Hoogtepunten in het landschap 7 augustus 1999

Mediteren op eenzame hoogte

Door E. van Dijkhuizen
SCHOORL – Klimweg, vermeldt het bruine bordje van Staatsbosbeheer. Inderdaad. Onderweg naar het hoogste punt van Noord-Holland, 54 meter boven NAP, wordt een mens zich pijnlijk bewust van zijn hart, benen en voeten. De beloning –een magnifiek uitzicht over de Schoorlse duinen, de breedste van ons land– vergoedt echter het gezwoeg en gezweet meer dan de hijgende klimmer verwacht.

De kassabediende van de plaatselijke Esso doet er een gooi naar: het hoogste punt van de provincie Noord-Holland? „Tuurlijk, dat ligt ergens in de duinen.” Waar precies weet het blonde meisje niet. „Dan moet u bij de VVV zijn.” De tourist-information-dame zet trefzeker met haar pen een punt op de kaart. „Hier ligt het. Achter de VVV omhoog, de Klimweg op, rechts aanhouden, en u loopt er zo naartoe.”

Het klinkt simpel, maar dat is de tocht allerminst. Dik 50 meter te voet stijgen op een door boomwortels ontregeld bospad, betekent een aanslag op het fysieke uithoudingsvermogen van de mens. Is het daarom zo verdacht rustig op de Klimweg? De kruising, na zo'n 20 minuten, biedt gelegenheid even op adem te komen. Rechts aanhouden, zei de VVV, dus langs de platte gebouwen die plotseling opdoemen tussen de bomen.

In één ervan blijkt een spiritueel centrum te huizen. ”Heel en al” staat er op het bordje in goede New-Age-taal. „Zoekt u iemand?” Over het stille bospad komt een vrouw –veertiger, vriendelijk gezicht– met boodschappenmand aanlopen. Liesbeth Piloo, directeur van het mysterieuze centrum, houdt de omgeving nauwlettend in de gaten.

Raadsvrouw
„Het is mijn taak ervoor te zorgen dat de mensen in het centrum rustig kunnen mediteren”, verklaart ze. „Er zit nu een groep boeddhisten in. Ze zijn acht dagen in retraite.” De geschiedenis van het gebouw gaat terug tot 1941, weet mevrouw Piloo. „De Duitsers hebben het er neergezet. Er zaten soldaten in. Iets verderop, op het hoogste punt van de provincie, stonden hun radarinstallaties. Een uitstekend punt natuurlijk voor zoiets.”

Na de oorlog, in 1948, nam een jeugdherberg bezit van de barakachtige gebouwen; sinds 1987 doen ze dienst als centrum voor levensbeschouwelijke bezinning. Boeddhisten, moslims, New-Age-aanhangers, christenen, ze zijn allemaal welkom, vertelt mevrouw Piloo met een royaal gebaar. „Ik kom zelf uit een katholiek milieu, heb er bewust mee gebroken en ben nu humanistisch raadsvrouw.”

Ze is wég van Noord-Holland, „een provincie die alles heeft: bossen, duinen, zee en strand”, en in het bijzonder van het deel „boven het kanaal” (Noordzeekanaal) waar Schoorl ligt. „De natuur is heel bijzonder: zo ongerept. Je kunt hier prachtig wandelen en fietsen en het is allemaal vrij toegankelijk.” Ook om andere redenen heeft mevrouw Piloo „iets” met Schoorl. „Er loopt hier een krachtige magnetische lijn over de aarde. Net als bij Stonehenge in Engeland. Mensen die gevoelig zijn voor positieve energie komen daar op af. Er wonen niet voor niets veel antroposofen in deze omgeving.”

Kampioen
Nog geen 100 meter voorbij het spiritueel centrum ligt de geografische top van Noord-Holland: een stenen plateau, omgeven door een houten hek, met uitzicht over bos, duinen en bij helder weer de zee. Een plek waarvoor geldt: Wie er eens was, vergeet haar nooit meer.

Zo denkt ook de familie Lasterie –pa, ma en drie kinderen– uit Bosch en Duin erover. Enthousiast gemaakt door een artikel in de Kampioen brengen zij dit jaar hun vakantie in de kop van Noord-Holland door. „We zijn eigenlijk echte Zweden-gangers”, vertelt mevrouw Lasterie. „Vanwege de rust en de ruimte in dat land. We ontdekken nu dat Nederland ook schitterend mooi is, alleen is het hier vaak zo druk. Maar daar hebben we nu geen last van.” Ze kijkt om zich heen. Inderdaad. Er zijn behalve haar eigen gezin en de journalist geen levende wezens te bespeuren.

De oudste dochter van de Lasteries studeerde tuin- en landschapsinrichting. Ze heeft net haar diploma gekregen. „Voor haar is deze vakantie erg interessant”, meent ma. „We zien veel van de natuur.” Ook pa geniet. „Heerlijk, zo'n weekje dicht bij huis. Toen ik klein was, ik ben van '38, waren verre vakanties er niet bij. We hadden thuis niet eens een auto. Je ging logeren bij je opa en oma, dat was het gewoon. Later krijg je het gevoel: We hebben wat in te halen, we moeten op verkenning. Daarom zijn we veel naar het buitenland geweest. Maar nu ervaren we dat je echt niet ver weg hoeft om een fijne vakantie te hebben.”


Hoogtepunten in het landschap van de lage landen. Tijdens de zomerweken trekken we van provincietop naar provincietop. Steeds een stukje hoger. Van Flevoland met 8,3 meter boven NAP als hoogste punt, tot Limburg met 322 meter.