuis op 5000 meter grond

Door J. van 't Hul
GELDERMALSEN – Pinkstermaandag 1957. Ds. A. Elshout bevestigt W. Droogers als ouderling van de gereformeerde gemeente te Tricht. Met twee ambtsbroeders zat hij in de ouderlingenbank. Droogers verlaat 39 jaar later de kerkenraad om gezondsheidsredenen. Nu zitten er zeven broeders in de ouderlingenbank, zes in de diakenenbank. Tricht-Geldermalsen groeit, tegen de verdrukking in. De kerk is te klein. Op 1 mei volgend jaar wordt de eerste paal geslagen voor de nieuwe kerk. Een bedehuis op 5000 vierkante meter grond.

Eind dit jaar gaan de eigendomsrechten van de bouwkavel in het gebied Leeuwenstein over op de gereformeerde gemeente te Tricht-Geldermalsen. Daar, langs de spoorlijn Tiel-Dordrecht, aan de zuidzijde van het dorp, moet een royaal kerkgebouw verrijzen met 1200 zitplaatsen. De nieuwe bestemming van het oude kerkgebouw aan de Tunnelweg is nog ongewis. Aan een verbouwing van die kerk is wel gedacht, zegt Droogers, maar dat stuitte op de nodige bezwaren.

„De piramidevorm van het gebouw leent zich nauwelijks voor uitbreiding. Het zou maar ruim honderd extra plaatsen opleveren. Daar kwam nog bij dat een groot deel van de huidige parkeerruimte zou worden opgeslokt. Er is nu al veel te weinig ruimte voor de ongeveer 200 auto's die zondags in de wijde omgeving van de Tunnelweg worden geparkeerd. De gemeente groeit als kool. De bouwcommissie heeft rekening gehouden eventuele groei in de toekomst en met graagte gebruikgemaakt van de gelegenheid om net even buiten het dorp nieuw te bouwen. Toch breidt het dorp zich ook in die richting uit.”

Kerkenraadschool
De groei van de gemeente heeft volgens Droogers ook alles te maken met de Rehobothschool, waar hij zelf 29 jaar werkzaam was (waarvan bijna 28 jaar als hoofd). Deze zogenaamde ”kerkenraadschool” (een van de laatste van het land) gaat uit van de kerkenraad van de gereformeerde gemeente. Het bestuur van de school is gedelegeerd aan een beheerscommissie. In die commissie hebben zitting twee kerkenraadsleden, een door de kerkenraad benoemde vaste secretaris-penningmeester en zes ouders die gekozen worden uit de drie samenwerkende kerken: de oud gereformeerde gemeente en de gereformeerde gemeente in Nederland en de gereformeerde gemeente, alle te Geldermalsen.

„Het is geen zeldzaamheid dat mensen die bijvoorbeeld werkzaam zijn bij Philips in Eindhoven, in Geldermalsen willen wonen, juist met het oog op de aanwezigheid van reformatorisch basisonderwijs”. Als tweede oorzaak voor de gestadige aanwas van de gemeente wijst Droogers op de herindeling van het burgerlijk bestuur in 1978. Het toen ontstane Groot-Geldermalsen, als koepel boven elf omliggende dorpen, werd aangewezen als groeicentrum voor de regio. „Sedertdien komen ze overal vandaan, uit het oosten en uit het westen. Met een doopdienst puilen we echt het gebouw uit.”

Kruisgemeente
Tricht-Geldermalsen werd in 1845 geïnstitueerd als gereformeerde gemeente onder het kruis. Na Kampen is Tricht-Geldermalsen binnen het verband van de Gereformeerde Gemeenten de oudste gemeente die vroeger kruisgemeente was. In 1907 ging men geruisloos met de Vereniging mee.”

Het kerkgebouwtje stond aan de Kerkstraat te Tricht. Van 'Geldermalsen' was nog lang geen sprake. Tricht werd bediend door achtereenvolgens ds. N. Wedemeijer (1850-1853), ds. P. Siemense (1855-1858), ds. W. Eichhorn (1860-1864) en lerend ouderling F. Meijer (1865-1881). Na het vertrek van oefenaar Meijer bleef Tricht 82 jaar vacant. „De gemeente nam de gedaante aan van een uitgesproken Betuwse gemeenschap met een independentistische inslag”, zegt Droogers. „Veel werd aangenomen op grond van uitlatingen van gezaghebbende personen. De eerstvolgende predikant, ds. H. van Gilst (1964-1966), een man met een strak kerkelijk besef, had het daar maar moeilijk mee. Hij zei eens een keer: Jullie hebben het maar over: „Die zegt dit” en „Die zegt dat”, maar wat ik weten wil is: wat zegt Gods Woord ervan?”

Agrarisch
„Geldermalsen maakte aanvankelijk deel uit van een geheel agrarisch gebied”, zegt Droogers. „Het waren hier allemaal weilanden, akkers en boomgaarden. Velen bezaten een klein boerenspulletje. Nu liggen er vier grote industrieterreinen om het dorp heen. Ten tijde van ds. Van Gilst werd het kerkje in Tricht te klein. Het zat er soms zo vol, dat er mensen terugmoesten. Men beraamde plannen voor een nieuwe kerk. Eerst diende echter de vraag beantwoord te worden of de kerk wel in Tricht gebouwd moest worden. Uit Tricht kwamen veertig gezinnen, uit Geldermalsen inmiddels tachtig en dan waren er nog veertig gezinnen die uit de omgeving kwamen. Er kwam grond beschikbaar in een nieuwe wijk in Geldermalsen. De school stond daar al. En de pastorie stond daar ook. Kon het mooier? Maar vanuit Tricht rees verzet. Veel van die moeite was echter plotseling verdwenen toen in 1968 kandidaat J. Baaijens naar het Betuwse overkwam. Ouderling J. W. Kirpestein zei bij de verhuizing wijs: Laten we de naam van de gemeente maar zo houden: Tricht-Geldermalsen.”

Ouderling Droogers had het moeilijk om het kerkje in Tricht te verlaten. Het was erg wennen in het nieuwe bedehuis. Een preek van ds. Baaijens over Zacheüs werd voor hem onvergetelijk. „Zoals de Heere Jezus Jericho betrad, een plaats die sinds de tijd van Jozua onder de vloek lag, zo kwam Hij naar de vervloekte aarde om Zijn verdienste toe te passen en zondaren in Zijn gemeenschap te herstellen. Onder die preek mocht ik ervaren dat de Heere ook in het nieuwe bedehuis Zijn werk wilde doen.”

Emotie
Het was een royaal gebouw dat aan de Tunnelweg werd opgetrokken. „Er waren bijna 800 zitplaatsen. Later werd het aantal zitplaatsen nog iets uitgebreid. Maar niemand kon bevroeden dat het gebouw dertig jaar later al weer te klein zou zijn.”

In 1985 werd ds. M. J. van Gelder aan de gemeente verbonden. Er waren op dat moment 840 leden en doopleden. Tien jaar later waren het er ruim 1000. Het was ds. J. W. Verweij die ruim twee jaar geleden predikant werd in Tricht-Geldermalsen. En de gestadige groei hield aan.

„Als we straks gaan verhuizen naar de nieuwe kerk, moeten we hier aan de Tunnelweg heel wat loslaten”, peinst Droogers. „Want hier is heel wat gebeurd. Maar laten we waken voor nodeloze emoties.”

Droogers typeert zijn gemeente als „een gewone doorsnee gereformeerde gemeente. Vroeger lazen we hier alleen maar preken van oude schrijvers. Smytegelt, Hellenbroek, de Erskines, Boston. Daar was je zelf ook onder opgegroeid, dus dat bleef trekken. Er worden nu in leesdiensten wel minder oude schrijvers gelezen, maar het oude stempel is gelukkig gebleven.”