Hoogtepunten in het landschap 10 augustus 1999

RD op de Amerongse Berg

Door R. Pasterkamp
AMERONGEN – „Da's de Dom”, lacht de dame van de VVV in Amerongen als de bezoeker informeert naar het hoogste punt van de provincie. Niet wetend dat geografisch gezien het hoogtepunt van Utrecht bij haar om de hoek ligt: de Amerongse Berg.

Met zijn 68,9 meter steekt hij met piek en flanken boven de andere bulten van de Utrechtse Heuvelrug uit. „Da's hoog voor Nederland”, reageert het VVV-vrouwtje op zo veel parate kennis van de bezoeker. „Nou u het zegt, je schijnt er in de winter zelfs te kunnen langlaufen.”

De klim naar het hoogste punt van Utrecht begint bij Bosrestaurant 't Berghuis aan de Veenseweg. Auto, fiets en paard (!) vinden hier makkelijk een parkeerplek. De verleiding is groot om eerst aan de koffie met appelpunt te gaan, maar we beloven dat onszelf voor na de expeditie. Er zijn twee wandelingen: een van 7 en een van 3,5 kilometer. De kortste is het meest aantrekkelijk. Omhoog met de geit.

Zware beuken links en rechts van het pad vormen prachtige lanen, een erfenis van de gebroeders Hendrik en Diederic Borre, bouwers en eerste eigenaars van Kasteel Amerongen. Toch zijn de meeste bossen op de Heuvelrug maar net een eeuw oud. Aangelegd omstreeks 1900 als productiebossen, met voornamelijk naaldhout. Uitzondering is het Amerongse Bos, dat op en rond de top van de Amerongse Berg ligt. Dit bos stamt uit circa 1750. Aan sommige grove dennen zijn de eeuwen af te zien.

Lambert maakt met waskrijt een afdruk van de gegroefde bast van een oude grove den. De huid biedt plaats aan mossen en korstmossen. Hier en daar laat de bast los. Het hout, dat in de handel grenen heet, is mooi blank. Er zit een torretje vast in een web. Het zwarte beestje krijgt zijn vrijheid terug en maakt zich snel uit de voeten.

Bank
Natuurliefhebbers noemen dit graag een oerbos. Op de grond liggen flinke hoeveelheden dood hout, er staan veel soorten loof- en naaldbomen van verschillende leeftijden en er is een weelderige ondergroei van struiken en kruiden. De eigenaar van het bos, de stichting Het Utrechts Landschap, houdt dat graag zo. Dood hout mag blijven liggen, insecten en ziektes worden niet bestreden en jonge bomen moeten zelf een plaatsje zien te verwerven. De natuur is de baas. Veel vogels voelen zich thuis in zo'n oud bos. Een bijzonder zoogdier dat soms wordt gezien is de boommarter.

Na een, twee, drie bochten staan we op de top. Nou ja, top. Aan het feit dat het pad verderop weer naar beneden gaat is de hoogte min of meer af te lezen. Wie wil genieten van een weids uitzicht moet even afdalen naar de Jan Eversbank, genoemd naar een oud-boswachter. Het dorp Amerongen, de uiterwaarden en de Nederrijn zijn te zien. Bij helder weer zijn ook de stuw in de Nederrijn en Wijk bij Duurstede te onderscheiden.

Op de top ligt een vierkante steen. Er zijn de letters ”RD” in gekerfd. Een eenzame abonnee die hier zijn krantje laat bezorgen? Geintje van baldadige refo-jongeren? De meegebrachte topografische kaart van Nederland, blad 39 E, geeft het antwoord. De steen is een merksteen van de rijksdriehoeksmeting (RD). Met zogenaamde getrianguleerde punten (kerktorens, vuurtorens, hoge gebouwen) is Nederland topografisch in kaart gebracht. In een bos met groeiende bomen is een vast punt wat lastig. Vandaar de merksteen.

Natte plekken
Niet eens zo hoog boven de kruinen passeert een vliegtuigje. Misschien de brandwacht voor de Veluwe. Ook al is het langere tijd kurkdroog in het Amerongse Bos, toch zijn er altijd natte plekken op de paden te vinden. Dat duidt op een ondoordringbare leemlaag in de bodem.

Over een van de zandpaden huppelt een zuster van het Zendings-Diaconessenhuis in Amerongen. Kapje op, de jurk dwarrelend om het lijf. Samen met andere zusters zet ze een speurtocht uit. Naar wat, blijft onduidelijk. „Voor een speurtocht is dit een prima bos. En het is als het ware onze achtertuin”, zegt ze.

Na anderhalf uur zijn we terug bij 't Berghuis. De beloofde traktatie staat snel op tafel. Lambert kiest voor een ijsje. Kinderen vermaken zich in de speeltuin. Opeens huppelen de zusters voorbij. Uitgespeurd.


Hoogtepunten in het landschap van de lage landen. We trekken van provincietop naar provincietop. Steeds een stukje hoger. Van Flevoland met 8,3 meter boven NAP als hoogste punt, tot Limburg met 322 meter.