RD-actie Kind in Israël

De kinderen van Jeruzalem bidden om vrede

Het pijnlijke verhaal
van Beit Nachson

Door J. van 't Hul
We staan op de Olijfberg, uit te kijken over Jeruzalem. De schemer valt, heel snel, zoals dat alleen in Israël gebeurt. De muren van de stad gloeien nog na van de hitte. Lichtjes floepen aan, één voor één. Jeruzalem, de stad van het lijden. Maar de kinderen van Jeruzalem hebben gebeden om de vrede!

Duizenden kinderen uit alle lagen van de Israische samenleving kwamen onlangs bij de Klaagmuur bijeen voor gebed. Ze hoopten al biddend de interne verdeeldheid in hun land te overbruggen en een eerste stap te zetten richting echte vrede. Het idee kwam uit de wereld van het onderwijs, zowel uit religieuze als uit seculiere hoek. Men had voor kinderen gekozen omdat die „nog onbeschreven bladen zijn, ongevoelig voor alles wat volwassenen verdeelt, zoals religie, politiek en etnische achtergrond”.

Dat is toch mooi, al die kinderen, in gebed, bij de restanten van de tweede tempel, de hemel vragend om vrede voor land en volk. Toch mooi. En het was ook mooi dat in de Oslo-akkoorden Israëliërs en Palestijnen afspraken dat ze hun kinderen niet langer zouden leren elkaar te haten. Joodse kinderen en Palestijnse kinderen zouden voortaan te horen krijgen dat er vrede moest komen tussen beide volkeren. Maar de eerder in deze reeks verhalen geponeerde stelling van Doron Even-Ari, algemeen secretaris van het Israëlische Bijbelgenootschap –„Er komt alleen echte vrede als God het hart vernieuwt”– gaat toch een spa of wat dieper.

Anders
Toch blijft het haken, dat kindergebed bij de Klaagmuur om rust en vrede. Er is veel onrust en veel onvrede, er is zo veel dat anders zou moeten zijn. Israël telt naar schatting 500 tieners die dakloos zijn, berekende recent de directie van het Beit Shanti-opvanghuis in Jeruzalem. „Ik heb nu 24 van zulke tieners in huis, maar geen geld om hun eten te geven”, zo klonk de emotionele oproep richting Knesseth.

Jaarlijks worden in Joodse ziekenhuizen en abortusklinieken in Israël 50.000 Joodse kindertjes door abortus gedood, zegt Ted Walker van de Messiaanse pro-life-organisatie Be'ad Chaim in Jeruzalem. „Abortus is volgens de Joods-orthodoxe traditie, de Halacha, in Israël toegestaan tot de 40e(!) week. En elk meisje in het leger heeft recht op twee gratis(!) abortussen. Hoe kan er ooit vrede zijn als er zo veel onschuldig bloed vloeit!”

Er is veel dat anders zou moeten zijn. In 1991 schrok Israël op van nieuwe cijfers van het aantal Joodse jongeren die zelfmoord plegen. Sedertdien wijst een geldverslindende campagne de kinderen van Israël op het waardevolle van het leven. Maar er is zo véél dat anders zou moeten zijn.

Velen zijn gevangen in occultisme of in New Age. Een op de zes Israëliërs leeft onder de armoedegrens. Het grootste deel van hen is jong en woont ergens in Jeruzalem. Met als gevolg dat Jeruzalem nu ook een eigen drugskliniek heeft. Veel van deze jongeren zijn thuisloos, leven in een rebels en crimineel klimaat, lijden soms aan aids. Het komt ons, Nederlanders, allemaal schrikwekkend bekend voor. Maar ook „beminden om der vaderen wil” blijken niet altijd van die lieverdjes te zijn. En voor sommigen onder ons is dat misschien best een schok.

Aandacht
Desondanks, niemand kan ontkennen dat er in Israël hier en daar aandacht is voor het kind. En als die aandacht niet vanuit het land zelf komt, komt ze wel van buitenaf, ook vanuit Nederland. “Christenen voor Israël” maakte zich al eens sterk voor het tehuis “Beit Rachel”, een centrum voor de kansarme kinderen in de Jeruzalemse wijk Kiryat Hayovel. Rabbijn David Portowicz deelt daar maaltijden uit aan jeugdige zwervers, helpt bij het huiswerk, geeft cursussen, bestrijdt criminaliteit en prostitutie, probeert gebroken gezinnen te helen, geeft warmte, veiligheid en liefde aan de kinderen van Jeruzalem die de dupe zijn geworden van de sociale problematiek van Kiryat Hayovel, een vies achterbuurtje in de Heilige Stad.

Er is meer. De Arabische Wereld Zending opende in Bethlehem een Daybreak-centre, dat zondags door een vaste groep dorpskinderen wordt bezocht. Door het Jaffa-instituut wordt hard gewerkt onder de kansarme jeugd van de Joods-Arabische krottenwijk van Jaffa (bij Tel Aviv). Het gaat daar om de kleinkinderen van immigranten uit Syrië, Iran, Irak en Noord-Afrikaanse landen. Ze waren wel weer 'thuisgekomen', maar konden de goede weg niet vinden. Er was voor hen geen werk, dus was er ook geen perspectief, geen licht, geen uitzicht.

Beit Jala
Ook in het dorpje Beit Jala (dicht bij Bethlehem) bevinden zich twee kindertehuizen, Jemima en Kezia (genoemd naar twee dochters van Job). Daar worden Arabische kinderen met een handicap en gehandicapte oudere meisjes verzorgd door onder meer Nederlandse vrijwilligers.

In de Arabische samenleving is nauwelijks plaats voor kinderen met een handicap. Velen worden verstoten, zijn maar tot schande van de familie, tot ergernis van de buurt. Maar ook in de Joodse maatschappij is er weinig ruimte voor hen. Daarom, help de kinderen in de stad van David. Laat ze niet het kind van de rekening zijn. „Wie één kind redt, redt de gehele wereld” (Joods gezegde).

Israël heeft zelf natuurlijk ook best oog voor het welzijn van zijn kinderen. Maar men komt er, laten we zeggen, niet echt aan toe. Professor Sjlomo Jitschaki, econoom aan de Hebreeuwse Universiteit te Jeruzalem, stelde ooit vast dat Israël erg weinig doet om de financieel zwakkeren te helpen: „Wij begeven ons langzamerhand in een richting waarin de maatschappij steeds minder om de armen geeft”. En zo wordt het kind in Israël, stukje bij beetje, de dupe.

Actie
Het is om dit alles dat wij onze traditionele actie bestemmen voor het kind in Israël. Het land vierde zijn vijftigjarig bestaan als zelfstandige staat. Talloze organisaties speelden daarop reeds in. Veel cadeaus zijn geschonken. Wij mogen niet achterblijven.

In het verleden is er nogal wat hulp van de grond gekomen ten voordele van meer of minder orthodoxe Joodse instellingen. Daar is niets op tegen. Nu echter de Messiasbelijdende Joden meer en meer in beeld komen, mogen zij niet worden buitengesloten. Daarom hebben we onder meer de aandacht gevestigd op het Israëlisch Bijbelgenootschap. Om het kind in Israël in aanraking te brengen met het Woord.

Het tweede deel van ons project –ook het grootste deel– is Shalva, het tehuis voor gehandicapte kinderen aan de rand van Jeruzalem. Vorige maand heeft Shalva

Esther Wachsman
een nieuw gebouw geopend: “Beit Nachson”, genoemd naar de zoon van mevrouw Esther Wachsman. Hier is het verhaal van de moeder. Nachson kan het zelf niet vertellen. Nachson is uit de tijd.

Moord
Esther Wachsman groeide als Jodin op in de Verenigde Staten. Ze werd opgevoed vanuit de gedachte dat de Joden eenmaal naar huis zouden gaan. En naar huis betekende: naar Israël. „In Amerika voelden we ons altijd vreemdelingen in een vreemd land. Door mijn studie was ik in de gelegenheid om zes maanden naar Israël te gaan. Ik was toen 19 jaar. Toen ik in Jeruzalem aankwam, voelde ik me alsof ik thuiskwam”.

Esther Wachsman bleef in Israël en trouwde met een Joodse man. Het echtpaar kreeg zeven zonen. Een van die zeven zonen was Nachson. „Vier jaar geleden hebben ze Nachson vermoord. Hij was in het leger en diende in Libanon. De oorlog heeft hem het leven niet afgenomen, dat hebben ze gedaan toen hij thuis was”.

Het was 1994. Hij kwam een week thuis om een speciale cursus voor militaire voertuigen te volgen. Op zondagavond zou hij nog even thuis zijn, had hij gezegd. Maar hij is nooit thuisgekomen. Nachson was toen 19 jaar oud. Vermoord door Arabische terroristen. „Die terroristen hadden zich verkleed als orthodoxe Joden, draaiden Joodse muziek op hun autoradio en hadden een Bijbel op het dashboard liggen. Ze vroegen Nachson of hij even in hun auto wilde komen. Dat deed hij. Vervolgens is hij gebruikt als gijzelaar. Ze dreigden hem te vermoorden. Op vrijdag. Op donderdag kwam de Israëlische politie achter zijn verblijfplaats. Een poging om Nachson te bevrijden, mislukte. Een dag later hebben ze mijn zoon vermoord”.

Rafael
„Ons gezin zal nooit meer het gezin worden dat we voorheen waren. Zo goed en zo kwaad als het gaat proberen we ons leven te leiden. Maar het valt niet mee”, zegt Esther Wachsman. „Het is heel moeilijk”.

Het gezin Wachsman heeft nóg een zorg. De jongste zoon, Rafael, heeft het Down-syndroom. „Rafael heeft continu aandacht nodig, 24 uur per dag. Dat breng je als gezin niet op. Je zou wel willen, want het blijft je kind, maar het gaat gewoon niet”. Rafael (nu 11 jaar oud) is een van de patiënten van Shalva. Iedere dag is de jongen enkele uren in het centrum. „Shalva heeft ons gezin gered. Het geeft ons even ruimte, even de mogelijkheid om voor de andere kinderen te zorgen”, zegt moeder Wachsman. „Tijdens de moord op Nachson hebben we een eenheid onder ons volk ervaren waarvan ik wenste dat die er ook zou zijn in de maatschappelijke zorg voor onze gehandicapten”.

Shalva gaat verhuizen naar een nieuw centrum. Het nieuwe gebouw is genoemd naar de omgekomen broer van Rafael: “Beit Nachson”. Esther Wachsman: „Nachson heeft altijd met grote liefde voor Rafael gezorgd. Wij ervaren het als een voorrecht dat zijn naam nu verbonden is aan Rafaels nieuwe tehuis”.

Spanning
Kalman Samuels, directeur van Shalva: „De kinderen van Israël groeien op in een wonderlijk land. Het is het land van de belofte. Maar ze groeien ook op in een klimaat waarin ze al heel jong in aanraking komen met oorlog, met strijd, met een onzeker bestaan. Hun leven, hun land, is omringd door vijanden. Israël wordt gemiddeld om de zeven jaar overvallen door een oorlog. En tussendoor ontploft er eens een bom op de Jaffa Road of bij de oude stad. Sommigen zien het gebeuren dat er dertig, veertig dodelijke slachtoffers vallen. Dat er soms honderd gewond raken. De complexiteit hier is voor een kind heel beklemmend. Aan de andere kant: In geen enkel land ter wereld zijn kinderen omgeven door een zo wonderlijke geschiedenis. Dat maakt het kinderleven hier tot een heel boeiend geheel”.

In een land waar 70 procent van het bruto nationaal inkomen wordt opgeslokt door defensie, blijft weinig over voor gezondheidszorg. Wie maatschappelijk gezien niet mee kan doen, valt uit de boot. Daarom vragen we hulp. Voor de gehandicapte kinderen van Shalva. Om hun de nodige zorg te kunnen geven, de onontbeerlijke aandacht, liefde, een knuffel, een arm om op te steunen.

U mag de knip nu wel opendoen.

Het Reformatorisch Dagblad vraagt uw hulp. Voor het kind in Israël. Dit najaar is er een actie voor de gehandicapte kinderen van Shalva in Jeruzalem.

Stort u alstublieft uw gift op gironummer 29.70.700 of op bankrekeningnummer 65.32.60.008 (ING Bank) van stichting Draagt Elkanders Lasten te Apeldoorn.