Hoogtepunten in het landschap 17 augustus 1999

Barbecuen op de droge heide

Door Annemarie Cornelisse
RHEDEN – De weg ernaartoe gaat door het bos. De verkeersborden waarschuwen al: Kijk uit, er komt een dubbele haarspeldbocht. Even waan je je in het buitenland. Hier begint het aardig op een heuse bergpas te lijken. Niets is minder waar. Dit is de weg naar de top van Gelderland.

Er is verwarring over Gelres hoogste punt. Nogal eens wordt gedacht dat de Zijpenberg bij de Posbank (gemeente Rheden) met zijn 106,2 meter de top van de provincie is. Dat het echte hoogtepunt een eindje verderop ligt, blijkt op de kaart die bij de kleine VVV-caravan aan het begin van het natuurpark hangt. Die geeft aan dat er een hoge brandtoren staat op maar liefst 110 meter hoogte.

Was het natuurgebied vorige eeuw van een baron, tegenwoordig mag de Vereniging Natuurmonumenten zich de rechtmatige eigenaar noemen.

Met de auto kun je er niet helemaal komen. Wel lopend of met de fiets. Een zanderig voetpad en een geasfalteerd fietspad leiden langs heidevelden naar de brandtoren.

Het is een groot groen gevaarte van staal. De toren is 18,34 meter hoog en bestaat uit verschillende plateaus waarop je kunt staan. Helemaal bovenop is een hokje waar vroeger de brandwacht zat te turen of hij ergens een bosbrand kon ontdekken.

Een S-vormige bank en een picknicktafel staan klaar om de bezoekers van hun rust te laten genieten na een inspannende fiets- of wandeltocht. Bij het bankje liggen twee marmeren stenen met een verhaal over de brandtoren. „Deze brandtoren werd in 1989 voor de sloop behoed door de stichting Behoud brandtoren Rozendaalseveld”, vertellen de plaquettes. De toren werd gebouwd in 1949. Het opsporen van bosbranden werd in 1978 overgenomen door vliegtuigen. ”Wie staat, ziet toe dat hij niet valle” staat er waarschuwend onder aan de steile trap.

Beter uitzicht
Het vergezicht is prachtig, op het hoogste punt van Gelderland. Alleen het eerste plateau van de brandtoren mag je beklimmen voor een nog beter uitzicht. De smalle ijzeren trap gaat recht naar boven. Hier moet je geen hoogtevrees hebben. Hoewel het eerste plateau niet enorm hoog lijkt, kun je er ver kijken. Heide en bos wisselen elkaar af in het glooiende heuvelachtige landschap. Beige, groen en bruin zijn de hoofdkleuren van het gebied. Een paar honderd meter verderop grazen zwart-wit gekleurde koeien.

Hoewel het gebied een toeristische trekker is, zijn er weinig mensen te bekennen. Een enkele keer komt er een groepje fietsers voorbij, maar die nemen niet de moeite even te stoppen. Waarom ook. Het hele gebied is de moeite waard om van te genieten.

De borden van Natuurmonumenten wijzen erop dat hier bijzondere diersoorten te zien zijn. „U kunt hier IJslandse paarden tegenkomen. Voer ze niet, daar worden ze opdringerig van.” Ook is er volgens de vereniging grote kans een ree of een wild zwijn tegen het lijf te lopen.

Een echtpaar en een wat oudere vrouw komen aanwandelen en brengen meer leven in de brouwerij. Genietend zakken ze neer op het bankje. Het is de familie Stoffels uit Velp. „We wonen hier dichtbij en komen hier vaak”, vertelt de man. „Je kunt prachtig van de berg af fietsen.”

De Vereniging Natuurmonumenten geeft nauwelijks ruchtbaarheid aan het feit dat hier de top van Gelderland ligt. „De mensen die hier in de omgeving wonen, weten het wel. Maar we maken er geen reclame voor”, zegt Walter de Wit, opzichter van het natuurpark. Hij kent het gebied op zijn duimpje. „Bij helder weer kun je zelfs de brug van Emmerich zien vanaf het hoogste punt. Heel vroeger was het vooral bos. Door overmatig menselijk gebruik werd het een heidegebied en daarna werd het weer bebost. Gedeeltelijk door mensen en gedeeltelijk spontaan.

Baron
In de vorige eeuw was het natuurgebied volgens de opzichter het eigendom van baron Van Spaen, die in het Velpse kasteel Biljoen woonde. Daarna werd ene familie Lubs eigenaar. Sinds deze eeuw is het van de Vereniging Natuurmonumenten.

De Wit weet dat er in de Tweede Wereldoorlog veel Duitsers verbleven. „Ze hadden in de buurt van de Zijpenberg zend- en ontvangstinstallaties staan. Daarmee wilden ze de Engelse vliegers onderscheppen.”

Het natuurpark krijgt per jaar zo'n twee miljoen bezoekers. Dat er dan wel eens wat mis gaat, kan haast niet missen. „Als opzichter loop ik tegen situaties aan die niet door de beugel kunnen. Sommige mensen snappen echt niet dat je op de droge hei niet kunt barbecuen. Ook komen ze soms bij ons in het park hun vuil storten. Het is niet extreem vaak, maar als 1 procent van die 2 miljoen mensen tegen de regels ingaat, spreek je al over 20.000 man.”


Hoogtepunten in het landschap van de lage landen. We trekken van provincietop naar provincietop. Steeds een stukje hoger. Van Flevoland met 8,3 meter boven NAP als hoogste punt, tot Limburg met 322 meter.