Binnenland 14 juni 2000

OM schrijft leveranciers SE Fireworks aan

Duizend getuigen
gehoord over ramp

Van onze binnenlandredactie
ALMELO – Het openbaar ministerie in Almelo verhoort in het kader van het onderzoek naar de vuurwerkramp in Enschede bijna duizend mensen. Hun verklaringen moeten antwoord geven op de vraag of vlak voor of tijdens de eerste ontbrandingen op 13 mei mensen op het terrein van de exploderende opslagplaats waren die brand hebben gesticht.

Dat heeft persofficier mr. P. van Kesteren gezegd. Buurtbewoners, werknemers van SE Fireworks, hulpverleners en de twee gedetineerde directeuren behoren tot de ondervraagden. Het rechercheteam dat de zaak onderzoekt bestaat uit 87 mensen, afkomstig uit diverse politieregio's.

Volgens Van Kesteren zijn binnen het technisch onderzoek inmiddels alle sporen verzameld. Het gaat om bodemmonsters, delen van opstallen en van de zeecontainers. Dat materiaal wordt onderzocht door het Nederlands Forensisch Instituut. Andere instanties die onderzoek verrichten zijn onder meer het Samenwerkingsverband Forensisch Onderzoek Bomexplosies (SFOB), de Rijksverkeersinspectie, het Milieu Inspectie en Opsporingsteam (MIOT), het bureau Financiële Recherche en TNO.

Rechtshulpverzoek
Door de explosie is de administratie van SE Fireworks ten dele vernietigd. Daarom maakt het OM gebruik van andere gegevensbestanden, zoals accountantsbestanden, douanegegevens en informatie van leveranciers en afnemers. In dat kader is een rechtshulpverzoek gedaan aan Denemarken, omdat daar een leverancier (Pyrotec Glumso) van het Enschedese bedrijf is gevestigd.

Behalve in Denemarken zijn ook openbare ministeries in andere landen aangeschreven. Het betreft landen waar leveranciers of afnemers van SE Fireworks zijn gevestigd. Parketvoorlichter T. Zwart wil niet zeggen om welke landen het gaat. Dat zou het onderzoek kunnen schaden, aldus de voorlichter.

De openbare ministeries in de aangeschreven landen zullen bij de bedrijfsrelaties van SE Fireworks een verzoek indienen om relevante administratieve gegevens af te staan in het belang van het onderzoek naar de explosie in Enschede. „We willen een beeld krijgen van het soort vuurwerk dat bij Fireworks op 13 mei heeft gelegen”, stelt Zwart. „Omdat een deel van de administratie van het bedrijf is vernietigd, moeten we gegevens van toeleveranciers en afnemers krijgen. Dan gaat het bijvoorbeeld om paklijsten en offertes.”

De opsporingsinstanties bekijken verder de totstandkoming van de milieuvergunning van SE Fireworks en de feitelijke naleving en het toezicht daarop. Twee gerechtelijke vooronderzoeken richten zich op het bedrijf en de twee directeuren die mogelijk de milieuvoorschriften hebben overtreden. Het bijstandsteam kijkt ook naar de rol die gemeenten en andere overheidsinstanties speelden bij de verlening van de vergunning, de advisering daarover en het toezicht.

Een apart team houdt zich bezig met het onderzoek naar strafbare feiten in de nasleep van de ramp, zoals het onterecht afhalen van hulpgoederen. In dat kader zijn vier mensen aangehouden. Een van hen zit nog vast. Allevier moeten binnen enkele weken voor de politierechter verschijnen.

Van de 947 gewonden als gevolg van de vuurwerkramp liggen nog acht personen in het ziekenhuis. Een van hen wordt nog op de intensive care behandeld. Twee weken geleden lagen er nog vier patiënten op de afdeling intensieve zorg.

Rampenfonds
Op gironummer 777 van het Nationaal Rampenfonds is tot nu toe bijna 32,5 miljoen gulden binnengekomen voor de slachtoffers van de vuurwerkramp in Enschede. Dat is inclusief 3 miljoen gulden van de provincie Overijssel.

De Stichting Nationaal Rampenfonds betaalt mee aan drie regelingen die de gemeente Enschede voor de slachtoffers heeft getroffen. De eerste betreft kleed-, herinrichtings- en overige eerste kosten voor mensen wier huis is verwoest. Deze is al in werking.

De gemeente maakte gisteren de tweede en de derde regeling bekend. De tweede is bestemd voor mensen die zes weken of langer na de ramp, nu een maand geleden, pas weer in hun huis kunnen. Ook zij krijgen een bijdrage in de kosten van kleding, inrichting en eerste persoonlijke benodigdheden.

De derde is voor mensen die al weer in hun huis wonen, of zeer binnenkort (binnen zes weken na de ramp) naar huis terug kunnen. Zij ontvangen een vast bedrag voor de kosten die ze hebben gemaakt om eerste persoonlijke benodigdheden te kopen.